Lissewege opgeschrikt door passioneel drama (2 sept. 1891)

Geert Tavernier

Het echtpaar Henri Pickavet - Rosalie Dezutter[1] baatte een herberg “Het Slachthuis” uit in de dorpskern van Lissewege, aan de Lisseweegse Watergang. Dit was in de onmiddellijke omgeving van het Brugje over de Lisseweegse Watergang, met aan de ene kant de Stationsstraat, en aan de andere kant de Walram Romboudtstraat.

rdp201702p046 054 page9 image2rdp201702p046 054 page9 image1De feiten speelden zich af nabij het brugje aan de Stationsstraat over het Lisseweegs Vaartje

In de zomer van 1891 ging het echtpaar Pickavet - Dezutter bijna dagelijks met koopwaren naar Blankenberge. Daarbij vertrokken ze ’s morgens rond 5.30 u met een hondenkar, en rond 10.30 a 11.00 u in de voormiddag waren ze dan terug thuis. Tijdens hun afwezigheid lieten ze de zorg voor de herberg over aan hun meid Sylvie Knudde[2]. Zij werkte daar sedert ongeveer oktober 1890.

Louis Dezutter[3], een jongere broer van Rosalie, was sedert ongeveer eind 1890 - begin 1891 verliefd op Sylvie Knudde. Hij zocht haar herhaaldelijk op, en maakte van iedere gelegenheid gebruik om haar zijn liefde te verklaren. Louis en Sylvie waren wel eens twee uur samen geweest op de afgelopen kermis, maar toch wees ze hem telkens af. Ze had geen zin om met Louis te verkeren, en bovendien verzette haar moeder zich hiertegen omdat ze te jong was. Desondanks bleef Louis haar vragen om met hem te verkeren, vooral ook als zijn zuster en schoonbroer afwezig waren. Op vraag van Sylvie Knudde sprak Rosalie Dezutter dan ook op maandag 31 augustus 1891 haar broer aan met de vraag om niet meer zo vaak langs te komen, vooral als de meid alleen in de herberg was. Dit gebeurde in aanwezigheid van hun broer Charles Dezutter[4]. Louis had hier toen niets op gezegd.

rdp201702p046 054 page9 image3Vervoer van koopwaren met een hondenspan

Louis Dezutter was die zomer aan het werk in Klemskerke, maar op het moment van de feiten lag het werk daar enkele dagen stil, waardoor hij thuis was.

Diezelfde 31 augustus verliet Louis het ouderlijk huis (in de omgeving van de kerk van Lissewege). Hij zei tegen zijn vader dat hij werk ging zoeken in Klemskerke. Eigenlijk ging hij naar Brugge, waar hij bij een wapenhandelaar een revolver (draaipistool) kocht. De draaitrommel bood plaats aan zes kogels (kardoezen). Louis verklaarde achteraf het wapen gekocht te hebben om zichzelf te verdedigen als hij van zijn werk te Klemskerke kwam. Tegen zijn vader had hij gelogen omdat hij niet wou dat zijn vader van het wapen afwist.

