België en de Zwinstreek tijdens de Groote Oorlog

De Eerste Wereldoorlog in België duurde officieel van 4 augustus 1914 tot 11 november 1918 (duur 1561 dagen[1]).

Het verloop van de Eerste Wereldoorlog kan onderverdeeld worden in drie periodes[2]: de bewegingsoorlog van 4 augustus 1914 tot ongeveer 31 oktober (duur: 89 dagen[3]); de loopgravenoorlog van 1 november 1914 tot 27 september 1918 (duur 1427 dagen[4]) en de bevrijdingsoorlog (duur: 45 dagen[5]).

Tussen augustus 1914 en december 1919 vielen volgens onze tellingen[6] op de website Belgian War Dead Register (BWDR) ± 42.837 militaire slachtoffers. In de Zwinstreek tellen we ± 776 doden.

Oorlog 1914-1919

BWDR

aantal dagen

aantal doden

per dag

1976

42837

22

Zwinstreek

aantal dagen

aantal doden per dag

1976

776

0,4

Verspreid over gans de oorlog bemerken we twee pieken in aantal overleden soldaten. Tijdens de bewegingsoorlog noteren we op 89 dagen een dodenaantal van 12.368 militairen (29%), ofwel 139 per dag. Gedurende de loopgravenoorlog, die 1427 dagen duurt, tellen we 19.607 militaire doden (46%), het zij 14 per dag. Het bevrijdingsoffensief, dat 45 dagen duurde, zorgde voor 8150 militaire slachtoffers (19%) ofwel 181 per dag. Als we de gemiddelde telling per dag bekijken springen vooral de pieken van het aantal doden in het begin (bewegingsoorlog) en op het einde (het bevrijdingsoffensief) in het oog.

Voor de Zwinstreek is een gelijkaardig verloop herkenbaar. Tijdens de bewegingsoorlog vielen 170 doden (22%) , hetzij 2 per dag. De lange duur van de loopgravenoorlog zorgde voor 374 slachtoffers (48%), hetzij ± 1 dode in 4 dagen. In de 45 dagen van de bevrijdingsoorlog vielen er in het totaal 164 slachtoffers (21%), hetzij 4 per dag.

De tabellen en grafieken hieronder illustreren deze vaststelling ten volle.

Wat ook opvalt zijn het aantal soldaten die stierven na de wapenstilstand, hetzij aan ziekte, hetzij aan verwondingen. Voor België stierven er tussen de wapenstilstand in 1918 en het einde van 1919 nog ± 3000 manschappen (7%). Voor de Zwinstreek tellen we ± 55 doden (7%)

BELGIÊ (BWDR)

bewegingsoorlog 1914-08-04 t.e.m. 1914-10-31

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1914

89

12368

29

139

loopgravenoorlog 1914-11-01 t.e.m. 1918-09-27

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1914

61

1514

4

25

1915

365

5356

13

15

1916

366

4025

9

11

1917

365

3896

9

11

1918

270

4816

11

18

totaal

1427

19607

46

14

bevrijdingsoorlog 1918-09-28 t.e.m. 1918-11-11

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1918

45

8150

19

181

 

Nadat de wapens zwegen 1918-11-12 t.e.m. 1919

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1918

50

1155

3

23

1919

365

1879

4

5

totaal

415

3034

7

7

ZWINSTREEK

 bewegingsoorlog 1914-08-04 t.e.m. 1914-10-31

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1914

89

170

22

2

loopgravenoorlog 1914-11-01 t,e,m, 1918-09-27

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1914

61

15

2

0,25

1915

365

98

13

0,27

1916

366

79

10

0,22

1917

365

90

12

0,25

1918

270

92

12

0,34

totaal

1427

374

48

0,26

 

 

 

 

 

 bevrijdingsoorlog 1918-09-28 t.e.m. 1918-11-11

 

 

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1918

45

164

21

4

nadat de wapens zwegen 1918-11-12 t.e.m. 1919

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1918

50

27

3

0,54

1919

365

28

4

0,08

totaal

415

55

7

0,13

 

rdp201802p046 062 page17 image1Figuur 1. Aantal overleden Belgische soldaten 1914-1922

rdp201802p046 062 page17 image1Figuur 2. Aantal overleden soldaten uit de Zwinstreek 1914-1922

