Een merkwaardig beeldje met een rijkelijke achtergrond

Jan Tilleman 

 In 1972, toen ik 13 jaar oud was, zag mijn vader in mij een toekomstige opvolger op het landbouwbedrijf in Hoeke.[1]  “Vintje” zei hij “We gaan meer beesten houden en daarvoor moet de mestpit groter worden”. Met schop en spade moest ik aan de slag om de bestaande mestput uit te breiden. Deze zat deels ingewerkt in de dijk[2] waarop de hoevegebouwen opgericht zijn. Er was bijgevolg nogal wat werk aan de winkel maar het loonde. Jawel, ik was nog niet zo lang bezig toen ik plotseling op iets hards stootte. Een beenachtig beeldje kwam tevoorschijn. Eens in mijn handen was ik als in de wolken, echt verrukt, door het dingetje dat zeer oud oogde. Verschillende jaren heb ik het gekoesterd vooraleer ik te weten kwam wat ik eigenlijk wel gevonden had.

Het heft van een scheidelprieme

2022 02 24 150532Afb. 1:  Het heft van de “Scheidelprieme” gesneden uit walrustand ivoor

Eind de jaren 70 kwam ik via onze toenmalige voorzitter van de heemkundige kring, René Dekeyser, in contact met een studente in de archeologie: Bieke Hillewaert[3] . Zij wist me te vertellen dat dit beeldje een “Heft” of handvat van een “Scheidelprieme” was (Afb 1). Toen waren er van deze voorwerpen amper een 9-tal bekend in Europa.[4]

Een scheidelprieme werd gebruikt om een split te trekken in de haartooi. Je hebt tegenwoordig iets gelijkaardigs als pin aan een kam waar de beroepscoiffeurs aardig mee over weg kunnen. Vermoedelijk is ooit een gedeelte van de pin afgebroken en werd een overblijvend deel er af gezaagd (Afb. 2). Het resterende beeldje is exact 3½ duim hoog.[5]

2022 02 24 150550Afb. 2: Het snijvlak met doorsnede waar de punt afgezaagd werd.

2022 02 24 150608Afb. 3: De rugzijde met in het midden het zenuwkanaal van de tand.

De priem is gemaakt uit walrustandivoor. Hij voelt trouwens ook altijd koud aan, wat een eigenschap van ivoor is. De kromming van de tand, naar links, is lichtjes te zien. Op de rugzijde is tevens de loop van het zenuwkanaal te ontwaren (Afb 3). Op de zijkanten zijn groefjes voorzien om een hechtingsdraad spiraalsgewijs toe te passen. Het vermoeden bestaat dat deze priem eveneens als sierspeld in de haartooi zou toegepast zijn, zoals in Oosterse culturen wel meer het geval is. Volgens de conservator van het “Deutsches Shiffartmuseum in Bremerhaven” (Dr. In de archeologie Natasha Mehler)  zou het best kunnen dat de priem in IJsland vervaardigd werd en te dateren is in de 12° - 13° eeuw.

Bijzonder is wel de voorstelling van een valkenier met een roofvogel op de arm. In de twee kuiltjes waren vermoedelijk edelstenen gemonteerd (Afb 4).

2022 02 24 150622Afb. 4: detail van het bovenste deel:
valkenier met roofvogel

De Hanzeaten

We weten dat de Middeleeuwse haven van Hoeke opgericht werd door Duitse kooplieden, afkomstig van Hamburg, Lübeck en Bremen. We hadden toen dus te maken met rijke lieden op “Ten Houcke Boven”. Vooral de Lübeckenaren stonden bekend als verwoede valkeniers.[6] Dit beeldje staaft effectief hun aanwezigheid hier in Hoeke. Het Hanzemuseum in Lübeck is eveneens in het bezit van een ivoren valkenjagertje.  

 

Voetnoten

[1]    Ondertussen heeft de hoeve als benaming “Ten Houcke Boven” zoals vermeld in verschillende documenten uit de 16° eeuw.

[2]    Het betreft hier de eerste dijk die in de 10 – 11° eeuw aangelegd werd ten Noorden van Brugge; De Evendijk B, nu ter plaatse gekend als de “Krinkeldijk”.

[3]    In het kader van haar thesis deed Bieke toen veldprospectie op het grondgebied van Oostkerke. Na haar studies was Bieke tewerk gesteld bij de archeologische dienst van stad Brugge. Reeds vele jaren zetelt ze ook in het bestuur van onze heemkundige kring.

[4]    Een aantal jaren later heeft men in Brugge een compleet exemplaar gevonden.

[5]    De duim was een officiële lengtemaat tot het in voege treden van het metriek stelsel in 1820. Na een overgangsperiode met nevengebruik werd de “Duim” in 1870 definitief afgeschaft.

[6]    Over de “Hanzeaten” valt heel wat te vernemen in het boek ”AAN DE RAND VAN DE WERELD”; Hoe de Noordzee ons vormde, door MICHAËL PYE. Vertaling uit het Engels, uitgegeven door “De Bezige Bij” Antwerpen-Amsterdam, p. 163.

Een merkwaardig beeldje met een rijkelijke achtergrond

Jan Tilleman

Rond de poldertorens
2019
02
035-037
BV
2023-06-19 14:50:19