Woensdagmorgen 2 september rond 9.30 was het echtpaar Pickavet-Dezutter opnieuw afwezig. Dit zal Louis Dezutter niet ontgaan zijn. Sylvie Knudde was alleen. Ze schilde op dat moment aardappelen in de achterkeuken. Louis ging de woning van zijn schoonbroer en zuster binnen en vroeg Sylvie of hij de hooivork van zijn schoonbroer mocht lenen. Hij zei die nodig te hebben om de tarwe van zijn broer binnen te halen. Ze stapte naar de binnenplaats (koer) waar ze uit een hok de hooivork haalde. Ze gaf ze aan Louis, die haar gevolgd was. Hij zette ze terug tegen de muur, zeggend dat hij ze niet onmiddellijk nodig had en er ’s namiddags om zou komen. Ze gingen dan naar de gelagzaal (schenkplaats) waar hij een glas bier vroeg. Ze schonk hem een glas, waarop ze zich onmiddellijk verwijderde. Ze wou op de binnenplaats een ui pellen, niet omdat ze echt een ui nodig had, maar om niet bij hem te moeten blijven. Hierop riep hij haar terug, zeggend dat hij wou betalen, en overhandigde haar een 2-frankstuk. Ze boog zich om uit de tafellade het nodige wisselgeld te halen. Terwijl ze dit deed was Louis genaderd tot aan de spoelbak, en terwijl ze boog om het wisselgeld (kluiten) te zoeken, schoot hij van op een halve meter afstand op haar met zijn pistool. Hij raakte haar aan het hoofd. Ze had niet gemerkt dat hij op haar schoot, laat staan dat hij een vuurwapen bij had. Verschrikt riep ze en greep met haar rechterhand naar haar hoofd, waarop een tweede schot haar raakte aan deze rechterhand. Ze vluchtte naar buiten, en terwijl ze liep vuurde Louis de resterende vier kogels op haar af, waarvan er een haar kwetste aan de linkerschouder. Onderweg verloor ze bloed, was uitzinnig van de schrik, en liep tot aan de slagboom (bareel) van de weide naast het huis van Justina Van Cauwenberghe[5]. Van Cauwenberghe kwam daar juist aangelopen en liet het slachtoffer binnen in haar huis, verzorgde haar wonden, en stopte haar in bed. Het slachtoffer was ervan overtuigd dat Louis Dezutter haar wilde vermoorden uit jaloezie omdat ze hem steeds afwees [“Ik heb altijd geweigerd omdat ik geene goeste heb voor dien jongen en omdat ik nog veel te jong ben. Mijne ouders hadden mij het ook voor deze laatste reden verboon’’].

rdp201702p046 054 page9 image4Vluchtige schets van de delictplaats

Op de dag van de feiten had Louis het slachtoffer niet meer aangesproken over zijn verliefdheid. Ze verklaarde dat hij evenmin dreigementen of dergelijke geuit had.

Sylvie Knudde bleek uiteindelijk niet ernstig gewond. Ze verloor wat bloed, en hield er een kneuzing aan de schedel aan over. De wonde aan de buitenkant van haar rechterhand was ongeveer 2 op 0,5 cm groot en een halve cm diep. De wonde aan het hoofd, boven het rechteroog, was ongeveer even groot en leek niet zo diep te zijn.

rdp201702p046 054 page9 image5Schets van de vluchtweg van het slachtoffer

Justina Van Cauwenberghe keerde op het moment van feiten van haar land terug naar huis. Ze bevond zich op 100 meter van haar huis, rechtover de school, toen ze de schoten hoorde. Daarna hoorde ze het slachtoffer “Help, help!” roepen, en aan de weidebareel naast haar huis stond het slachtoffer met bebloed gezicht.

Onmiddellijk na de schietpartij en de vlucht van het slachtoffer ging Louis Dezutter terug naar binnen. Van de keukentafel nam hij een broodmes, ging ermee voor de spiegel staan, en sneed zichzelf in de keel.

Justina Storme[6] was een van de eerste getuigen. Ze zat in haar herberg te naaien toen ze de schoten hoorde. Door het raam zag ze het slachtoffer vluchten. Hierop liep ze naar de plaats van het drama. Ondertussen was daar ook Stephanie Dezutter[7] toegesneld. Ze gingen samen binnen, en Stephanie Dezutter begon plots te roepen: “Louis, Louis. Hij leeft nog!’’. Ze dachten in eerste instantie aan een ongeluk. De trap van de achterkamer was met bloed besmeurd. Stephanie ging de trap op en vond haar broer op de vloer van de hoogkamer met een gapende wond aan de hals. Storme, die naar eigen zeggen minder nieuwsgierig was, ging dadelijk de pastoor verwittigen. Stephanie Dezutter waste zijn wonde en riep de buren ter hulp. Hij werd er in bed gestopt.

