Op bezoek bij gepensioneerd landbouwer André Desmedt

Het oudste stukje Heist situeert zich op de lichte verhevenheid waar nu nog het Boerenhof staat met ernaast de vroegere pastorie en De Krinkel waar vroeger het eerste kerkje met er rond het kerkhof stond en dan over de Heistlaan de boerderij van André Desmedt.

Via via had ik vernomen dat de familie in het bezit is van een oud en zeldzaam document met de boekhouding van het bedrijf van 1765 tot ongeveer 1900. Iets waar wijlen Maurits Coornaert in de reeks Rond de Poldertoren van de heemkring Sint Guthago ook al aandacht aan besteedde.

Met dit handschrift hebben we een overzicht door de jaren heen van de bijzonderste handelsactiviteiten op de boerderij, zeg maar kopen en verkopen.

Hoewel moeilijk te achterhalen waar de percelen allemaal gelegen waren, vinden we toch een paar keer een opsomming van de landerijen en percelen toebehorend aan het landbouwbedrijf. En zo leren wij een aantal interessante benamingen en verwijzingen kennen:

  • De Papenbilck wat eigenlijk een perceel is toebehorend aan de pastorie van Heist Den dyc dat verwijst naar de Evendijk en eigendom was van Simon Schoutteeten, burgemeester van Heist van 1829 tot 1854.

Verder worden vermeld: het land van de burgemeester, het land van de wagenmaker, het land van Tomas, ‘t land van Stie, in de Panne, de gemeten langs de kalseyde, het busstuk...

Er wordt verondersteld dat de boerderij ongeveer een totale oppervlakte had van 50 gemeten waarvan ongeveer 1/3 bewerkt (bezaaid met tarwe). De rest was graas- en hooiland..

Immers de boerderij bezat een grote kudde schapen. De grootte van de kudde kunnen we achterhalen voor onder meer de vermelding van het aantal verkochte schapenvellen per jaar en dat schommelde toch tussen de 140 en 180.

Net zoals overal in onze contreien komen er na 1850 steeds meer runderen, hoewel er toch tot 1940 op de boerderij schapen aanwezig waren.

De eerste pachter blijkt boer Gillis Terrasse te zijn en dit zeker van 1765 tot 1782.

In 1801 start de generatie de Smedt met François die gehuwd was met Maria Benthein.

2018 11 29 121800Zicht op de boerderij voor de heraanleg van de Heistlaan met centraal het rossenkot

 In 1813 wordt vermeld dat Frans de Smidt (let op de verschillende schrijfwijzen van de familienaam) per 1 januari Sint Antoniusmeester is geworden. Hij is de vertegenwoordiger van de confrérie van Sint Antonius Abt die de giften in natura in ontvangst mocht nemen om die dan later openbaar te verkopen.

De opbrengst was niet voor de armen maar om H. Missen de celebreren.

Hij bleef dit zeker tot 1823. In 1834 komt een zekere J. de Smidt en die start met een inventaris van het bedrijf. De boer noteert ook allerhande herstellingen (bijvoorbeeld aan de schuur) maar ook de hoeveelheden graan, gerst en haver. In 1847 vermeldt hij alle percelen met de oppervlakte.

Vanaf 1849 wordt de boer ook lid van de Armendis (later C.O.O. en O.C.M.W.)

We lezen ook dat halfweg de 19de eeuw (1863) de traditionele bemesting (mest en aal) aangevuld wordt door guano uit Chili (gedroogde uitwerpselen van zeevogels).

2018 11 29 121832Het inmiddels afgebroken rossenkot (toestand 1960)

De rosmolen bestond uit een achthoekig gebouwtje met een binnendiameter van 5,20m en een hoogte van 2,50m. De muren waren anderhalve steen dik. Het kot, dat afgebroken werd in 1963, werd afgedekt met stro.

Om te besluiten nog een leuk detail:

In 1850 moeten de Heistse vissers enorm veel sprot gevangen hebben, want de boer heeft het in zijn geschrift over de wonderbaarlijke visvangst van schaérdyn... Schaérdeyn gevangen te Heyst, zes weken lang dry maal daegs geten bukvul!!!

 Bronnen:

  • Handschrift in bezit André Desmedt
  • De boekhouding van een Heistse boer uit de 18de-19de eeuw door lic. Maurits Coornaert

Op bezoek bij gepensioneerd landbouwer André Desmedt

Redactie

Heyst Leeft
2013
04
009-010
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:48:19