Bouw van de draaibrug aan de pomp te Oostkerke (deel II)

Jacques De Groote

Na verschillende jaren voorbereiding en besprekingen (zie RdP 39ste jg., nr. 4) werd er in 1762 door Eugenius Goddijn en Emanuel Van Speybrouck een begroting opgemaakt voor het bouwen van de draaibrug over de Verse Vaart te Oostkerke.   1

“Op heden desn 2 Juli 1762 begrootinge ghemackt door ons onderschreven Eugenius Goddyn meester matsenaere ende Emannuael Van Speybrock meester timmerman tot het maeken van twee steenne hoefden met een draeijbrugghe inghevolghens ons plan hier aenghetoont dienende inde sluyssghe vaert al waer de pompe van ooskerkce nu is ligghende ende sal des bovenschreven brugghe commen te bedragen soo van arbeijts loon van madtswerck als timmerwerck met het leveren van elle het noodigh houdt ende nagels als oock den noodighen calck steen en sandt dienstigh tot het tselve werck ghereseiveert het noodigh ise,werck en loot en orduyn te leveren door de heeren aenbesteders met het kort houden van het waeter ende presenteren wy ondersghreven dit bovensghreven werck te maeken voor de somme van twee hondert en vifentwintigh ponden grooten corandt dus de selve Ib. 225: 0: 0 “.

Euginius Goddijn 1762

Emanuel Van Speybrouck 1762

De aanbesteding bestaat uit 7 delen, met de beschrijving en met een plan voor elk onderdeel (d 6 ontbreekt).

“Conditie op de welcke de Eedele heeren gecommiteerde vande tresorie aen besteeden den minst biedende denaeste tot macken twee aerden dammen aende pompe van oostkercke op de naerschreven bespreeken”.

N° 1 macken dammen

Eerst zullen de heren aanbesteders de vaart aftrekken tot op twee voeten lager dan het winterpeil.

Ten tweede zal de aannemer eerst het lis of het riet uitsteken om de vaste grond te verkrijgen en daarop de nodige aarde brengen tot het vormen van twee dammen, waartoe hij de nodige aarde zal moeten nemen op de aangewezen plaats. Hij zal deze dammen aanleggen en staande houden zo lang als het nodig zal zijn om de fondamenten en de twee stenen hoofden van de brug te bouwen, en zal dezelfde dammen nadien verwijderen en de aarde aanbrengen in de gemetste hoofden, zoals het hem zal bevolen worden. Hij zal de nodige wagentjes, de planken en al wat voor dit werk nodig is zelf leveren.

De aannemer zal ook tot twee voeten dieper dan de tegenwoordige grond van de vaart graven op de plaats waar de hoofden zullen gemaakt worden.

De aannemer zal ook het werk tussen de twee dijken droog houden, hetzij door het aflaten van het water door de dijk aan de kant van Oostkerke, hetzij door het uitslaan, zo dit nodig zou zijn. Indien de aannemer een doorsnede in de dijk maakt, dan zal hij deze coupure moeten overdekken, zodat er de wagens zullen kunnen over rijden, en zal hij op het einde de doorsnede terug op vullen.

Nota welke doorsnede de aannemer op zijn eigen kost zal toeleggen.

Eindelijk zal de aannemer gehouden zijn alles te doen wat voor dit werk nodig is, al is dit hier niet specifiek vermeld, zonder verdere vermelding, ten ware er buitengewoon meer werk zou zijn, dan zal naar reden bijbetaald worden “a rato minst schrijvende sal winnen in burse een pont groote wissel geit. De betaling zal gedaan worden in twee paeijementen”. De eerste helft van de bedongen toegestane som zal betaald worden als de twee dammen zullen aangelegd zijn, als het water ertussen zal verwijderd zijn en als de heren aanbesteders zullen nagegaan hebben of de dammen goed en dicht zijn, en het resterende deel van zodra de metselrij boven het water zal staan.

“Conditiën op de welcke de Eedele heeren mijn heeren gecomiteerde ter tresorie deser stadt Brugghe aenbesteden het leveren de noedighe pijlen en in slaen van diere tot maeken twee steene hoofden om daer opte leggen een draeij brugge ter platse alwaer eenponton light tot oostkercke op de naer schreven bespreeken den minst biedende de naeste als volght”.