De bewegingsoorlog (4 augustus 1914 t.e.m. 31 oktober 1914)

De bewegingsoorlog startte met de inval van de Duitse troepen in België op 4 augustus 1914. Het was vooral een terugtrekkingsbeweging.. Het Belgische leger probeerde met alle kracht de overmacht aan manschappen en wapens van het vijandelijke leger te stoppen. De fortengordels van Luik, Namen en Antwerpen moesten de schokken opvangen. Deze tactiek faalde door het Duitse overwicht op alle vlakken. Het eindigde in de Westhoek waar de overstromingen en de ingegraven Belgische troepen de Duitse oorlogsmachine deden stilvallen. In een periode van 89 dagen vielen 12368 doden of 29% van het totale aantal doden. Het aantal doden per dag is 139. Voor wat betreft de Zwinstreek vielen in dezelfde tijdspanne 170 doden of 22% van het totale aantal doden voor dit gebied. Per dag vielen 2 doden.

rdp201802p046 062 page17 image4Figuur 3. Aantal overleden Belgische soldaten 1914

rdp201802p046 062 page17 image3Figuur 4. Aantal overleden soldaten uit de Zwinstreek 1914

Reeds kort na de twijfel, angst en/of euforie van de algemene mobilisatie van het Belgische Leger op 31 juli volgde zeer snel de kille en gruwelijke realiteit van dode soldaten. Tussen 4 en 7 augustus vielen aan het Belgisch front, in de provincie Luik, meer dan 1000 doden[7]. De eerste vier slachtoffers, afkomstig uit de Zwinstreek vielen eveneens te Luik en omgeving, tussen 5 en 7 augustus 1914[8].

Deze periode van 89 dagen kenmerkte zich door het zich teweerstellen en het voortdurend terugtrekken, vanaf de forten van Luik en Namen, over de forten van Antwerpen, om uiteindelijk te belanden, na de Slag van de IJzer, in de loopgraven van het IJzerfront, in een kleine uithoek van België.

 

BWDR

Maanden

Aantal dagen

Aantal doden

Per dag

%

Augustus

28

4272

153

35

September

30

2690

90

22

Oktober

31

5406

171

44

Totaal

89

12368

139

 

  

ZWINSTREEK

Maanden

Aantal dagen

Aantal doden

Per dag

%

Augustus

28

63

2

37

September

30

37

1

22

Oktober

31

70

2

41

Totaal

89

170

2

 

In een terugtrekkingsbeweging, met als bestemming de forten rond Antwerpen, bouwde het Belgisch leger een verdedigingsstelling rond de Gete (tussen de rivieren de Dijle en de Geten). Twee botsingen met het vijandelijk leger springen in het oog, temeer door de weerklank in de toen nog ‘vrije’, zowel nationale als lokale pers[9].

In de slag van Orsmaal, met als inzet de brug over de Kleine Gete, speelde de cavalerie (o.a. het 3de Regiment Lansiers, gekazerneerd te Brugge, als voorpost van de 1ste legerdivisie) een grote rol. Er vielen die dag, maandag 10 augustus 1914, een 25 tal doden[10], waaronder een zevental afkomstig van de Zwinstreek[11].

Twee dagen later, op woensdag 12 augustus 1914, vielen In de slag van Halen[12] ± 160 slachtoffers, waarvan ± 27 (17%) uit de Zwinstreek. Op die dag waren de 4de en 24ste linieregimenten[13] toevallig sterk aanwezig en deze regimenten waren in Brugge[14] gelegerd.

