Verslagen & Mededelingen
Opgravingen in het Hoogkoor van de O. L.- Vrouwkerk te Brugge

A.K.

Onze vergadering van 20 april 1980.

Een goede 40 leden kwamen bijeen in het zaaltje naast de St. Margaretakerk te Knokke, om er lic. Hubert De Witte, stadsarcheoloog van Brugge, te horen spreken over de belangrijke opgravingen die onder zijn leiding werden doorgevoerd in de O.-L.-Vrouwkerk te Brugge.

Aan de hand van een serie van meer dan 200 dia’s van schitterende kwaliteit, konden we de evolutie meemaken van enkele opzienbarende ontdekkingen uit de periode van de hoge middeleeuwen, die zo belangrijk zijn geweest voor het Graafschap Vlaanderen en voor Bourgondië, en waarbij Brugge wellicht zijn grootste praal bereikt heeft.

Inderdaad alles is gestart met de beslissing van de kerkfabriek om de praalgraven van Maria van Bourgondië en van haar vader Karel de Stoute, thans in een zijkapel (de z.g. Lankhalskapel), terug te plaatsen in het hoogkoor, waar ze oorspronkelijk, en dit gedurende eeuwen, gestaan hadden.

De aannemer moest voor de verplaatsing enige fondamenten plaatsen en bij het wegnemen van de bevloering voor het hoofdaltaar, kwam men bijna dadelijk op een gemetseld graf, dat men vermoedde het graf te zijn van Maria van Bourgondië. De dienst archeologie van de stad Brugge werd verwittigd en bij de verdere opzoekingen kwam men om de haverklap van de ene ontdekking op de andere. Een schat van historische gegevens kwam er aan het licht; teruggaande op een periode die de Bougondische zelf ver voorafgaat.

We kunnen in dit korte verslag niet de ganse geschiedenis der opgravingen uiteenzetten. Er zijn ten andere uitstekende artikelen verschenen in de pers en eerstdaags verschijnt ook een boek over de opgravingen. Vermelden we alleen dat onze leden vandaag talrijke details hebben kunnen bekijken en dit gecommentarieerd door een eerste klasse deskundige. Het was voor ons allen een werkelijke openbaring, want al deze details zullen later, wanneer een gedeelte van de opgravingen voor het publiek zullen opengesteld worden, toch niet meer zo goed kunnen bekeken worden, als dit heden het geval was.

Het graf van Maria van Bourgondië (want dat het wel degelijk dat was van de jonggestorven hertogin, is thans onomstotelijk bewezen), dateert van het einde van de 15e eeuw; maar er naast of er onder liggen talrijke graven van veel vroeger. Vermelden we slechts dat van Petrus Calf (1280), en van Nikolaas Van der Steen (1339). Maar op hun beurt liggen weeral andere graven hieronder: feit dat de grafmakers van de 13e eeuw niet geweten hebben. Gaat men hier terug tot de 11e of zelfs tot de 10e eeuw? In elk geval stond reeds een romaanse kerk op de plaats waar later de Gothische O.-L.-Vrouwkerk zou verrijzen. Maar andere problemen, namelijk die van het gevaar van verzwakking der fondamenten van de kerk, en ook financiële, beletten de opgravingen verder door te zetten in de diepte en in de breedte. Daarom heeft men beslist er voorlopig een punt achter te zetten.

De meeste graven vertonen op de bepleistering van de binnenwanden prachtige fresco’s, naar de gewoonte van die tijd (zie ook Aardenburg, Hanekenswerve, e.a.)

Voorzitter René De Keyser bedankte de spreker voor zijn zeer interessante uiteenzetting. En hij betrok in zijn dank ook ons medelid Antoon Ghekiere, voorzitter van de Culturele raad van Knokke, die niet alleen zijn speciale projector ter beschikking stelde (de dia's waren 6x6), maar bovendien geduldig alle dia’s projecteerde.

A.K. 22/4/80

2021 03 09 095103Calvarie; wandschildering in het graf van proost Petrus Calf (1295) Brugge: Onze Lieve Vrouwkerk.

Verslagen & Mededelingen - 4. Opgravingen in het Hoogkoor van de O. L.- Vrouwkerk te Brugge

A.K.

Rond de poldertorens
1980
02
096-098
Chantal Dhondt
2023-06-19 15:26:46