Sint-Pieters-op-de-Dijk[1] (zie tabel 15 B)
De gedenksteen voor de militaire slachtoffers uit WO I in Sint-Pieters-op-de-Dijk bevindt zich binnen in de Sint-Pieterskerk, Blankenbergsesteenweg 227, tegen de rechterzijmuur (figuur 65)
Figuur 65. Gedenksteen voor de militaire slachtoffers uit WO I in Sint-Pieters-op-de-Dijk, Sint-Pieterskerk, Blankenbergsesteenweg 227
© Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago
Deze gedenksteen bestaat uit een witte natuursteen waarop een marmeren tekstplaat bevestigd is, die aan de twee zijden is afgeboord met een laurierbladfestoen[2] en hoekneuten[3] bovenaan. Het geheel steunt op een rijk geprofileerde waterlijst. Bovenaan is er een segmentboogvormig fronton met een geprofileerde kroonlijst die in het midden doorbroken is en bekroond wordt met een kruis. In het boogveld staat een palmtak en een vlag in reliëf. Net boven de marmeren tekstplaat staan een helm en een palmtak in reliëf. In de tekstplaat staat langs de zijkanten en bovenaan de tekst: “Aan onze helden voor het vaderland gesneuveld’ en “1914-1918’. In het midden staan de namen met hun overlijdensdatum chronologisch gerangschikt en gans onderaan: “R.I.P’.
De gedenksteen werd ontworpen door Jozef Desmet en uitgevoerd door steenhouwer Meese. De onthulling vond plaats op 15 november 1920. De kosten voor het monument bedroegen 1.850 fr. Het geld werd ingezameld bij de parochianen[4].
13 soldaten uit Sint-Pieters-op-de-Dijk overleefde de oorlog niet. De gemiddelde leeftijd van de slachtoffers was 25 jaar. De oudste was 37 jaar, de jongste achttien jaar. Twaalf waren ongehuwd. Eén van de overledenen woonde in Sint- Andries. Acht soldaten vonden de dood in België, vier in Frankrijk en één in Duitsland. In 1918 waren er vijf sterfgevallen, waarvan drie veroorzaakt door griep en longontsteking (Spaanse griep).
Drie soldaten deden dienst bij het 8ste linieregiment, twee bij de artillerie. De rest was verspreid over verschillende linieregimenten, lansiers, vervoerkorps, jagers te voet. Onder de slachtoffers waren er acht miliciens (waaronder één gemilitariseerde chauffeur), vier oorlogsvrijwilligers en één vrijwilliger met premie (VAP).
Volgens het verslag van pastoor Alfons Ameele[5] hebben 135 militairen (zowel miliciens als vrijwilligers) deelgenomen aan de Groote Oorlog. Op dertien overleden militairen betekent dat een sterftepercentage van 9,6%. Onder hen is Camiel Vandewalle gestorven als krijgsgevangene in Duitsland.
Acht soldaten zijn verminkt uit de oorlog gekomen. Twaalf waren krijgsgevangenen in Duitsland en acht geïnterneerd in Nederland.
Nog volgens de pastoor hebben Albert Lacroix en Richard Bonte zich bijzonder onderscheiden in de oorlog.
Florimond Marreyt, geboren op 9 januari 1853 te Zuienkerke, veldwachter, huwde op 25 juni 1889 te Meetkerke, met Stephanie Virginia Deswaef, geboren op 5 maart 1861 te Meetkerke, vroedvrouw[6]. Het pas gehuwde koppel ging in Sint- Pieters-op-de-Dijk wonen. Volgens archiefbank Brugge werden negen kinderen geboren tussen 1890 en 1903. Tussen achttien februari 1902 en twee december 1918 hebben de doodsklokken zevenmaal geluid, iedere keer voor één van de kinderen van het gezin. Tijdens WO I stierven maar liefst vijf kinderen, al dan niet door oorlogsgeweld.
Naam |
Voornaam |
Geboren in |
Overleden |
leeftijd |
Marreyt |
Leonie |
1890 |
|
|
Marreyt |
Marie |
1903 |
|
|
Marreyt |
Camille |
1900 |
1902-02-18 |
2 |
Marreyt |
Mauritius |
1899 |
1909-02-18 |
10 |
Marreyt |
Cyrille |
1896 |
1914-12-22 |
18 |
Marreyt |
Josephus |
1892 |
1915-02-25 |
23 |
Marreyt |
Augusta |
1895 |
1917-03-01 |
22 |
Marreyt |
Gustave |
1893 |
1918-10-10 |
25 |
Marreyt |
Victor |
1894 |
1918-12-02 |
24 |
- Josephus Henricus Marreyt, 23 jaar, bediende, ongehuwd. Hij werd geboren op 23 januari 1892 te Sint-Pieters-op-de-Dijk en hij woonde er. In 1912 werd hij als dienstplichtige soldaat-milicien 2de Tijdens de oorlog diende hij als zodanig bij het 4de linieregiment, 3de bataljon, 10de compagnie. Op 25 februari 1915 sneuvelde hij te Wulpen. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats van Ramskapelle (Nieuwpoort) in graf nummer 311.
- Gustave Louis Joseph Marreyt, 25 jaar, ongehuwd. Hij werd geboren op 20 juni 1893 te Sint-Pieters-op-Dijk en hij woonde er. Hij trad in dienst als oorlogsvrijwilliger en diende in het 8ste linieregiment, 3de bataljon, 11de compagnie als soldaat 2de Op 5 oktober 1918 werd hij opgenomen in het Belgisch militair hospitaal “Roi Albert” te Parijs (Frankrijk) In dat zelfde hospitaal stierf hij op 10 oktober 1918 aan een grieperige bronchopneumonie of griep en longontsteking oftewel Spaanse griep. Hij ligt begraven te Parijs op de beroemde begraafplaats Père Lachaise (crypte voor Belgische soldaten).
