Huwelijksaankondiging
Lange tijd werd de gemeenschap op de hoogte gebracht van het aanstaande huwelijk wanneer het koppel “van de preekstoel was gerold of gevallen”.
Dat gebeurde de drie zondagen die volgden op de “ondertrouw” (vier tot zes weken voor het eigenlijke huwelijk). Na de instelling van de Burgerlijke Stand (ca. 1800) werd het toekomstige paar “in het kastje gehangen”. De aankondiging werd bij het gemeentehuis uitgehangen en al wie wettelijke bezwaren had tegen het huwelijk kon die kenbaar maken.
Het lijkt vanzelfsprekend dat de officiële huwelijksaankondigingen het eerst voorkwamen in de betere klassen. . Vanaf het einde van de 18de eeuw drukte men de aankondiging soms op de rugzijde van een kaart uit het kaartspel.
Een vijftigtal jaar later gebruikte men dikwijls de zogenaamde “porseleinkaarten”. Pas op het einde van de 19de eeuw treft men de eerste Nederlandstalige aankondigingen aan.