Knocke - Knokke

Danny Lannoy

Na de 2de Wereldoorlog werd de naam van onze badplaats met dubbele ‘K’ geschreven, volgens de nieuwe spelling, maar lang voorheen was dit ook al een discussiepunt geweest.

In de jaren ’30 bestond er een commissie die zich bezighield met de schrijfwijze van verschillende gemeentenamen. In het Belgisch Staatsblad van 1 december 1930 werd de badstad geciteerd als Knokke, op voorstel van de commissie en gebaseerd op de schrijfwijze in de 18de eeuw, in het bijzonder in de tijd van Keizerin Marie-Theresia. Het Staatsarchief beschikte over een landkaart uit 1715, (Nr. 1391) van het ‘Hazegras’ met de vermelding van Knokke met dubbele k!

De arrondissementscommissaris Coppieters ’t Wallant vroeg de zienswijze van het gemeentebestuur. Het college zat eerder verveeld met deze zaak en contacteerde het Staatsarchief. Conservator C. Van den Haute verklaarde dat dit zijn bevoegdheid niet was maar ‘evenwel schijnt het mij twijfelachtig dat, zoals U zegt, zij zich baseert op de schrijfwijze van de 18de eeuw’. Het archief te Brugge werd geraadpleegd. In een brief van 24 januari 1931 antwoordde conservator Baron Van Zuylen (1) dat een kaart van het Hazegras ‘Cnocke’ vermeldt en dateert van 1755. Andere documenten droegen de benaming ‘Cnocke’ en ‘Knocke’.

Er werd een reeks andere instanties geraadpleegd zoals de Watering Volkaertsgote, de Watering Eijensluis, Groot Reygaersvliet in Brugge, de archieven van de St. Sebastiaansgilde, de Kerkfabriek en de doopregisters en bundels van de burgerlijke stand.

Eugeen Janssens, hotelhouder in Sluis en kaartenverzamelaar, vond op diverse kaarten het toenmalig landbouwdorp als Cnocken, Cnocke, Knock en Knocke. Op een kaart (Tirion) uit 1747 stond ‘Knokke’! Heel wat rekeningen en documenten berustende in de archieven uit 1776-1788 vermelden ‘Knocke’.

Directeur van de Gemeenteschool Gaston Van Steene en directrice Vandermarcke adviseerden de gemeentenaam als ‘Knocke’ te blijven schrijven alsook Joseph Retsin waarnemend schoolhoofd van de wijkschool in de ‘Oosthoek’.

In een brief van 22 december 1932 vroeg het gemeentebestuur aan de minister van Binnenlandse Zaken enige duidelijkheid in deze zaak. Het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen adviseerde dat in de scholen ‘Knokke’ moest geschreven worden. Om de willekeur en verwarring te vermijden diende een standpunt te worden ingenomen. Het departement antwoordde dat de officiële spelling volgens het Belgisch Staatsblad van 12 augustus 1932 moest geschreven worden als ‘Knocke’.

Provinciegouverneur H. Baels (2) liet weten dat het Ministerie van Onderwijs voortaan de gemeente als ‘Knocke’ zou behouden.

In een brief van 22 september 1934 schreef minister Pierlot (4):

‘Het is de zorg voor orde in de bestuurszaken die mij aan dezen regel doet herinneren. Zonder partij te willen kiezen in den strijd tusschen voorstanders der traditioneele spelling en bevorderaars der nieuwe schrijfwijze, kan ik enkel vaststellen dat laatstgenoemde vorm (met kk) niet wettelijk is; bijgevolg kan hij door het Departement dat belast is met het algemeen bestuur van het Rijk, niet voor officieel gehouden worden.

Ik voeg hieraan toe dat er onder hen, die het in overeenstemming brengen van de spelling der gemeentenamen met de huidige spelling van de Nederlandsche taal voorstaan, velen zijn die achten dat de in 1928 door de Commissie voor Toponymie en Dialectologie aangeprezen oplossing dient beschouwd als voorlopig en aan geen van nu af aan vaststaande regelen beantwoordende...’

Ondertussen waren de gemeentebesturen aangeschreven door het provinciaal bestuur met de melding: ‘Het staat de gemeentebesturen vrij, wat hun eigen diensten betreft, de spelling zooals zij voorkomt in de lijst, die verschenen is, in het staatsblad van 12 Augustus 1932 (wet van 22 Juli 1932) te blijven gebruiken’...

De bewuste commissie was in 1926 in het leven geroepen door Minister Camille Huysmans (5). De commissie ging er van uit dat de plaatsnamen moesten gespeld worden in de spelling van de 20ste eeuw.

