Van Heksen en de Boze Vijand
Aernoudine Vande Raede - 1629

Germain Vandepitte

Aernoudine Vande Raede werd te Dudzele geboren omstreeks 1565 als dochter van Govaert. Ze huwde Pieter (H)Emmens, woonde een twintigtal jaren op Vlissegem voor ze zich in 1622 of 1623 te Brugge kwam vestigen.

Kinderen kreeg ze genoeg, want ze zette er elf op de wereld; maar het waren geen blijvers. Slechts één bleef in het leven en die werd in zijn achtste jaar nog gebrekkig ook, lam noemde men het. Vader Pieter overleed in 1627 en zo bleef Aernoudine achter met hare gebrekkige zoon Gillis, waarvoor ze de zorg had.

Moeder en zoon werden in september van het jaar 1629 opgepakt en in de gevangenis gestopt wegens aanklacht van toverij. Op de 17e september verschenen beiden in de Kamer.

Daar verklaarde het vrouwtje dat ze de kost won met spinnen en tussen de bedrijven door ook dienst deed als vroedvrouw. Zo had ze laatst nog twee soldatenvrouwen bijgestaan, die woonden nabij de Poermolen. De kinderen werden gedoopt in de O.-L.-Vrouwkerk. Verder had ze ook een of twee kinderbedden verzorgd bij de vrouw van Aernoud Scockaert; die kinderen werden gekerstend in de St.-Jacobskerk.

Van Vlissegem was ze hier komen wonen ten huize van Aernoud Scockaert in de Ezelstrate. Verder had ze nog gewoond in het "Blockstraetkin" bij Jan Muyshondt en op St.-Gillis in "'t cromme Gendthof". Tegenwoordig woonde ze achter "de Frerenmuer" (1).

Twee jaar geleden was haar man gestorven op "Nieuweghe" (2) toen hij van Nieuwpoort kwam. Hij geneerde zich met de tiendepachten.

Wat was er nu van haar kunst om kinderen en andere personen te kunnen ziek maken? - Aernoudine, ' t menske, ontkende daarvan iets af te weten of dat te kunnen.

Maar het kind van Pieter Lenaert uit haar gebuurte was toch ziek geworden en gestorven? - Ze ontkende ooit dat kind te hebben aangeraakt of er te zijn bij geweest.

Bij haar thuis hadden ze maar heel wat verdachte zaken gevonden! - Daar was helemaal niets verdachts aan, replikeerde ze. Dat wat ze vonden in die houten schotel was azijn die ze kocht "in het Kethelkin". De asse die gevonden werd in een doek, was niets an­ders dan "vulderscalck" dat ze gebruikte om te schuren. Ze kreeg die kalk van Aernoud Scockaert. De groen uitgeslagen spelden die in de doos lagen, had haar zoon gevonden in oogst laatstleden. De olie in het glas kocht ze bij de weduwe van Augustyn Reynhout. Die "coucxkens ende de alseme int glas", kreeg ze van de Carmelietessen (3). Het dozeken peper kocht ze bij de "Portuguys" (4). Het "billet" tenslotte had ze al wel dertig jaar in haar bezit en ze kreeg het van Laureys Costere van Lissewege; en ze had er zich zeer wel mee bevonden in het baren van een van haar kinderen (5).

Gillis gaf te kennen dat hij 24 jaar oud was en geboortig van Vlissegem. Hij woonde bij zijn moeder die hem de kost gaf. Wie in feite zijn pastoor was, wist hij niet, want hij was nog nooit te biechte geweest.

Hoelang kende hij al de kunst om de kinderen aan te raken en ziek te maken? - Dat was wel al zes of zeven jaar, beweerde Gillis. Zijn moeder had hem dat geleerd toen ze nog op Vlissegem woonden.

Toen hem werd gevraagd hoeveel kinderen hij had aangeraakt en ziek gemaakt, kroop hij in zijn schelp en weigerde daarop te antwoorden, hoewel hij op andere vragen gewillig antwoord gaf. Niettegenstaande men dreigde hem met roeden te slaan, kreeg men op dat punt geen antwoord van Gillis.

Eind oktober probeerde men dat opnieuw, maar men kwam geen stap verder. Op vijf november tenslotte werd Gillis de Stad en het Schependom ontzegd voor een periode van tien jaar, met als reden dat hij zeer suspect was.

Aernoudine kreeg van hetzelfde laken een broek. Vooraf echter had men haar nog even ondervraagd over de feiten die gebeurd waren in het gevang en waarvan ze verteld had tegen de cipier. Deze had daarover rapport uitgebracht.

Aernoudine legde de Schepenen uit dat ze enkele dagen geleden het vuur had aangeblazen in het gevang. Opeens had ze gezien dat er naast haar een gedaante stond en dat het haar overleden man was. Ze had wel zijn gezicht niet gezien, maar ze herkende hem aan zijn broek en wambuis; ook aan de kousen en de schoenen die hij droeg. Ze was hevig geschrokken, doch hij had haar gezegd dat ze courage moest hebben en dat ze hare vijanden zou overwinnen.

Bron: Rab. Asb. Reg. 623 f° 101-102.

Voetnoten

  1. Frerenmuer: Klooster van de Freren Mineurs of Minderbroeders. Het was omringd met een muur, op uitzondering van de westzijde. Op de plaats van het vroegere klooster: nu Park en Gevang.
  2. Nieuweghe: eertijds overzet, nu brug op de plaats Nieuwwege te Varsenare, over de Oostendse Vaart.
  3. van Dale: aalst; alst, ndl naam voor het samengesteld bloemige plantengeslacht artemesia; inz. artemesia absinthum.
  4. De Portuguys: bij de Portugees? Of het Huis van de Portugezen?
  5. Het billet: papieren of perkamenten briefje met een gebed of toverformule op geschreven.

Van Heksen en de Boze Vijand - Aernoudine Vande Raede - 1629

Germain Vandepitte

Rond de poldertorens
1983
01
009-011
Els Van Broeck
2023-06-19 15:26:46