N° 2 pilotage

“De aannemer zal gehouden zijn, zijn nodige stelling en heijschalck te leveren met de nodige stringen en reepen, immers alles appendent en dependent wat voor deze piotage nodig zal zijn, alsook de nodige manschappen”.

“Ten tweede zal de aannemer gehouden zijn het plan, daartoe opgemaakt, te volgen en de orders van de heren aanbesteders, of hun aangestelden, waar hij de pijlers en paelplancken zal gehouden zijn te slaan”.

Verder zal hij gehouden zijn op de voorpijlen een caste te leggen in twee rijen met de rechte kant aan de achterste pijlen, naar de orders en volgens de eisen van de werken. De paaiplanken zullen daaraan ook vastgenageld worden, volgens de eisen der werken; de nagels zullen, naar grootte en lengte, door de aannemer geleverd worden, volgens dat het werk het vraagt.

Aantal en grootte van de pijlers onder de twee hoofden:

  • 25 pijlers aan de kant van Oostkerke
  • 25 pijlers aan de kant van Damme
  • 50 d° pijlers van 6 a 7 voet lang, boven in de corde 18 duim dik en 15 duim dik in de corde, onderaan beslagen met de bijl.
  • 12 pijlers van 8 a 10 voet lang, 24 duim dik in de corde; onderaan 15 duim dik, en eveneens gescherpt en beslagen met de bijl, naar de eis der werken.
  • 150 voet eiken kasten om de pijlers te dekken, volgens plan. 56 voet 2 duimplanken hiervoor nodig.
  • 56 stuk paalplanken, 1 voet breed en 3 voet lang, twee duim dik eiken hout, wel gescherpt.
  • Opperkaai volgens plan twee der hoofden:
  • 25 pijlers voor de opperkaaien, waarop de achterbrouck draait, als zijnde op gevolt de gront, 7 à 8 voet lang, 18 en 15 duim dik in de corde.
  • 34 voet eiken kasten om daar op te leggen.

Dito pijlers zullen overgenomen worden voor het verwerken.

Verder zal de aannemer gehouden zijn de werken aan te vangen van zodra het water tussen de dammen eruit zal zijn en dat de plaats waar de pijlers zullen moeten ingeslagen worden gedolven zal zijn. Hij zal gehouden zijn 1 % dag per dag te werken, dit is van ‘s morgens 4 uur tot ‘s avonds 9 a 10 uur; dit is vanaf dat de dag begint totdat hij eindigt, om zodoende deze pilotaese, na het begin ervan, in 6 dagen beëindigd te hebben. Daarvoor zal hij zoveel manschappen, als nodig zal zijn, nemen en indien hij in faute quame te blijven, dan zullen de heren aanbesteders meer manschappen mogen bijbrengen, ten koste van de aannemer.

De heren aanbesteders zullen de aannemer ten laatste drie dagen nadat het werk voltrokken is zal zijn, uitbetalen.

En de aannemer is gehouden al wat in deze conditie niet specifiek is genoteerd nochtans te doen, wat naar de eisen der werken behoort gedaan te worden, op peijne van geen betaling te genieten. Meer werk en leveringen zullen naar reden worden betaald.

De voorschreven conditie, zowel het leveren als het inslaan der pijlers, volgens plan gepresenteerd, wordt uitgevoerd voor de som van: ……

“Conditien op de welck d’heeren gecommitterde ter tresorie aenbesteden minst biedende de naeste het matsen van twee steene hoofden tot een draeybrugge op oostkercke”.

