Nog niet correct verwerkt - Zie het oorspronkelijk artikel in PDF formaat (Link hierboven)

Een Molenaarsfamilie Vandepitte en verwanten
1 . De Generatie III

Germain Vandepitte

16. Heynderyck Vandepitte + Aartrijke 16.6.1687

x Torhout 10.10. 1649 Maria Vandenberghe + Torhout 17.3.7669 xx Kortemark 19.2.1673 Maria De Poortere •Kinderen 1e huwelijk:

• Maria

0 Torhout ° 12.2.1652         + Houiave 11.1.1681

x Snellegem 1670 Verburgh Ludovicus

xx~Torhout30.12.1679 Van Parijs Egidius (Gillis)

1. Petrus Daniel Molenaar te Stalhille

0 Torhout 22.9.1652           + Stalhille 1693

x Stalhille 10.1.1680 Durooy Adriana (Deroy - Deroo

later hertr. met Moret Andries

0 Jabbeke 6.1.1675

• Petronella 0 Jabbeke 9.4.1677
• Dionisius (Denies) Molenaar te Eesen, Leke?, Gits.

0 Zuienkerke 19.12.1679       + Gits 5.2.1732

x Verhamme Petronelle         + Eesen 12.2.1711

xx Malleux Petronelle

xxx Gits 18.7.1721 De Duvere Maria (Wed. Vercamere Anth.) III. 12. Paschasia 0 Aartrijke 21.8.1682

0000

III.1. Maria Vandepitte, In eerste huwelijk met Louis Verburgh

Deze Louis was molenaar te Houtave, zo leert ons de staat van Jan- neken Van Doome haar aangetrouwde tante, waar Louis genoemd wordt als in het krijt staande. Louis had een prijzie van de draaiende werken van zijn molen laten doen door zijn 00m Louis gehuwd met Jan- neken Van Doorne. Ha het overlijden van Louis trouwde Mai’ia Vande­pitte met Gillis Van Parijs. Op 30.12.1679 werd te Houtave een huwelijkskontrakt opgemaakt. Gillis was 22 jaar en Maria was er 27.

III.2.A. Petrus Daniel Vandepitte: Petrus krijgt de letter A omdat hij en zijn afstammelingen zowat een aparte tak vormen, die we hierna zullen behandelen. Het erfdeel dat Petrus was toegekomen langs zijn moeder Maeyken Vandenberghe, een aandeel in de Hellemo- len, had Petrus verkocht aan zijn vader Hendrik. Toen en Hendrik en Petrus gestorven waren, kwam Adriane Durooy terug in het bezit van 1/10e deel van de molen.

Zelf was Petrus 00k molenaar te Stalhille. Tijdens zijn huwelijk met Adriane Durooy, dochter van Joos, kocht Petrus van zijn schoon- broer Jan van Loo, het vierde part en deel (dat gemeen was en onver- deeld) in de korenwindmolen die hij bemaalde te Stalhille, gelegen zuid van de kerk. Daarmee 00k het vierde part van het bijbehorende huis, ovenkot en andere gebouwen. Over haar vadersdeel kwam Adriane eveneens een vierd part toe, terwijl de andere twee vierden toebe- hoorden aan Mary Oath. Goosens, de weduwe van Joos Durooy, haar moeder.

Deze molen was belast met twee renten:

- een rente van 6 ponden gr. sjaars "croiseerende den pennmck 16" die toekwam aan de heer Pieter Dilrus Heere van Nyenkerke, met als vervaldag 7 mei van elk jaar;

- een rente van 3-2-6 pd gr ook tegen de rentevoet van de 16e pen­ning, die behoorde aan de freer Jacques Joos Joachim; vervaldag 17 september„

Voor de traditionele belasting op de wind was men ieder jaar een half hoetterwe schuldig aan de grafelijke spijker te Brugge.

Toen Pieter kwam te sterven, bleven er drie kinderen achter: Pieternelle 11 jaar, Pieter 9 .jaar en Lauwreys (Laurentius) 3 jaar.

