Vivenkapelle (zie tabel 7)
Binnen in de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk in Vivenkapelle bevindt zich tegen de muur van de rechterdwarsbeuk een gedenkplaat voor de militaire slachtoffers uit WO I (figuur 30).
Figuur 30. Gedenkplaat voor de militaire slachtoffers uit WO I, Vivenkapelle, Moerkerkse Steenweg, Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk © Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago
Het betreft een rechthoekige koperen gedenkplaat gevat in een eenvoudige houten lijst. De gedenkplaat is omboord met een doorlopend fries met geometrische en florale motieven en in de vier hoeken een wapenschild: dit van België, dit van Vlaanderen, mogelijk dit van de kerk zelf, en tenslotte mogelijk het wapenschild van Heer Claesman[1]. In deze boord staat de tekst: “Als helden trokken zij het harnas aan ... In hunne daden waren zij als leeuwen. Voor eeuwig is hun geheugen in zegening. Mach. III.3-6. Memento - Gedenkt - Memento”. In het midden van de plaat staat bovenaan een leliekruis met daaronder de tekst: “Dankbaarheid is plicht! Gij allen die hier voorbijkomt bidt voor de zielen van" en daaronder de namen, alfabetisch gerangschikt. Dan volgt de tekst: “Heldhaftig gesneuveld op het veld van eere 1914 - 1918 - Wij dooden spreken tot U - blijft steeds getrouw aan recht en vrijheid, aan Vaderland en Vorst’.
De gedenkplaat werd ontworpen door J. Viérin en uitgevoerd door J. Van Praet in 1919[2].
Vivenkapelle was een gehucht van de gemeente Sint-Kruis (van 1796 tot de fusie met Damme in 1977). De acht soldaten die vermeld staan op de herdenkingsplaat in de kerk (Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte) worden eveneens herdacht op de monumenten van Moerkerke (Hendrik De Baets, Julien Jonnaert) en Sint-Kruis (Lucien Callant, Leo De Bruycker, Leon Dhaens, Mauritius Van Acker, Salamon Vandersteene en René Verschemoet). Allen hadden een hechte band met Vivenkapelle.
Een bijzonder oorlogsverhaal is dat van Leon Dhaens[3]. Het is een dramatisch verhaal, gereconstrueerd aan de hand van bronnen en getuigenissen[4]. Hij is geboren als Léo Joseph Dhaens te Sint-Kruis (Vivenkapelle) op 28 maart 1891 als zoon van Edmond en Nathalie Mathilde Boussemaere in een landbouwersgezin. Nathalie Boussemaere, zus van Joannes (“Jantje”) Boussemaere die de vader was van Alice Boussemaere (moeder van de Van Hoorenweders; nogmaals een bewijs dat in Viven zowat iedereen familie van iedereen was...). Edmond was ooit gemeenteraadslid van Sint-Kruis.
Bij het begin van de oorlog was Leon ingedeeld bij het 4de linieregiment en vocht mee bij de slag van Halen (12 augustus 1914). Gekwetst werd hij verzorgd in het hospitaal van Brugge. Kort voordat de Duitsers Brugge innamen (op 17 oktober 1914) slaagde men erin Leon naar zijn ouderlijk huis te Vivenkapelle over te brengen waar hij zich een kleine vier jaar lang wist te verbergen (gevaar om opgeëist te worden; krijgsgevangenschap, enz.).
Zelden kwam hij buiten. Niemand in het dorp wist dat hij ondergedoken zat in de hoogkamer van het ouderlijk huis. De kamer paalde aan de koeienstal. Er werd een stuk van de tussenliggende muur verwijderd en via een ingemaakte kast kon Leon vluchten naar de “dilte” (zolder) van de koeienstal als er onraad dreigde. Jammer genoeg heeft de jongeman de dag van de wapenstilstand niet gehaald. Hij is gestorven op 30 januari 1918 ten gevolge van tyfus.
Zijn vader Edmond en zijn broer Camiel hebben hem thuis in de weide begraven, heimelijk .... [5].