N° 3 matserie

  1. 1.Eerst zal de aannemer al de nodige blycken tsy oude tsy nieuwe dogh van goede qualiteyt, op zijn eigen kosten, leveren op de plaats waar ze zullen moeten verwerkt worden.    
  2. 2.Verder ook de nodige kalk en het zand voor het maken van de moortel, die hij van goede kwaliteit zal moeten maken ten apagemente van experten, door de heren aanbesteders te benomen, 2/3 kalk tegen 1/3 zand. Het arduin tot het dekken van de kaaien, alsook de panne stucken, waar de spil in zal staan, waarop de brug zal moeten draaien, zullen door de heren aanbesteders geleverd worden, maar door de aannemer op zijn eigen kosten uit Brugge moeten gehaald worden.    
  3. 3.De aannemer zal, volgens plan, de bakstenen en het arduin tot twee stenen hoofden met de stoel achter de kaaien metsen en in goed verband leggen. Hij zal het arduin eensweeghs behoorlijk krammen met het ijzer, hem door de heren aanbesteders geleverd, en het met lood vastgieten, naar de eisen der werken en volgens wat hem zal bevolen worden.    
  4. 4.De gehele oppervlakte van het hoofd, waarop de brug zal draaien, zal hij twee hoogtes van de pannestukken moeten op-metsen; eerst met een steen in het zand, dan een tweede steen in mortel en ten derde met een mouffe in mortel, gemaakt met houillie asschen.       2
  5. 5.De aannemer zal gehouden zijn het werk aan te vangen, van zodra het hem zal bevolen worden, met zo een aantal metsers, als nodig zal zijn om in de tijd van 10 dagen boven het normale waterpeil te kunnen zijn, op straffe van 1 pond 10 schellingen groten per dag met inbegrip van de kosten van het houden van het weter ten laste van de aannemer.
  6. 6.en indien het arduin tot het dekken van de kaaien misschien maar enige weken later zal aankomen, zal de aannemer dezelfde dekstenen op den voet hier vooren geconditioneert moeten verwerken, van zodra hij ertoe wordt aangemaand.
  7. 7.De heren aanbesteders reserveren zich de optie om gedurende de tijd van driemaal 24 uur deze aanbesteding te laeten zijn affect corteren of niet en ook als aannemer degene van de schrijvers, die hen believen zal, te reserveren.
  8. 8.En de aannemers zullen volgens de orders van de heren aanbesteders moeten werken, zelfs buiten de voorschreven condities, uitgenomen in zul geval dat er meer werk zou zijn, hetzij in de dikte van de metselrij, hetzij anderszins sy voldoeninghe sullen ghemeten arrato, naar het zeggen van mannen.

Conditie op de welcke Cornelis Trigaler jegens de Eedel heeren vander tresorie aenneemt te leveren den aerschreuen orduyn tot een brugge by oostkercke tot brussel aende caeye caeysteenen 17 duym breet 4 d dicke met cassement

N° 4 Orduyn

A         B         C         D

8 stukken van 6 voet lang ... 48

5 stukken van 7 voet lang ... 35

2 stukken van 5 voet lang ... 10

samen 93 voet

2 stukken van 6 voet krom a 18 st breed 12 St.

te 20 d:                        69:15:0

12:00:0

81:15:0

het pavement van 2 duim dikte

A         B

26 stukken 3 % voet vierkant samen

6 stukken lang 4 34 vo, breed 3 34 voet

samen à 4 34 stuivers

318 voeten      95 vo   413      de voet 92:18:0           174:13:0

“Conditiën op de welcke de Eedel heeren mijn heeren gecommiteerde der stadt brugge aen besteeden het leveren en maeken een draij brugge alwaer nu is liggende een ponton tot oostkerkce ter platse alwaer twee steene hoofden gemadts worden op de besprecken soo als volght”.

N° 5 timmerase

Ten eerste zal de aannemer gehouden zijn het hierna beschreven eikenhout te leveren; van goede kwaliteit inlands hout, op zijn seizoen geveld, alles schep van caule. Nochtans, indien er enige wan in bevonden zal worden, zal het hout toch aanvaard worden, als het maar van goede kwaliteit en geteerd is. Het zal moeten gezaagd zijn, zonder kwade knopen of rijschaelde   3 en het zal moeten ~pagegaan worden door de heren aanbesteders of hun aangestelden. Hetgeen verstecken zal worden, zal hij aanstonds verplicht zijn te vervangen, op straf dat de heren aanbesteders op zijn kosten ander hout zullen mogen doen leveren.

Stecke en grootte van het hout:

  • 4 swingels, ieder 39 voet lang, waarvan 19 voet lengte, 12 op 18 duim dik zullen zijn en van daar verder verminderen om op het einde der 39 voet 7 op 9 te zijn -te zagen 4 d: op draghende verder 1 stuk, 12 voet lang, 14 op 18 duim dik, voor de achter brouck dat van achter loopt
  • 9 stukken, 12 voet lang, 9 op 15 duim dik, voor de voor brouck, op het einde 7 op 9 duim dik, ook rond
  • 2 stukken, 12 voet lang, 9 op 11 dik, voor het panne stuck waar de spil door passeert, dewelcke gecavelt5 worden in de swingels met zijn bouten naar de eisen der werken Voorts zal hij gehouden zijn een post te vergaderen tussen de twee binnen swingels met dubbele pinnen en gaten waarin een koperen pan zal gebracht worden, waar de spil in zal draaien.