- Victor Joseph Marreyt, 24 jaar, student, ongehuwd, en was 1,795 m groot met blond haar. Hij werd geboren op 3 augustus 1894 te Sint-Pieters-op-de-Dijk en hij woonde er. Hij trad in dienst als milicien in 1914. Hij diende als korporaal bij de eenheid ‘jagers te voet’, 2de bataljon, 6de compagnie toen hij in 1918 werd opgenomen in een hospitaal Saint-Jean-Cap-Ferrat (Frankrijk). Hij overleed te Chalon-sur-Saöne (Frankrijk) op 2 december 1918 aan een grieperige bronchopneumonie of griep en longontsteking oftewel de Spaanse griep. Hij ligt begraven op de gemeentelijke begraafplaats te Chalon-sur-Saöne (Frankrijk).
Alle drie woonden ze in de Blankenbergse Steenweg, nummer 32.
We kunnen ons bij dit verhaal de vraag stellen: hoe ongenadig kan het noodlot toeslaan? Hoe wreed kan het leven zijn? Hoeveel verdriet kan een mens dragen?
Tabel 15 B Sint-Pieters-op-de-Dijk
Naam |
Voornaam |
L |
BS |
Overlijdensplaats |
Datum |
Doodsoorzaak |
Eenheid |
Graad-hoedanigheid |
Govaert |
Auguste |
22 |
0 |
Perk (Steenokkerzeel) |
1914-08-31 |
verwondingen tijdens verkenning |
3 lansiers-2 groep-4 eskadron |
sold-mil-2 kl-1912-ruiter |
Marreyt |
Jozef |
23 |
0 |
Wulpen |
1915-02-25 |
gesneuveld |
4 linie-3 Bn-10 Cie |
sold-mil-2 kl-1912 |
Missault |
Lodewijk |
22 |
0 |
Zuidschote |
1916-01-04 |
obusscherven |
3 linie-3 Bn-12 Cie |
sold-mil-2 kl-1914 |
Sette |
Leopold |
21 |
0 |
Hoogstade |
1916-04-07 |
obusscherven |
8 linie-2 Bn-5 Cie |
sold-OV-2 kl |
Van Maele |
Achiel |
18 |
0 |
Adinkerke |
1916-04-14 |
kogel in het hoofd en hersenvliesontstekin g |
8 linie-2 Bn-5 Cie |
sold-OV-2 kl-1914 |
Vandewalle |
Camiel |
37 |
0 |
Bannetze (Duitsland) |
1916-06-02 |
ongeval |
10 linie |
sold-mil-2 kl-1899 |
Ackaert |
Edmond |
34 |
G |
Bourbourg- Campagne (Frankrijk) |
1917-05-14 |
tuberculose |
1 vervoerkorps-7 Cie |
gemilitariseerde burgerchauffeur |
Van Maele |
Arthur |
22 |
0 |
Adinkerke |
1917-12-30 |
tyfus en uremie |
1 artillerie-2 groep- 106 Bij |
sold-OV-2 kl-1914 |
De Clerck |
Rijkaart |
23 |
0 |
Ramskapelle (Nieuwpoort) |
1918-04-06 |
shrapnel |
15 linie-1 Bn-3 Cie |
sold-mil-CS-2 kl-1915 |
Wittebolle |
Alfred |
21 |
0 |
Kaaskerke |
1918-09-15 |
obusscherven |
20 linie-2 Bn-6 Cie |
sold-mil-CS-2 kl-1916 |
Marreyt |
Gustaaf |
25 |
0 |
Paris (Frankrijk) |
1918-10-10 |
griep en longontsteking |
8 linie-3 Bn-11 Cie |
sold-OV-2 kl |
Van Maele |
Firmin |
30 |
0 |
Calais (Frankrijk |
1918-10-20 |
griep en longontsteking |
16 artillerie-2 groep- 2 Bij-155 S |
sold-VAP-2 kl-1909 |
Marreyt |
Victor |
24 |
0 |
Chalon-sur-Saöne (Frankrijk) |
1918-12-02 |
griep en longontsteking |
1 jagers te voet-2 Bn-6 Cie |
korporaal-mil-1914 |
Voetnoten
[1] In 1897 en 1898 telde Sint-Pieters-op-de-Dijk respectievelijk 1182 en 1225 inwoners. Deze cijfers zijn bedoeld om een zekere orde van grootte van de bevolking aan te duiden (bron: Nationaal Instituut van de statistiek. Beweging van de burgerlijke stand en loop der bevolking, 1841-1976. Provincie West-Vlaanderen. Arrondissement Brugge, 1898).
[2] Een festoen of guirlande is een versiering met fruit, bladeren en/of bloemen in de vorm van een slinger die aan de uiteinden omhoog worden gehouden door linten of medaillons
[3] Een neut is een balksteun, een blokje gemetselde steen onder een stijl of een blokje steen onder een kozijn
[4] JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p.77
[5] Archief van het Bisdom. Oorlogsverslagen WO I. Bisdom Brugge. Brugge (Sint-Pieters). Parochie van Sint-Petrus. Parochiaal verslag 1919,
[6] Deze reconstructie van het gezin Florimond Marreyt en Stephania Virginia Deswaef steunt op gegevens van Archiefbank stad Brugge en Algemeen Rijksarchief - zoeken naar personen; gegevens uit de websites van Flanders Fields en Belgian War Daed Register.