Veldwachter Karel Eeckhout van Lissewege nam de revolver in beslag. Hij stelde vast dat er zes lege hulzen in zaten die recent afgevuurd leken. Hij verwittigde dadelijk per telegram de Rijkswacht te Blankenberge. De rijkswachters kwamen dezelfde dag Louis Dezutter verhoren. Hij kon hen niet te woord staan. Dr. Alfons Debrauwer uit Dudzele bevestigde hen dat hij levensgevaarlijk gewond was aan de hals. Op de vraag van de gendarmen of hij op Sylvie Knudde geschoten had, haalde hij de schouders op. Op de vraag hoelang hij het vuurwapen al had, stak hij drie vingers op, waarop hij met gebaren aangaf te willen schrijven. Hierop gaf een gendarme hem zijn zakboekje en potlood. Hij schreef: “Hij was geladen (den revolver) met 6 scheuten. Het was maandag avond als ik hem gekocht heb in Brugge (bij de wwe Paerdaens ....) om bij mij te dragen als wanneer ik van Clemskerke kwam of natoe ging, door weiden, straten. Maar nu was ik per ongeluk bij mijn verstand niet paddan paddan ...”. Verder gaf hij met gebaren te kennen dat hij wou zelfmoord plegen door zich met het broodmes de keel over te snijden.

rdp201702p046 054 page9 image6Het telegram waarmee de Rijkswacht verwittigd werd van het drama

Aangezien de levensgevaarlijk gewonde Louis Dezutter niet kon vervoerd worden, werd hij voorlopig ter plaatse bewaakt door de politie van Lissewege.

Twee dagen na de feiten ligt Louis nog te steeds te bed bij zijn zuster en schoonbroer. Die dag verklaart hij aan onderzoeksrechter Mauritz Fraeys, nadat die hem enkele malen de vraag stelde waarom hij geschoten had: “Ik weet zelfs niet dat ik op Sylvie Knudde geschoten heb.

Het is waar dat ik aan Sylvie Knudde verscheidene keeren gevraagd heb van met haar te vrijen en dat deze mij telkenmaal gezegd heeft dat zij te jong was.

Ik moet bekennen dat ik mij maandag lest’s namiddags te Brugge begeven heb om eenen revolver te koopen. Ik heb dezen revolver gekocht om tot mijne verdediging te dienen indien ik zou aangevallen geweest zijn wanneer ik den zaterdag avond van Clemskerke, waar ik werke, naar huis kwam. Ik heb ook eene dozijn geladenen kardoezen gekocht. Ik weet niet waar de andere geladenen kardoezen zich bevinden. (...)rdp201702p046 054 page9 image8

rdp201702p046 054 page9 image7

 

Ik ben hier woensdag morgend gekomen om de vork van mijnen schoonbroeder te halen. Mijn broeder Charles had mij daarmede niet gelast, maar hij had mij gevraagd hem dien dag te helpen om zijne tarwe in te halen. Gelijk ik geene vork had, ben ik deze van mijnen schoonbroer gaan vragen.

Ik wist niet wat ik deed als ik mij de keel, woensdag voornoen lest, heb willen afsnijden bij middel van het broodmes van Pickavet. Ik had dit mes op de tafel, staande in de keuken, gevonden.”.

Hierop toont de onderzoeksrechter hem een stuk van een krant waarop hij het volgende in potlood had geschreven: “Ik wenste dat ik mochte van de wereld scheiden. Ik moet nog 19 kluiten hebben van Rosalie van 2 frs. dat ik ...”, waarop hij repliceert: “Dit is door mij geschreven. Ik weet niet wanneer ik dit geschreven heb." Dit leek dus op een afscheidsbrief van iemand met zelfmoordplannen.

rdp201702p046 054 page9 image9De inbeslaggenomen krant met op blz. 2: “Ik wenste dat ik mochte van de wereld scheiden. ...”

Hij bleef ontkennen dat hij het slachtoffer wou doden. Hij hield vol niet te weten waarom hij geschoten had.

Charles Dezutter bevestigde dat hij zijn broer Louis verzocht had zijn tarwe binnen te halen.

Verschillende getuigen bevestigden dat Louis wou verkeren met Sylvie Knudde, maar dat haar moeder zich hiertegen verzette.

Juliette Cammaert[8] verklaarde dat ze op 31 augustus de revolver en een aantal patronen verkocht had aan betrokkene. De revolver had 5 frank gekost.

Louis Dezutter was voordien nooit met het gerecht in aanraking gekomen. Politieofficier J. Dhondt van Lissewege omschreef hem als “zeer goed van gedrag en faam”.