Ook een ijzeren ring, loco een koperen pan, vastmaken, die zal corresponderen op een ring die in het arduin zal vast gegoten worden, van 22 a 24 duim diameter, welke ring en spil met de koperen pan door de heren aanbesteders zal geleverd worden.

  • Voorts zal hij 480 voet eiken 2 duim planken moeten leveren.
  • Voorts 400 voeten abelen 2 duim planken.
  • Ook 6 stukken plaat van 4 op 6 duim, en leuningen, ieder 12 voet lang.
  • Voorts 100 voet vierkante eiken planken , voor de ballast, 1 % duim dik.
  • Voorts 4 stukken, 5 voet lang voor de stijlen, dik 4 op 8 voor de leuningen van de brug.

Van welk hout de aannemer een draaibrug zal maken volgens model, waarvan de swingels inden achter brouck moeten vergaderd worden met dubbele pinnen en gaten en vooraan met enkele; welke pinnen 2 34 duim dik en 8 a 9 duim lang zullen zijn, juist verwerkt zoals naar de eisen van het werk vereist is. In geval het niet wel gevoecht is, zal het werk niet overgenomen, noch betaald worden.

De aannemer is gehouden deze brug te maken en op zijn plaats te leveren en te schachten. Daartoe zal hij dehouten en de ijzeren nagels leveren, te weten 500 stuks 5 duim nagels van twee lengtes, dito nagels om zowel de eiken als de abelen planken, elk met 8 nagels, te nagelen.

Ten laatste zal de aannemer gehouden zijn deze brug gemaakt en ter plaatse bruikbaar te hebben gelegd tegen de ..., op straf van het aftrekken van 1 pond grote van zijn bedongen loon per dag vertraging.

De betaling zal gedaan worden binnen de acht dagen na de overname van de werken.

N° 6 ontbreekt

De aannemer zal gehouden zijn het werk, zowel in levering als in het maken van dien dat in deze condities niet specifiek is gedetailleerd, uit te voeren naar de eisen der werken, ter goeder trouw. De merkelijk groter levering en het nodige werk zullen betaald worden, midts inkennen doende, naar het zeggen van mannen.

D’eedel heeren vande tresorie besteeden volgens conditie het leveren de pijlen en ancker houtte tot een wercaeije voor de gematste hoofden der brugge tot oostkercke den minst biedende naeste

De aannemer zal gehouden zijn goed inlands eiken hout, op zijn seizoen geveld, te leveren. Ook gordingen volgend de grootte, de dikte en de lengte, zoals hierna volgt, het is te weten:

  • 16 pijlers, ieder 18 voet lang, op de kop 11 duim dik, en op het einde 7 a 8 duim vierkant
  • 4 stukken gordingen, ieder 25 voet lang, 7 a 9 dik
  • 4 stukken gordingen, ieder 15 voet lang, 7 a 9 dik

alles met den bijl beslagen, scherp van kanten, zonder kwade knopen of irjschaelde

Welke pijlers de aannemer goed en voldoende diep zal inheien, zodat de draaibrug er over zal passeren, zoals hem zal bevolen worden en volgens plan. Hij zal dezelfde pijlers aaneen kussen met zijn gordingen in gecavelt en met ijzeren bouten, die hem zullen geleverd worden.

De timmerlieden zagen of beitelen kavels in een stuk hout om er een ander stuk in te voegen en te vestigen.

Mits bekendmaking

De aannemer zal voor dit werk alles gereed maken en rapport doen als het hout gereed is ... van kant beslagen is, om door de heren aanbesteders te worden nagegaan.

De aannemer zal de betaling genieten 14 dagen nadat zijn werk goed en naar de eisen der werken zal gemaakt zijn.

Deze werken voor het leveren en het maken worden gepresenteerd voor de som van ....

Ware het dat de heren aanbesteders tot de bevinding kwamen dat er pijlers in meerdere hoeveelheid, lengt of dikte, nodig waren, dan zal de aannemer gehouden zijn dit te leveren en te verwerken, hetgeen hem a rato en naar het zeggen van mannen zal betaald worden.

Dit voor wat de draaibrug van Oostkerke betreft.