De voogden w.aren Jacob Vandepitte en Jan Van Loo, beiden ooms van de kinderen.

Bij de dood van hun "zuster Anna (ill.7) deelden Pieter (ill.2.A) en de andere kindren van fraar deel in de Hellemolen.

OnderwijI had Pietrus ook nog aandelen verkocht van de Helle­molen aan zijn broeder Mariijn (III.6.C) die toen deze molen scheen te bezetten. (RAB, Br. Vrije, 1e reeks nr 6866)

• Bo Jacobus: wordt hierna afzonderlijk onder de loep ge- nomen, samen met zijn afstammelingen. Dat noemen wij Tak B.
• Jan: Hoe eigenaardig ook, we zijn er tot nu toe niet in geslaagd deze Jan te identificieren; en dus evenmin zijn nakroost. Vermits hij erfgenaam was in 1687, en op dat ogenblilc reeds op huwbare leeftijd, is het hoogstwaarschijnlijk dat er geen nako- melingen zijn.
• Co Marinas: Ook voor Marinus beschikten we eerst over heel weinig. Pieter verkocht aandelen van de Hellemolen aan Marijn, is een. Ten tweede, in een staat van goed uit 1773, ook van een Ma­rijn, lezen we dat de overledene recht had op het 5de deel van de Hellemolen te Kortemark. Nu zou het wel onberekenbaar toeval zijn, moest dit deel in de handen van een andere familie Vandepitte zijn terechtgekomen. Dus hoopten we eens de kloof te kunnen overbruggen.

Toen ons artikel af was en op publikatie wachtte, kwamen we in het bezit van een reeks inlichtingen die we verder afzonderlijk behandelen, als zijnde die van Tak C.

• Anna: is op zeventien jarige leeftijd overleclen. De broers en zusters waren erfgenamen van haar aandeel in de Hellemolen, aandeel dat geldelijk werd vereffend bij de dood van Heynderyck.
• Cathelijne: is ons pas bekend uit de staat van goed van Heynderyck, haar vader.

III.It.D. Dionisius: Denijs kwam te Zuienkerke ter wereld, maar zijn trekkersbloed schijnt hij te hebben geërfd van zijn vader.

Toen hij kwam te rusten op het kerkhof van Gits, schijnt hij vooraf heel wat baan te hebben afgelegd. Hij maalt op de Grijsperremolen te Gits (1).

Waar hij voor de eerste keer aan banden werd gelegd, weten we niet; maar het was Petronella Verhamme die daarin slaagde. In Esen vinden we op 25.3.1709 de geboorte van een dochter, Johanna Theresia. Ook een inschrijving inde tafels betreffende een overlijden: heel waarschijnlijk hier deze van Petronella, maar er staat geen datum noch enige vermelding.

Toen Dionisius of kortweg Denijs Vandepitte te Gits overleed, liet hij Maria De Duvere voor de tweede keer in haar leven achter als weduwe, daar ze tevoren getrouwd was geweest met Anthone Vercamere. Maar tenslotte bleef hij met zijn drie huwelijken toch de meerdere, want tussenin was hij nog gehuwd met Petronelle Malleux of Halleux. Met dat al had hij drie dochters bij zijn overlijden: Joanna "haerselfs" en Anna Theresia 12 jaar uit het eerste huwelijk met Petronelle Verhamme; en Anna, dochter uit zijn derde huwelijk met Pieternelle Alleux. Als voogd werd genoemd Marijn Vandepitte, oom van de wezen.

x *

Hierna behandelen we achtereenvolgens de Tak A, d.i. Petrus'Daniel Vandepitte en zijn nakomelingeh; de TaK C, d.i. Marijn Vandepitte’en zijn nakome- lingen; en tenslotte Tak B, d.i. Jacobus Vandepitte en zijn afstammelingen (die we voor het laatst nemen en verschuiven naar het volgende nummer van Rond de Poldertorens omdat het tamelijk uitgebreid is).

1. A. T. van Biervliet o.s.b.: De Windmolens van Gits; overdruk uit Rollariencia 1975.