Het ontstaan van Dudzele - De voorgeschiedenis

Willy Wintein

De huidige oppervlakte van de Polders is nog maar hoogstens 1.300 jaar oud. Dit wil zeggen dat eerst na de jaren 700 het grootste deel van het polder-gebied niet meer door de zee is overstroomd geworden. Op deze gronden heeft zich na de 8ste eeuw een continue bewoning en kultivering ontwikkeld, die het huidige polderlandschap heeft doen ontstaan. In deze periode begint dus de eigenlijke ontwikkelingsgeschiedenis van de Polderstreek en daarmee ook die van Dudzele. Alwat daaraan is vooraf gegaan behoort tot de voorgeschiedenis, waarin we, voor wat de omgeving van Dudzele betreft, drie perioden kunnen onderscheiden.

1. - De Omgeving van Dudzele vóór de Romeinse Tijd

Tot ongeveer 2.000 vóór Christus werd gans het gebied, dat we nu “Polderstreek” noemen, volledig door de zee ingenomen (flandriaanse zeeoverstroming), De kust lag toen nagenoeg op de lijn Brugge-Den Hoorn. Van de duinen die deze kust afgezoomd hebben, vinden we nu nog resten op Assebroek (de ”Bergkens”) en op Sijsele. lIet binnenland achter deze duinen (de Zandstreek) was toen reeds bewoond door mensen die hoofdzakelijk leefden van jacht en visvangst. Daarvan getuigen de vele stenen (silex) voorwerpen als mesjes, krabbers en pijipunten die de laatste jaren vooral in Oedelem zijn gevonden (1). Tussen Oedelem en Maldegem zou er zelfs een dorp geweest zijn, waarvan men in de grond de sporen heeft teruggevonden.

Vanaf ongeveer 2.000 vóór Christus begon de zee zich langzaam terug te trekken, grote zandplaten of “wadden” achterlatend. Langs de zeezijde worden op één van die zandruggen duinen gevormd, de zogenaamde “oude duinen”. Ter hoogte van Heist lagen ze een paar kilometer buiten onze huidige kust. Deze duinen sloten stilaan het achterliggende waddenland van de zee af. Daardoor ontstonden over heel de kustvlakte zoetwatermoerassen, waarin veen (=turf of daring) gevormd werd. Dit gebeurde door het ter plaatse vergaan van de moerasplanten. In het begin was dat riet, later veenmos, dat zo hoog opgroeide dat dikke plaketten bruin en vormloos mosveen werden gevormd. Langs waterlopen die het gebied doorkruisten groeiden bosjes, die zwart bosveen hebben doen ontstaan, waarin nog bladeren en boomstammen te herkennen zijn. In het gebied ten noorden van Brugge moet er zeker een dergelijke waterloop geweest zijn, namelijk deze die het water van de Reie doorheen de kustvlakte naar zee voerde (2).

Gedurende deze tijd. was het moerassig veenlandschap van de Polderstreek waarschijnlijk nog onbewoond. In de zandstreek echter waren op de droge plaatsen toen reeds landbouwers gevestigd. Ze hielden zich vooral bezig met veeteelt, die mede de oorzaak is van het ontstaan van de grote heidevelden.

Het is mogelijk dat deze zandstreekbewoners in de kustmoerassen op visvangst trokken. Dit zou aangetoond worden door enkele vondsten van voorwerpen uit die tijd in het Boudewijnkanaal (3).

Omstreeks 200 vóór Christus brak de zee op enkele plaatsen door de oude duinen en overstroomde een deel van het veenlandschap (Duinkerke I -zeeoverstroming). Ten noorden van Brugge kwam het zeewater ongeveer tot op de plaats van het latere Dudzele. Na 300 jaar overstroming trok de zee weer terug, een laagje zand op het veen achterlatend.

2. - De Omgeving van Dudzele in de Romeinse Tijd

Vanaf de eerste eeuw na Christus werden de inbraakgaten door nieuwe duinen (de “middeloude duinen”) afgesloten. De kustvlakte kreeg weer het uitzicht van een uitgestrekt moerassig veenlandschap met bosjes langs de beken. Tussen de beken vormde het mosveen lage bultige hoogten. We kunnen het toenmalig uitzicht van het gebied van Dudzele vergelijken met het veenlandschap dat we tegenwoordig nog aantreffen in onze Hoge Venen.

In deze periode vinden we de eerste sporen van bewoning in de kustvlakte. Het waren de Menapiërs, die op deze onherbergzame moerassige turfgronden hun woonplaatsen hadden. Van deze woonplaatsen heeft men resten teruggevonden, onder andere te Wenduine, Houtave en Zeebrugge. De Henapiërs hielden zich vooral bezig met het kweken van ganzen en het winnen van zout uit zeewater. Daarenboven waren het bedreven zeevaarders. Ze onderhielden drukke handelsbetrekkingen met Engeland. Te Zeebrugge heeft men in 1899, bij het graven van het Boudewijnkanaal, de overblijfselen van één hunner aanlegplaatsen teruggevonden.