In dezelfde periode was de duiker onder de Verse Vaart, ter afwatering van de watering van Romboutswerve, ook aan een onderhoudsbeurt toe.

2016 03 18 150040

In 1765 werd ook nagezien door de partijen, fl1. die van Brugge en die van de watering van Romboutswerve

1. Door Brugge

“Examinaetie visentaesie ter causen van eenen houten duycker soo hier naetvolcht op heden ghedaen den 12 Julius 1765 van weege als experte Pieter Madere ende Emanuel Van Speybrock beyde meesters timmerlieden der stede van brugge, door horder van mijn heer Philippe Lebilly heere van Tillegem in qualliteydt als tresorie general van de stadt van brugge ... soo als volcht”.

“Al vooren soo hebben wy ons getransporteert en seluen daege, naer den duycker liggende dwees onder de Sluyssche vaerdt voor bij de draey brugge ter prochie van oostkercke, ende den seluen duycker naer nou keurigh gevisenteert te hebben, bevonden soo hier naeivolct te weeten het onder bedde geleyt op een ingeule grondt, al de zuydt ende noordt hende ter widde van vier voeten dagh, oogte van op het bedde tot drie voet en alf dagh, te weten ter langde op weerhenden van dertigh voet ende in het midden ter widde van vier voet, hoege twee voeten drie dummen”.

“Voorts de cruyne onder de vaert ontrent het midden, bevonden tien cleyne suygerkens ende in de weegen van weer canten ses gleyne suygers”.

“Voorts noch bevonden de weegen van weer syden ende cruyne van boven geel rodtachtigh, de plankcen door heten van het waeter, dat op sommige platsen maer een alven en geelen dum dicken syn, als oock van syden ende booven al de naegels afgeroest, van syden in de weegen achte negen gaeten in syn, daer een handt can doorsteken”.

“Ons advis dat is aen den duycker niet het alderminste te repareren, want in het gevoelch van te repareeren soude veroorsaecken groote voorvallen van verloeren reparatien, want door den selven duycker teenemale soude nieuwe gemaeckt worden, ende in de gestaeyteyt gelyck de selve nu is ligggende en gesuyvert synde noch eenige tyden can blyven liggen”.

“Aldus dese visentaesie examinatie gedaen goet ende ter trauwe actum daete als boeven”.

(ondertekend) Pieter Madere 1765 Emanuel van Speybrouck 1765

2. Door de watering van Romboutswerve

“Den onderschreuen P. Callewert meester timmerman van oostkercke, declareert hoe hy doet by desen sigh getransporteert te hebben naer den duycker liggende voor de Sluyssche vaert, dit alles ten versocke van de heeren sluysmeesters ende ontfangher der waeterynghe van romboutswerfe, tot examnieren vanden seluen duycker, zoo dat ick onderschreuen op den ~ july 1765, naer middage ter vier uren in den duycker hebt geweeste ende de selue ,ypelyck geexamineert, ende aldaer bevonden ontrent den middel onder de vaert in de crune van den selven duycker tot 7 suegers in de orconference van druye voeten, oorders eene plaetse bevonden van diye suegers bevens noch eene andere platse van 1 è 2 suegers, jmmers bevonden dat de crune van het geinsel tot het eynde toe, in eene slechte gestaethede is ende oock dat den duycker maer in t’midden en heeft tot 1 en alf voet dade, my toirconden daete it supra”.

(ondertekend) Pieter Callewaert

2016 03 18 1501092016 03 18 1501352016 03 18 1501512016 03 18 1502132016 03 18 150235

Voetnoten

  1. SAB, 288, Pf 3, Kanaal Damme-Sluis, 1582-1 792, 1762
  2. = steenkoolassen
  3. De Bo, West-Vlaamsch Idioticon, 810: = bij boomvellers, zagers, timmerlieden enz. gezegd van een boom wiens bul van binnen bestaat uit twee, drie, vier of vijf ringvormige schalen die, gelijk concentrieke pijpen rond het hert in elkander liggen, maar weinig of niet aaneen gewassen zijn, zodanig dat de planken, die men van zulk een boom zaagt, slecht samenhouden en in stukken en splinters vallen.
  4. = verwerpen, niet aanvaarden na onderzoek

Bouw van de draaibrug aan de pomp te Oostkerke (deel II)

Jacques De Groote

Rond de poldertorens
1998
02
p061-072
Mado Pauwels
2023-06-19 14:44:32