De stad Halen herinnert aan deze slag op zijn website[15]: “De Duitsers veroverden aan het begin van de Eerste Wereldoorlog de forten rond Luik. Als reactie hierop koos de Belgische legerleiding de Gete als natuurlijke verdedigingslijn om de opmars van de Duitsers in noordelijke richting te verhinderen. De Belgische verdediging bestond uit ruiters van de Lansiers en Gidsen, een bataljon Karabiniers-Wielrijders (de “Zwarte Duivels” en twee infanterieregimenten van het 4de en de 24ste linie ondersteund door de artillerie onder bevel van Generaal de Witte. De Duitse generaal von Marwitz vertrouwde op zijn gevreesde ruiterij. Maar de Belgen waren veel beter vertrouwd met de velden en holle wegen tussen Halen en Loksbergen, verscholen in grachten wachtten ze de aanvallers op ... niet met de blanke sabel, maar met karabijnen en geweren. Aan Belgische kant telde men 180 gesneuvelden (van de 5000 militairen), langs Duitse zijde sneuvelden 140 van de 3000 manschappen. Meer dan 400 paarden vonden er de dood. Het is het laatste grote gevecht gewest in West-Europa op ruiterrijdivisieniveau. Na afloop lag het slagveld bezaaid met blinkende Duitse helmen. De naam “Slag der Zilveren Helmen” is bedacht door August Cuppens, de pastoor van Loksbergen”.

rdp201802p046 062 page17 image5Figuur 5. Belgische soldaten na de slag bij Halen - ©
http://www.sambre-marne- yser.be/article=7.php3?id_article=10 11/08/

 

Deze beide confrontaties werden o.a. door de toenmalige pers, ook te Brugge, voorgesteld als overwinningen. De Duitsers waren niet onoverwinnelijk en konden gestopt worden. Maar op 20 augustus marcheerde het Duitse leger triomfantelijk door Brussel[16].

In de de slag van de IJzerwas de dodentol schrikwekkend groot. Na de strijd om de forten in en rond Antwerpen[17], trokken de verzwakte Belgische troepen, met de moed der wanhoop, zich terug op de IJzer.

 

BWDR[18]

 

 

ZWINSTREEK[19]

 

dagen

Aantal doden

%

dagen

Aantal doden

%

1914-10-12

64

2

1914-10-12

0

0

1914-10-13

45

1

1914-10-13

1

2

1914-10-14

34

1

1914-10-14

0

0

1914-10-15

44

1

1914-10-15

2

4

1914-10-16

37

1

1914-10-16

1

2

1914-10-17

43

1

1914-10-17

0

0

1914-10-18

153

4

1914-10-18

4

8

1914-10-19

254

6

1914-10-19

0

0

1914-10-20

222

6

1914-10-20

1

2

1914-10-21

211

5

1914-10-21

4

8

1914-10-22

500

12

1914-10-22

12

23

1914-10-23

325

8

1914-10-23

3

6

1914-10-24

479

12

1914-10-24

10

19

1914-10-25

288

7

1914-10-25

5

9

1914-10-26

444

11

1914-10-26

2

4

1914-10-27

180

4

1914-10-27

2

4

1914-10-28

109

3

1914-10-28

2

4

1914-10-29

162

4

1914-10-29

1

2

1914-10-30

246

6

1914-10-30

1

2

1914-10-31

165

4

1914-10-31

2

4

totaal 20 dagen

4005

 

totaal 20 dagen

53

 

 

De Slag van de IJzer duurde van ongeveer 12 oktober 1914 tot ongeveer 31 oktober 1914 en was zeer dodelijk. Ongeveer 4005 doden, 9% van het totaal aantal doden van 42.837 viel op 20 dagen. Door de IJzervlakte te inunderen en zich in te graven konden de Duitse aanvallen tot stilstand gebracht worden en veranderde de bewegingsoorlog van 89 dagen in een loopgravenoorlog met een duur van 1427 dagen

Het procent van de slachtoffers van de Slag van de IJzer t.o.v. het aantal doden van de totale oorlog, de bewegingsoorlog en de maand oktober 1914

BWDR

Aantal dagen

Aantal doden

%

totale oorlog

1976

42837

9

bewegingsoorlog

89

12368

32

maand oktober ‘14

31

5406

74

Zwinstreek

Aantal dagen

Aantal doden

%

totale oorlog

1976

776

7

bewegingsoorlog

89

170

31

maand oktober ‘14

31

70

76

 

Loopgravenoorlog (1 november 1914 t.e.m. 27 september 1918)

De loopgravenoorlog duurde van 1 november 1914 tot 27 september 1918 en duurde 1427 dagen. In deze periode vielen 19.607 slachtoffers of 46% van het totale aantal doden gedurende de oorlog (42837).. Gemiddeld vielen er 14 soldaten per dag.. Voor wat betreft de Zwinstreek vielen in dezelfde tijdspanne 374 doden of 48% van het totale aantal doden (776) voor dit gebied. Per vier dag viel er 1 dode.