De wetsdokter en wapenverkoper die de zaak onderzochten oordeelden dat Louis Dezutter geschoten had met de bedoeling het slachtoffer te doden. Hij werd dan ook aangehouden op 7 september en vervolgd voor poging tot opzettelijke doodslag (d.i. moord).

De zaak werd op 11 november 1891 behandeld door het Assisenhof, waar hij vrijgesproken werd. Het Burgerwelzijn van zaterdag 14 nov. is karig met info over het verloop van het proces en de precieze argumentatie op basis waarvan hij vrijgesproken werd: “De genaamde Louis De Zutter, (...) is woensdag, na eene merkweerdige pleitrede van meester Karel De Poortere, vrijgesproken”.[9]

We kunnen aannemen dat zijn advocaat erin slaagde de jury te overtuigen dat Dezutter gehandeld had in een soort opwelling van zinsverbijstering. Dat de beschuldigde geen strafblad had en goed aangeschreven stond zal ook wel een rol gespeeld hebben, alsook het feit dat het slachtoffer snel hersteld was van de verwondingen.

Of het slachtoffer tevreden was met dit oordeel is een andere vraag ...

rdp201702p046 054 page9 image10Het lijkt vrij snel goed gekomen te zijn met Louis Dezutter. Op 26 oktober 1892 huwde hij te Ruddervoorde met de een jaar jongere Marie Theresia Pollefliet (kleermaakster uit Ruddervoorde). Ze vestigden zich eerst in Ruddervoorde waar van hen kinderen geboren werden in 1893, 1894 en 1896. Daarna trokken ze naar Lissewege, waar kinderen geboren werden in 1898, 1899, 1900 en 1901. Lodewijk overleed op 08-05­1920 te Lissewege, op 54-jarige leeftijd.

Sylvie Knudde huwde op 12 juni 1900 te Uitkerke, op 25-jarige leeftijd, met de een jaar jongere Henri Van Eeghem (metselaar, wonend te Brugge). Zij vestigden zich in Brugge, waar van hen kinderen geboren werden in 1901 en 1903. Zij overleed op 06-09-1950 te Oostkamp op 75-jarige leeftijd.

rdp201702p046 054 page9 image11

 

Voetnoten

[1]  Dezutter Rosalie, 38 jaar, echtgenote van Henri Pyckavet, herbergierster en koopvrouw.

[2]  Knudde Sylvie, dochter van wijlen Jacobus & Croes Maria, geboren te Uitkerke, 17 jaar. Haar moeder woonde in de dorpskern van Uitkerke.

[3]  Dezutter Louis, zoon van Romanus & Dusoir Rosalie, ° 19-02-1866 te Lissewege, 25 jaar, metselaar, wonend bij zijn ouders te Lissewege. Zijn signalement: 1,660 meter lang, bruin haar en bruine wenkbrauwen, gewoon voorhoofd, blauwe ogen, kleine neus, gewone mond, ronde kin en ovaal aangezicht.

[4]  Dezutter Charles, 27 jaar, metselaar, wonend te Lissewege, gehuwd met Pintelon Virginie.

[5]  Van Cauwenberghe Justina, echtgenote van Joseph Brouns, huishoudster te Lissewege.

[6]  Storme Justina, 35 jaar, echtgenote van Vande Pitte herbergierster te Lissewege.

[7]  Dezutter Stephanie; 36 jaar, echtgenote van De Budt Pieter, zuster van Dezutter Louis.

[8]  Cammaert Juliette, weduwe van Pardaens Jules, 45 jaar, wapenmaakster te Brugge.

[9]  Rijksarchief Brugge, Archief van het Hof van Assisen van West-Vlaanderen en rechtsvoorgangers (1796-1960), doos 748, dossier nr. 13. Enkele foto’s van stukken uit dit dossier werden hier opgenomen met toestemming van het Rijksarchief Brugge. In het Burgerwelzijn is de berichtgeving over de zaak te volgen. De bidprentjes komen uit het documentatiecentrum van Familiekunde Vlaanderen te Oostende.

Lissewege opgeschrikt door passioneel drama (2 sept. 1891)

Geert Tavernier

Rond de poldertorens
2017
02
046-054
BV
2023-06-19 14:48:19