2020 01 12 1410212020 01 12 141054

Badstad Knocke-aan-zee
(SCHILD)
Ville Balnéaire
Knocke-sur-mer
N° 30.442

Knocke-aan-zee, 13 December 1933.

MM. G. Vansteene - Vandermarcke - Retsin

Schoolhoofden T/S.

Onderstaand schrijven van den Heer Gouverneur der Provincie, in dagteekening 8-12-1933, inzake de spelling van de naam onzer gemeente, voor 't noodige gevolg overgemaakt aan de schoolhoofden der stedelijke onderwijsgestichten:

“Brugge, 8-12-1933.

Aan het Gemeentebestuur van Knocke.-

De Heer Minister van Openbaar Onderwijs verzoekt mij U te laten weten, als gevolg aan uw schrijven van 21 April 1933, dat de naam uwer gemeente voortaan "Knocke" zal geschreven worden in de officieele bescheiden van zijn Departement.

De Gouverneur
get./ H. Baels”

Hoogachtend.
Op bevel:
De Secretaris, Burgemeester & Schepenen,

In een bulletin van 1930 legde Professor H.J. Van de Wijer (6), van de Universiteit in Leuven uit waarom de moderne spelling van de Vlaamse Gemeentenamen noodzakelijk was. Hij was promotor van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie.

Sedert tientallen jaren was er onduidelijkheid en verwarring over bepaalde gemeentenamen. Er bleek zoals reeds vermeld geen eensgezindheid onder de verschillende ministeries. In de loop van de 19de eeuw was er een Centrale Commissie voor Statistiek (1843), een ‘Commission de l’orthographe’ (1886-1895) die ijverde voor een consequente aanpak van de spelling maar zonder al te groot succes.

In 1886 werden onder minister Thonissen (7) de voorstellen voor de moderne spelling ‘onmeedogenloos gekelderd’ door de administratie.

De spelling was een aangelegenheid van taalkundige aard. Vijftig jaar geleden klaagde men dat op 2581 gemeenten er 1733 waren die op verschillende wijze werden gespeld, om nog niet te spreken over de Vlaamse gemeenten die begiftigd waren met zogenaamde Franse benamingen. Er waren ook denkbare spelvormen, g en gh, k, ch en cq, s en z. Enkele voorbeelden waren Edeghem, Santhoven, Zandvoorde, Hoogstaede, Staden, Lillo en Tongerloo, Stabroeck en Assebrouck, Houcke en Poucque.

Aan de voorbereidingen van het huidige voorstel werd medewerking gevraagd aan de Vlaamse ‘Toponymische Vereeniging’, een honderdtal studenten van de Universiteit in Leuven. Documenten werden gegeven door Prof. Dr. E. Blanquaert en Dr. W. Pee, hoofdonderwijzers en pastoors van verschillende gemeenten in Vlaanderen. De tabellen in woordenboeken, o.a. Van Dale uit 1904, werden geraadpleegd en er volgde een contact met het Nederlands Aardrijkskundig Genootschap en P. Lentz voor de naamgeving onder het Frans Bewind.

2020 01 12 141117Van de Wijer was de mening toegedaan dat de Vlaamse gemeenteraadsleden '(...) niet langer die verouderde routine wensen mede te doen en resoluut met hun tijd willen meegaan’.

In zijn besluit schreef hij: ‘De Vlaamsche intellectueele wereld heeft haar mening onbewimpeld te kennen gegeven, wij meenen er te mogen op rekenen dat de regeering aan deze stem gehoor zal geven en niet zal aarzelen de besluiten van onze commissie met haar gezag te bekrachtigen’.

In een brief van 4 november 1937 kreeg de Minister van Binnenlandse Zaken het volgende antwoord van de Kon. Commissie: ‘Ten gerieve van de gemeente Knokke werden bepaalde gedeelten van dit verslag speciaal aangestreept door ons medelid prof. H. J. van de Wijer. Daaruit blijkt ten overvloede dat de gemeente Knokke volkomen verkeerd werd ingelicht door diegenen die haar gezegd zouden hebben dat onze Commissie gesteund heeft op 18e eeuwse spellingen, en dat het ook onjuist is te spreken van vereenvoudigde spelling, waar de Commissie slechts een aanpassing heeft beoogd aan de officiële spelling van De Vries en Te Winkel’.

De Staatsdiensten zouden voortaan de nieuwe spelling moeten volgen, maar verschillende gemeenten weigerden deze te volgen.