BELGIÊ (BWDR)

loopgravenoorlog 1914-11-01 t,e,m, 1918-09-27

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1914

61

1514

4

25

1915

365

5356

13

15

1916

366

4025

9

11

1917

365

3896

9

11

1918

270

4816

11

18

totaal

1427

19607

46

14

 

 ZWINSTREEK

loopgravenoorlog 1914-11-01 t,e,m, 1918-09-27

jaar

dagen

aantal doden

%

per dag

1914

61

15

2

0,25

1915

365

98

13

0,27

1916

366

79

10

0,22

1917

365

90

12

0,25

1918

270

92

12

0,34

totaal

1427

374

48

0,26

 rdp201802p046 062 page17 image6Figuur 6. Sectoren bezet door het Belgisch leger; LD: legerdivisie; ID: infanteriedivisie - © De Vos L., e.a., ’14-’18. Oorlog in België, o.c., p. 535

 

Na de onderwaterzetting van de vlakte tussen de IJzer en de spoorwegberm (Nieuwpoort-Diksmuide) vielen de operaties op strategisch niveau enkele maanden stil. Maar op het slagveld zelf bleef het die eerste maanden behoorlijk onrustig. Elke partij begon loopgraven op te bouwen of in te graven. Voor het Belgisch leger was de spoorwegberm tussen Nieuwpoort en Diksmuide de hoofdbestandslinie, voor de Duitsers aan de overkant was dat de rechteroever van de IJzer. Dat zou de hele oorlog lang zo blijven tussen Nieuwpoort en Diksmuide. Tussen Diksmuide en Fort Knokke was de IJzerdijk (linkeroever) de hoofdweerstandslinie. Zuidelijker van Fort Knokke was dat de westelijke oever van het kanaal IJzer-Ieper[20].

De loopgraven aan het IJzerfront waren meestal bovengronds opgebouwd omdat het waterpeil graafwerken onmogelijk maakte. De verdediging van een sector bestond uit verschillende weerstandslijnen. Achter de hoofdweerstandslijn werd een tweede weerstandslijn uitgebouwd die even lang moest zijn. Indien de situatie het vereiste en de tijd het toeliet, werden bijkomende weerstandslijnen aangelegd.

Voor de hoofdweerstandslijn bevonden zich vooruitgeschoven stellingen en luisterposten om de vijand te observeren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren de loopgraven het symbool van de patstelling aan het front en werden ze stelselmatig uitgebreid en verbeterd. Voor de constructie van die veldwerken werden honderdduizenden zandzakjes of ‘vaderlandertjes’ en eindeloze rijen prikkeldraad gebruikt. Daarnaast werden bunkers en schuilplaatsen gebouwd, al dan niet opgetrokken uit gewapend beton[21].

De plaatsen waar onze streekgenoten gestorven zijn is nogal uiteenlopend. Heel wat gewonden werden gehospitaliseerd te Adinkerke (15), Beveren-aan de IJzer (5), De Panne (18) en Hoogstade (32), waar ze ook overleden zijn. Veel gekwetsten werden ook overgebracht naar Frankrijk (96) waaronder o.a. Calais (24). Volgens onze lijst werden ze verspreid over ongeveer 51 gemeenten in Frankrijk. Een 3 tal zijn ook overgebracht naar Engeland, waar ze helaas ook overleden.

