Bijlage 6: Militaire oorlogsslachtoffers ten opzichte van de gemiddelde bevolking tussen 1914 en 1919

Het aantal militaire oorlogsslachtoffers verschilt sterk van gemeente tot gemeente. Maar ook de grootte van de verschillende gemeenten is sterk verschillend. Om een beter idee te krijgen van het relatieve verlies aan soldatenlevens en de verschillende gemeenten te kunnen vergelijken werd het percentage aan militaire overlijdens ten opzichte van de gemiddelde bevolkingsgrootte over de jaren 1914 tot 1919 berekend. De resultaten staan in de onderstaande tabel. Ook het gemiddelde overlijdenspercentage voor het ganse onderzoeksgebied en voor gans België werd berekend.

Het aantal militaire oorlogsslachtoffers komt uit de tabellen 1 t/m 25. De bron voor de berekening van de gemiddelde bevolkingsgrootte voor de verschillende gemeenten is: “Verslagen over de staat van het bestuur in West-Vlaanderen gegeven door de Bestendige Deputatie aan de Provinciale Raad. Zittijden van 1910 tot en met 1925, Brugge, 1911-1927 (titel één: bevolking)”.

Vivenkapelle, Sint-Pieters-op-de-Dijk en Zeebrugge waren geen onafhankelijke gemeenten en daardoor zijn er geen gegevens over hun bevolkingsaantal en staan deze gemeente dan ook niet in de tabel.

De bron voor het aantal overleden militairen voor gans België is het Belgian War Dead Register, de online gegevensbank van het War Heritage Institute, de erfgoedinstelling die ressorteert onder Defensie en het Fort van Breendonk, het Instituut voor Veteranen (NIOOO), het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis en de Historische Pool van Defensie groepeert.

Voor de berekening van de gemiddelde bevolkingsgrootte over de jaren 1914 tot 1919 voor België werd gebruik gemaakt van volgende bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek. Beweging van de burgerlijke stand en loop der bevolking, 1841-1976: https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archieven/zoekresultaat/ead/index/zoekterm/statistiek/eadid/BE-A0510_004393_005475_DUThttps://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archieven/zoekresultaat/ead/index/zoekterm/statistiek/eadid/BE-A0510_004393_005475_DUT

De gemiddelde tol aan soldatenlevens lag voor ons onderzoeksgebied hoger dan dit van het Belgische gemiddelde: 0,70% ten opzichte van 0,56%.

Het grootste relatieve verlies was voor de gemeenten Sint-Michiels en Houtave. Ook voor Oostkerke, Dudzele, Sint-Kruis, Koolkerke, Meetkerke, Brugge, Heist, Blankenberge, Lapscheure, Assebroek en Uitkerke was het percentage hoger dan het gemiddelde van het onderzoeksgebied. Het cijfer voor Sint-Andries en Moerkerke lag tussen het gemiddelde voor het onderzoeksgebied en dit voor België.

Voor de gemeenten Westkapelle, Ramskapelle, Lissewege, Nieuwmunster, Zuienkerke, Sijsele, Hoeke, Damme en Knokke was het percentage gesneuvelden lager dan het Belgische gemiddelde.