Toen men dacht in 1937 dat de discussie voorbij was, had men het mis. Hoofdingenieur E. Claeys van Openbare Werken was de mening toegedaan dat de schrijfwijze ‘Knokke’ diende gevolgd te worden, vastgesteld door de Commissie. Opnieuw diende secretaris Jan Claeys (3) een brief te schrijven met de nodige argumentatie. Het ministerie van Binnenlandse Zaken diende te reageren op de intussen in de krant verschenen artikels over de taalkwestie van bepaalde gemeentenamen. Ondertussen was België verwikkeld geraakt in WO II en werd ons land bezet gebied van Duitsland.

Burgemeester Frans Desmidt (8) diende op 18 april 1941 af te treden en werd raadslid. Florent Leyn werd oorlogsburgemeester (9).

In een schrijven van 26.8.1941 werden alle gemeentelijke diensten ingelicht dat voortaan de nieuwe spellingswijze van de gemeenten diende gevolgd te worden, namelijk Knokke.

De Duitse stempel van de ‘Standortkommandantur’ vermeldde ‘Knokke’;

Rantsoeneringzegels waren afgestempeld met ‘Knokke’, maar de bevolking hield het meestal met ‘Knocke’. Er was dus gedurende de oorlog een gemengd gebruik.

Pas na WO II kwam een bericht van gouverneur Ridder Pierre van Outryve d’Ydewalle (10) dat de vereenvoudigde spelling diende te worden aangenomen volgens de Kon. Com. voor Toponymie en Dialectologie vanaf 15 maart 1946.

Voortaan was het officieel Knokke. 

2020 01 12 141135

Voetnoten

  1. Baron Albert van Zuylen van Nijevelt (1870-1936), historicus en Rijksarchivaris te Brugge. Lid van een adellijke familie, erfelijk opgenomen in de adelstand van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
  2. Gouverneur Henri Baels (Oostende 1878-Knokke 1951) katholiek politicus sedert 1912, Minister van Landbouw 1926-31, Minister van Openbare Werken 1926-1929, Minister van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid van 1929-1931. Dochter Liliane werd de 2de echtgenote van Koning Leopold III.
    Was gouverneur van 1933 tot 1940.
  3. Jan Claeys (1900-1984) gemeentesecretaris van Knokke vanaf 1925 tot 1965.
  4. Minister Hubert Pierlot (1883-1963) politicus uit provincie Luxemburg. Eerste Minister van 1939-45, minister van Binnenlandse Zaken 1934-35, van Landbouw 1936-39, katholiek politicus. Kwam in conflict met de koning nopens de capitulatie. Vluchtte naar Engeland en leidde er de regering in ballingschap.
  5. Minister Camille Huysmans (1871-1968) politiek actief sedert 1908 bij de BWP (Belgische Werkliedenpartij), was 1ste minister 1946-47, Vz. van de Kamer 1936-39, 1954-55.
  6. Professor Hendrik Joseph Van de Wijer (1883-1969) Germanist, hoogleraar aan de universiteit van Leuven, promotor van de nieuwe spelling.
  7. Minister Joseph Thonissen (1816-1891) Limburgs katholiek volksvertegenwoordiger. Minister van Binnenlandse Zaken en Onderwijs in de regering August Beernaert.
  8. Frans Desmidt (Dudzele 22.01.1882) burgemeester van Knokke sedert 1927, werd opgepakt door de Gestapo en weggevoerd naar Buchenwald waar hij in Brunshausen overleed op 25.11.1944. (zie Dirk Degraeve & D. Lannoy, biografie ‘Cnocke is hier’, tijdschrift 36, jaargang 1999).
  9. Florent Leyn woonde in Knokke sedert 1929 en was lid van het VNV, (Vlaamsch Nationaal Verbond) dat pleitte voor een ‘Dietsche’ Volkstaat. In 1933 was deze groep opgericht als reactie op de verdeeldheid binnen de regionale Vlaamse partijen. Hij bekleedde dit ambt tot september 1944.
  10. Gouverneur Ridder Pierre van Outryve d’Ydewalle (1912-1997) dienstdoend gouverneur van West-Vlaanderen 1944, definitief in december 1945. In 1937 kabinetsmedewerker bij Pierlot, secretaris van de ministerraad. Gedurende WOII was hij bij het Verzet- en Inlichtingsdienst.

Bibliografie

  • Gemeentelijk Archief Knokke-Heist: Schrijfwijze Knocke 1931-1941, bundel nr. 501.41
  • F. Devinck, D. Lannoy, Keltische oorsprong in een Germaans daglicht gesteld, ‘Cnocke is hier’, tijdschrift 46a, jg. 2009.
  • H.J. Van De Wijer, Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie IV, 1930.
  • H.J. Van De Wijer, Voor de moderne spelling van onze Vlaamsche gemeentenamen, Kon. Com. Top. & Dial., 1931.

Knocke - Knokke

Danny Lannoy

Cnocke is Hier
2015
52a
008-012
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:49:21