Daarnaast zijn er een aantal plaatsen die in het oog springen, waar veel soldaten gesneuveld zijn.

gesneuvelden

BWDR

Zwinstreek

Kaaskerke

1361

34

Diksmuide

1154

19

Ramskapelle (Nieuwpoort)

951

14

Stuivekenskerke

1332

12

Zuidschote

462

12

Boezinge

533

11

Reninge

142

10

Merkem

559

8

Noordschote

180

8

Oostkerke (Diksmuide)

180

6

Nieuwpoort

390

5

Vinkem

353

5

 

De dodengang te Kaaskerke (Diksmuide) is een beruchte plaats in de Eerste Wereldoorlog. Gelegen naast een bocht van de IJzer, was het een vooruitgeschoven post in de Belgische verdediging. De loopgraven waren tot 1915 niet dieper dan een halve meter. Daarna werd de stelling aangepast en verbeterd. De Belgische en Duitse loopgraven lagen op deze plaats slechts enkele meters van elkaar. Het was een zeer gevaarlijk en dodelijk oord. Als we de cijfers onder ogen nemen, zien we dat er 1361 soldaten sneuvelden, waaronder 34 uit de Zwinstreek. Deze getallen zijn echter zeer relatief, want hoeveel gewonden er stierven in de hospitalen kan enkel geschat worden[22].

De bevrijdingsoorlog (28 september 1918 t.e.m. 11 november 1918)

rdp201802p046 062 page17 image8Figuur 7. Aantal overleden Belgische soldaten 1918

rdp201802p046 062 page17 image7Figuur 8. Aantal overleden soldaten uit de Zwinstreek 1918

2021 03 01 082635  

rdp201802p046 062 page17 image9Figuur 9. Bevrijdingsoffensief oktober-november 1918
© De VOS L, e.a., ’14-’18, o.c., p. 473.

De kaart in figuur 9 toont duidelijk het verloop van de verschillende fasen van het bevrijdingsoffensief.

De eerste fase van het bevrijdingsoffensief startte op 28 september 1918 en duurde tot 13 oktober 1918. Het startte catastrofaal qua mensenlevens. De eerste drie dagen sneuvelden uit België 1969 soldaten en uit de Zwinstreek 61 soldaten. Het aantal gesneuvelde soldaten bedroeg aan Belgische kant meer dan 3600 in 16 dagen (Zwinstreek: 89 doden). Het gemiddelde aantal doden per dag voor België was 225 (voor de Zwinstreek zes). Er kwam beweging in de status-quo van de loopgravenoorlog. Bij de verovering van Midden-West-Vlaamse- Heuvelrug werden o.a. die dag Passendale en Houthulst en omgeving bevrijd.

Aantal gesneuvelden 29/09/1918 t.e.m. 04/10/1918

Datum

België

Zwinstreek

28/09/2018

1007

34

29/09/1918

642

17

30/09/2018

320

10

In 3 dagen[23]

1969

61

 

De tweede fase duurde van 14 oktober tot 30 oktober 1918 en had de bevrijding van het grootste deel van West-Vlaanderen tot doel. Brugge bv. werd bevrijd op 19 oktober 1918. Zoals de bovenstaande tabel van het bevrijdingsoffensief aantoont vielen ook in een periode van 17 dagen meer dan 2150 soldaten aan hun verwondingen (Zwinstreek: 23 doden)..

De derde fase duurde van 31 oktober tot 11 november 1918. De doelstelling was de bevrijding van Oost-Vlaanderen. Ook in deze fase, die duurde tot de wapenstilstand (12 dagen) stierven nog meer dan 750 soldaten aan hun verwondingen (Zwinstreek: 20).

Het bevrijdingsoffensief, dat begon op 28 september 1918 en eindigde bij de wapenstilstand van 11 november 1918 kostte 6520 soldaten de dood (Zwinstreek: 132), 15% van het totaal aantal doden.