Aan de zuidelijke rand van de kustvlakte is waarschijnlijk in dezelfde tijd ook reeds een nederzetting ontstaan, het latere Brugge, aan de oevers van de Reie. De Romeinen, die intussen tot in onze streken waren doorgedrongen, zouden bij deze nederzetting een “villa” of landbouwbedrijf gevestigd hebben. Ook te Oedelem was een Romeinse vestiging, waarvan een onlangs opgegraven Romeinse waterput getuigt. Omstreeks 200 na Christus zijn de Romeinen ook in de kustvlakte doorgedrongen. Julius Caesar verhaalt dat zijn troepen slechts met veel moeite in deze moerassige streek doordrongen. Romeinse munten en voorwerpen, die in de kustvlakte op de turflaag zijn gevonden, getuigen van de betrekkingen tussen de Menapiërs en de Romeinen (4). En iedereen kent de recente opgravingen en de rijke vondsten in de Romeinse militaire nederzettingen van Oudenburg en van Aardenburg.

Het is ons niet bekend dat er uit die tijd daterende voorwerpen op het grondgebied van Dudzele zijn gevonden. Dit wil echter geenszins zeggen dat het gebied toen niet door de Menapiërs bewoond zou zijn geweest.

3. - De Vroeg-middeleeuwse Zeeoverstroming

Omstreeks 400 na Christus zette een nieuwe zeespiegelrijzing in. De bestaande duinengordel werd op vele plaatsen doorbroken en verdween tenslotte geheel. Vanuit de inbraakpunten, o.a. bij Zeebrugge en Heist-Duinbergen, schuurde het overstromende zeewater brede geulen uit in het veen. Door de werking van ebbe en vloed werden steeds meer stukken van de veenoppervlakte weggeslagen. Op deze wijze ontstond een sterk vertakt krekensysteem met brede hoofdgeulen en kleine zijgeultjes. Van het oorspronkelijk veenlandschap bleven alleen nog grote en kleinere eilanden over.

Tweemaal daags werd gans het kustgebied overstroomd. Bij elke vloed stroomde het zeewater langs de kreken naar binnen en overstroomde vandaaruit de overgebleven veeneilanden. Bij elke eb trok het zeewater zich langs de kreken terug, op de veeneilanden een laagje fijn slib of klei achterlatend. De bodem van de kreken bestond uit zand, dat daar over de weggeslagen veenlaag aanwezig was als afzetting van de vroegere flandriaanse zeeoverstroming. De kuststreek zag er dus weer uit als een uitgestrekt waddenlandschap met zandige kreken naast klei-op-veenplaten (5). Tweemaal daags stond gans dit gebied blank. De zuidgrens van deze overstromingen is de huidige landschapsgrens tussen de Zandstreek en de Polderstreek.

2016 03 22 095534De Duinkerke II – kreken rond Dudzele

Hoe de kreken verliepen in de omgeving van Dudzele zien we op figuur 1. Tussen Zeebrugge en Brugge was er een gemiddeld 5 km brede kreek aanwezig. Het is waarschijnlijk dat de Reie toen langs deze betrekkelijk rechtlijnige kreek, met de eigenlijke zee verbonden was. Het gebied tussen Dudzele-Koolkerke-Oostkerke bestond hoofdzakelijk uit klei-op-veenplaten, waartussen vele kleine kreekjes liepen. Naar het oosten stonden deze in verbinding met de brede kreek tussen Heist en Moerkerke.

Het spreekt vanzelf dat dit waddenlandschap onbewoond was. De bewoners van het veenlandschap uit de Romeinse tijd, zijn bij het begin van de overstroming uit de kuststreek verdwenen, naar de nabijgelegen nederzettingen in de veilige Zandstreek.

------------------------------------------------------------

Voetnoten

  1. Vele van deze voorwerpen zijn verzameld en tentoongesteld in het Heemmuseum van Oedelem, waar ook een Romeinse waterput te zien is.
  2. De Reie is de rivier waarin al het water van de rivieren ten zuiden van Brugge samenkomt. De Reie kwam bij Brugge in de kustvlakte uit.
  3. Deze voorwerpen zijn te zien in het Gruuthuuse-museum te Brugge.
  4. Zie Gruuthuuse-museum Brugge
  5. Den waddenlandschap treffen we tegenwoordig nog aan in de Waddenzee, in het noorden van Nederland.

2016 03 22 095600Het wapenschild van Dudzele

Het ontstaan van Dudzele - De voorgeschiedenis

Willy Wintein

Rond de Poldertorens
1967
01
003-006
Achiel Calus
2023-06-19 14:44:32