Mededelingen
2. Moeilijkheden bij de Burgerstand te Lissewege
Germain Vandepitte
4.8.1824 - De vroedvrouw heeft ons overgemaakt den 27n juli 1824.
Aan den Heer Procureur des Konings,
Wij hebben de eer U Weledelgestrenge Heer ter kennis te brengen dat voor ons is verschenen Florentina Reniers, vroedvrouw ter gemeente van Heyst, ons kennis gevende dat zij op den 2n junius letst omtrent ten 10 uren ‘s avonds ontvangen heeft van Anna Verstraete oud 24 jaren, jonge dochter, wonende bij haren schoonvader Joannes Utterwulghe werkman binnen dees gemeente, een doodgeboren kind van het mannelijk geslacht, ons vragende of hetzelve overgegeven was aan den civielen staat, verklarende als dat zij gemelden Utterwulghe daermede gelast had met de overgevinge, hetwelk niet geschied is en ter onzer kennis niet is gekomen.
Wij hebben gemelden Utterwulghe met zijn schoondochter Anna Verstraete moeder van het kind, heden voor ons doen komen om te weten waarom de declaratie van voornoemde kind niet was gedaen en waar zij met het lichaem bevaren zijn, heeft ons geantwoord dat hij niet meende dat hetzelve moest overgegeven zijn omdat het dood was geboren. En dat hij het lichaam in eene houten dooze heeft gedaan en hetzelve ter aarde heeft geleid op zijn hofplaats. Op bovengemelde verklaring, verzoeken wij U Edelgestrenge Heer ons te willen onderrichten op wat manier wij hetzelve zullen mogen plaatsen in de registers van den burgerlijke stand. Gelieve …
(medegedeeld door Germain Vandepitte)
R.A.B. Gemeentearch. Lissewege, Reg 2. Niet in oorspronkelijke spelling.