De wapens zwegen maar de soldaten bleven sterven

BELGIAN WAR DEAD REGISTER

na wapenstilstand 1918-11-12 t,e,m, 1918-12-31

 

maanden

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

 

50

356

799

1155

23

 

2de helft jaar 1918

maanden

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

juli

31

269

117

386

12

augustus

31

278

160

438

14

september

30

2484

322

2806

94

oktober

31

4058

1000

5058

163

november

30

692

1056

1748

58

december

31

156

326

482

16

totaal

184

7937

2981

10918

59

 

1ste helft jaar 1919

maanden

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

januari

31

139

196

335

11

februari

28

125

346

471

17

maart

31

105

174

279

9

april

30

78

81

159

5

mei

31

76

65

141

5

juni

31

72

59

131

4

totaal

182

595

921

1516

8

 

jaar

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

1919

365

 

 

1879

5,1

1920

366

 

 

95

0,3

1921

365

 

 

37

0,1

1922

365

 

 

22

0,1

 

 ZWINSTREEK

 

na wapenstilstand 1918-11-1

2 t,e,m, 1918-12-31

maand

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

 

50

5

22

27

0,5

 

2de helft jaar 1918

maanden

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

juli

31

6

3

9

0,3

augustus

31

6

8

14

0,5

september

30

73

8

81

2,7

oktober

31

56

24

80

2,6

november

30

18

19

37

1,2

december

31

2

11

13

0,4

totaal

184

161

73

234

1,3


  

1ste helft jaar 1919

maanden

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

januari

31

1

2

3

0,10

februari

28

0

9

9

0,32

maart

31

0

7

7

0,23

april

30

0

1

1

0,03

mei

31

0

2

2

0,06

juni

31

1

1

2

0,06

totaal

182

2

22

24

0,13


 

jaren

aantal

dagen

verwondingen

ziekten

aantal

doden

per dag

1919

365

6

22

28

0,077

1920

366

 

 

3

0,008

1921

365

0

1

1

0,003

1922

365

0

0

0

0,000

 

Vooral in de periode 12 november-december 1918 en de eerste drie maanden van 1919 vielen de meeste slachtoffers, respectievelijk 1155 en 1516 doden. Voor de Zwinstreek bedragen de cijfers 27 en 19.Na 11 november 1918 zijn tot eind 1922 nog meer dan 3100 Belgische soldaten overleden als gevolg van de Groote oorlog. Voor de Zwinstreek tellen we er 59. Als we het uitrekenen tegenover het totaal aantal oorlogsdoden is dat ± 7,5%.

Wat vooral opvalt is de verhouding tussen de dood door ziekten en verwondingen. Tussen 12 november 1918 en 31 maart 1919 overleden ± 64% aan ziekten. De grote boosdoener was de bronchopneumonie, griep en longontsteking ofwel de Spaanse griep[24].

Vele soldaten werden gedurende de periode eind 1918 en 1919 gedemobiliseerd. Zij stapten terug het burgerleven in. Maar nogal wat soldaten namen de gevolgen van de Groote oorlog mee (verminking, gasintoxicatie, verzwakking, longziekten als gevolg van het gebruik chemische wapens, enz.). Heel wat van hen zijn na de oorlog te vroeg gestorven. Hun aantal is onbekend en zou het onderzoeksonderwerp kunnen vormen van een onderbelicht gevolg van de oorlog.

Besluit

De gevechten duurden officieel in het totaal 1561 dagen[25]. De loopgravenoorlog duurde 1427 dagen. In die tijdsspanne vielen 19.607 slachtoffers, ofwel 46% van het totaal aantal doden, met een dodentol van 14 soldaten per dag. Het strijdtoneel buiten de loopgraafgevechten[26] duurde 134 dagen (9% van het totaal aantal dagen oorlog). Er vielen 20.518 doden, ofwel 48% van het totaal aantal doden. Het aantal slachtoffers per dag liep op tot 153.

Ook voor de Zwinstreek is een gelijkaardige tendens waarneembaar. In de loopgraven stierven 374 doden, ofwel 48% van het totaal aantal doden (1 dode in vier dagen). Buiten de loopgraven was dat aantal 334 doden (48%) ofwel ± 2 doden per dag.

Opvallend is ook de meer dan 3000 doden (7%) die stierven na de oorlog, waarvan een groot aantal aan ziekten.

 Voetnoten

[1]    4 jaar, 3 maand en 7 dagen.