Een drie weken later - op 22 februari 1918 - is Leon’s vader, Edmond, gestorven; men zegde van verdriet. De man was weduwnaar en nauwelijks vijfenvijftig. Denise D’hanes is er stellig van overtuigd dat zowel vader Edmond als zoon Leon op het kerkhof van Vivenkapelle naast elkaar begraven werden “daar waar nu de grote sparren staan achteraan op het kerkhof’.
Dit drama werd door de Vivenkapellenaars herdacht met een naamplaat: De “Edmond en Leon Dhaensplaats”. Er was een naamplaat bevestigd aan het Broederklooster en één aan de gevel van café De Zwaan op de hoek van de vroegere Zwaanstraat (nu Vierscharestraat).
Figuur 31. Geboorteakte van Leon Dhaens - © Archiefbank Brugge
Lange tijd kon je aan dat café nog de plaats zien waar de naamplaat gehangen heeft omdat de gevel gewit was en dit dus onder de naamplaat niet het geval was. Na de fusie zijn deze naamplaten blijkbaar in de vergetelheid der tijden geraakt.
de aftocht der vijandelijke troepen, het lijk ontgraven en op het gemeentekerkhof te Sint-Kruis ter aarde besteld geworden is”.
Tabel 7 Vivenkapelle (Damme)
Naam |
Voornaam |
L |
BS |
Overlijdensplaats |
Datum |
Doodsoorzaak |
Eenheid |
Graad-hoedanigheid |
Vandersteene |
Salamon |
21 |
G |
Halen |
1914-08-12 |
gesneuveld |
4 linie-2 Bn-5 Cie |
sold-mil-2 kl-1913 |
De Bruycker |
Leo |
29 |
G |
Diksmuide |
1915-07-01 |
gesneuveld |
1 linie-1 Bn-1 Cie |
sold-VAP-2 kl-1909 |
De Baets |
Henri |
22 |
0 |
Stuivekenskerke |
1916-01-09 |
gesneuveld |
14 linie-1 Bn-4 Cie |
sold-mil-2 kl-1914 |
Verschemoet |
René |
22 |
0 |
Oissel (Frankrijk) |
1916-09-03 |
ziekte |
CIAX (opleidingscentrum van de hulptroepen) |
sold-CS-mil-2 kl-1915 |
Jonnaert |
Julien |
22 |
0 |
Saint-Tricat (Frankrijk) |
1916-09-26 |
ongeval (paardentrap in volle borst) |
2 regiment jagers te paard |
sold-BV-2 kl-1912-ruiter |
Callant |
Lucien |
24 |
0 |
Zuidschote |
1917-02-10 |
gesneuveld |
23 linie-2 Bn-5 Cie |
sold-mil-2 kl-1913 |
Dhaens |
Leon |
27 |
0 |
Sint-Kruis |
1918-01-30 |
tyfus |
4 linie |
sold |
Van Acker |
Mauritius |
24 |
0 |
Oostnieuwkerke |
1918-10-03 |
gesneuveld |
14 linie-3 Bn-9 Cie |
sold-mil-2 kl-1914 |
Voetnoten
[1] JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p. 369
[2] JACOBS M., Zij die vielen als helden.., deel 2, o.c., p. 369
[3] Leo of Leon D'haens, Dhaens...
[4] Mededelingen en getuigenissen van Brigitte Danneels, Denise D'haens (familie), Frank Dousselaere, Frederik Oosterlinck; Bronnen: Flanders Fields; Belgian War Dead Register; Sint-Kruis, Burgerlijke Stand, registers van overlijdens o.a. nr. 20 d.d. 19/04/1919; e.a.
[5] Uittreksel vonnis om een overlijdensakte te bekomen (register Burgerlijke Stand Sint-Kruis, vonnis n° 20): “Dat en einde aan de straffende door de bezettende overheid aan de (... verhelen) van Belgische soldaten toegepast te ontsnappen, de bloedverwanten van de gestorven, het overlijden van deze laatste niet hebben gemeld aan de officier van de burgerstand en het lijk op de eigendom van sieur Edward Lamote hebben begraven; dat sedert de aftocht der vijandelijke troepen, het lijk ontgraven en op het gemeentekerkhof te Sint-Kruis ter aarde besteld geworden is”.