[2]     De Vos L., e.a., '14-'18, o.c., pp. 83-489

[3]    2 maanden en 27 dagen

[4]    3 jaar, 8 maanden en 7 dagen

[5]     1 maand en 14 dagen

[6]     De cijfers van het onderzoek moeten enigszins gerelativeerd worden.

Voor wat betreft België zijn de tellingen gebaseerd op de website Belgian War Dead Register (BWDR). De getallen van de oorlogsslachtoffers per dag hebben we genoteerd in een excel- bestand. De bewerking van deze gegevens bepalen onze resultaten. De data zijn vastgelegd in december 2017. De website wordt sedertdien regelmatig bijgewerkt bv. dubbele noteringen worden geschrapt, fouten worden eruit gehaald). Dit kan een invloed hebben op details van het cijfermateriaal maar de trends blijven onverminderd overeind.

De cijfers van ons onderzoeksgebied (de Zwinstreek) vinden hun oorsprong in het tellen van de namen op de verschillende monumenten. Ook hier moeten deze cijfers kritisch bekeken worden, want een klein aantal overleden soldaten staan er om een of ander reden niet op vermeld en zijn dus ook niet meegeteld. Daarnaast staan sommige overleden militairen twee of driemaal op verschillende monumenten vermeld. Uiteraard hebben we deze laatste groep verrekend. De tendens blijft evenwel gelden.

[7]    Website BWDR (Belgian War Dead Register: https://www.wardeadregister.be/nl

[8]    Op 05/08/1914 sneuvelde de 22 jarige Karel Verleye, soldaat milicien uit Sint-Andries, te Barchon (Luik); die elfde dag liet de 24 jarige Hippoliet Van De Waeter, soldaat milicien uit Blankenberge, het leven te Wandre (Luik); op 06/08/1914 sneuvelde de 26 jarige Robert Minnebo, een gehuwde soldaat milicien uit Brugge, te Luik; op 07/08/1914 werd de 25 jarige Karel Rosson, soldaat mlicien uit Lissewege, eveneens te Luik gedood..

[9]     De Gazette van Brugge, d.d. 17/08/1914

[10]   Bij een veldslag of confrontatie moet men er rekening mee houden dat soldaten dagen later konden sterven (in veld- of legerhospitalen), als gevolg van de verwondingen die ze hadden opgelopen. Deze vaststelling maakt het moeilijk om een exacte statistieken op te maken.

[11]   Drie van deze gesneuvelden waren officieren, waaronder de commandant en twee luitenants. De dood van kapitein-commandant Knapen en zijn twee luitenanten, Guillaume Van den Burch en Alexander Halleux veroorzaakten nogal wat ophef in de Brugse pers. Onder ander berichtten de Journal de Bruges, d.d. 15/08/1914 en De Gazette van Brugge, d.d. 17/08/1914) er uitvoerig over.

[12]   Waaronder ook Loksbergen

[13]   Journal de Bruges, 15/08/1914, p. 2. « Dans la bataille qui s'est produite mercredi a Haelen, les Allemands avaient placé des mitrailleuses dans les maisons, ce qui a causé des pertes assez importantes au 4e de ligne ».

[14]   Veel rekruten uit de Zinstreek waren tijdens hun legerdienst gelegerd te Brugge.

[15]   https://www.halen.be/100-jaar-groote-oorlog-1 .html

[16]   DE VOS L., e.a., '14-'18, p. 114.

[17]   Heel wat soldaten staken de grens over van het neutrale Nederland en werden daar geïnterneerd voor de rest van de oorlog.

[18]   De periode tussen 22 oktober en 24 oktober waren zeer dodelijke dagen waren.

[19]   De meeste slachtoffers, afkomstig uit de Zwinstreek vielen in Pervijze (14), Stuivekenskerke (11), Ramskapelle (Nieuwpoort) (5) en de rest was verdeeld over het zich vormend IJzerfront.

[20]   DE VOS L., e.a., ’14-’18, o.c., p. 247.

[21]   https://www.be14-18.be/nl/defensie/loopgraven

[22]   https://www.klm-mra.be/D7t/nl/content/mythes-dodengang: “Velen geloven dat de Dodengang na de oorlog bewaard is gebleven omdat het zogezegd het gevaarlijkste punt was aan het Belgische front. Dagelijks kwamen er tientallen Belgen om het leven. Twee mythes die het Legermuseum nu graag de wereld wil uithelpen.

Dat de Dodengang vandaag nog bestaat heeft meer te maken met een portie geluk dan met zijn specifieke karakter. Na de oorlog besluit het Ministerie van Landsverdediging immers om 25 oorlogssites te bewaren. De Dodengang is er een van. Maar nog voor een toeristische brochure gepubliceerd wordt, is een deel van deze sites al afgebroken door overijverige landbouwers of aannemers. Ook de Dodengang is in 1927 een zelfde lot beschoren, maar de Koninklijke Touring Club van België steekt er een stokje voor. De vereniging roept haar leden op om met giften de bewaring van de Dodengang veilig te stellen. De opgehaalde 100.000 Belgische frank wordt gebruikt om een geplande weg langsheen de IJzer, dwars door de Dodengang, te laten omleiden. De Dodengang is gered. In de loop der jaren maken de overige oorlogssites plaats voor havenuitbreidingen of industriezones. Dankzij zijn unieke ligging, tussen een nieuw aangelegde weg en de IJzerdijk in een landelijk gebied, wordt de Dodengang hiervan gespaard. Vandaag is het de enige overgebleven Belgische oorlogssite in de Westhoek.

Volgens een andere zeer hardnekkige overlevering die blijft standhouden, zouden in deze ene loopgraaf dagelijks tientallen doden zijn gevallen. De loopgraaf zou zijn naam niet gestolen hebben. De Dodengang, de loopgraaf waar soldaten een gewisse dood tegemoet gingen. De mythe van de duizenden Belgische doden van de Dodengang houdt hardnekkig stand. Tot nu.

Het nieuwe microhistorische onderzoek dat het Legermuseum heeft gevoerd, had als doel de geschiedenis van de Dodengang opnieuw te bekijken aan de hand van historische bronnen in verscheidene archieven. Elke oorlogsdag werd uitgeplozen op zoek naar een vermelding van de Dodengang. Dit historische onderzoek bracht een verrassende geschiedenis aan het licht. Zo kon eindelijk een lijst opgesteld worden met het aantal doden. Het gaat niet om duizenden doden zoals steeds wordt aangenomen, maar "slechts" om een 250-tal. Biografische fiches van deze doden zijn via een eenvoudige applicatie te consulteren in het Interpretatiecentrum. De doden van de Dodengang krijgen voor het eerst een naam en een gezicht.

Verder liet het nieuwe onderzoek toe duidelijk uit te maken wat er allemaal gebeurd is in de Dodengang. Van dag tot dag werd een lijst met evenementen opgesteld. Meer dan 1070 gebeurtenissen zijn nu te raadplegen in het Interpretatiecentrum in de applicatie “De Dodengang van dag tot dag”. Deze stelling vraagt naar verder onderzoek.

[23]   Gevechten in de omgeving van Bikschote, Diksmuide, Handzame, Hoogstade, Houthulst, Klerken, Langemark, Merkem, Oostnieuwkerke, Oost-Vleteren, Passendale, Poelkapelle, Staden, Vinkem, Westrozebeke, Zarrren, Zonnebeke.

[24]   De Spaanse griep was een pandemie (besmettelijke griepepidemie) die miljoenen slachtoffers maakte in de wereld, waarbij duizenden in België, vooral tussen september 1918 en maart 1919. In een volgend artikel zullen we deze Spaans griep grondig analyseren.

[25]   4 jaar, 3 maand en 7 dagen.

[26]   Het strijdtoneel buiten de loopgraafgevechten: de bewegingsoorlog en bevrijdingsoorlog te samen.

WO I in de Zwinstreek - België en de Zwinstreek tijdens de Groote Oorlog

Marc De Meester en Eric Huys

Rond de poldertorens
2018
02
046-062
BV
2023-06-19 14:49:21