40 !

Veertig is een magisch getal, een verwarrend getal, een bijbels getal...

De zondvloed duurde veertig dagen. Mozes wordt geroepen op zijn veertigste. Hij blijft veertig dagen op de berg Sinaï. Daül, David en Salomon regeerden veertig jaar. Jezus predikte veertig maanden. Tussen de geboorte (Kerstdag) en de kerkgang (Lichtmis) liggen veertig dagen.

Wie denkt dat alleen de Judeo-Christelijke folklore dit getal kent, is mis. Ook bij de Aziatische en Afrikaanse volkeren speelt veertig een belangrijke rol.

In de getallensymboliek gaat 40 door voor het getal der afwachting (wij zijn in elk geval steeds in blijde verwachting van nieuwe leden, degelijke artikels en achterstallige lidmaatschapsbijdragen). Veertig gaat door als het getal der voorbereiding (van de volgende voordracht of wandeling? Van het volgend nummer ? Van de 100ste jaargang ?) Veertig is ook het getal van de beproeving (Weer een lid dat niet betaalt?) Veertig is ook het getal van de straf. (Een boete van de post omdat het jongste nummer van Rond de Poldertorens te zwaar was?)

Voor de redactie is veertig in elk geval het getal van de vreugde en van de verwarring. Vreugde omdat we aan onze 40ste jaargang toe zijn. En bestaan we ook veertig jaar ? Ik weet het niet. Het is net als met de discussie over onze westerse jaartelling. Behoort het niet-bestaande jaar 0 tot de telling voor of na Christus?

In elk geval bestaat de Kring pas op 28 jan. 1999 veertig jaar. Want in het eerste nummer van de 11de jaargang schrijft wijlen René de Keyser dat St.-Guthago ’s kring werd gesticht in de keuken van zijn huis op 28 januari 1959. Het eerste nummer van Rond de Poldertorens verscheen in april 1959.

Stichters waren : René de Keyser, voorzitter (+) ; Jos Rau (Br. Gaëtan cfx), secretaris (+) ; onderwijzer R. van den Berghe uit Damme (+) ; E.H.M. Mayens, pastoor in Oostkerke (+) ; Willy Theerens uit Westkapelle (+) ; onderwijzer Antoon Verminck uit Moerkerke (i-) ; E.H. Hoevenaghel, pastoor op Sint-Rita (+) ; E.H. Pollet, pastoor van Lapscheure (+). De vergadering werd voorgezeten door Antoon Lowyck uit Sint-Andries. Bij ons weten leeft alleen deze laatste nog. Eminence grise achter de schermen was de zeer bescheiden rijksarchivaris dr. Jos de Smet.

In de allereerste Rond de Poldertorens van april 1959 vinden we op pagina 17 een kort verslag van de stichtingsvergadering van 28 jan.1959. Het volledig verslag bleef bewaard in onze archieven, In het verslag lezen we: “Een schema over “Inrichting, doel en manier van werken van onze Kring, schema door Voorzitter en Secretaris opgemaakt, wordt aan al de leden uitgereikt en besproken.” Ook dat document is gelukkig bewaard gebleven.

De samenstelling van het bestuur voor het werkjaar 1960 bestond uit de volgende leden: Erevoorzitter Yves Parmentier, voorzitter René De Keyser, secretaris Broeder Gaëtan (Jos Rau), penningmeester Willy Theerens, redactieleden Raymond Vandenberghe en Maurits Coornaert, vertegenwoordiger voor het Ambacht Lissewege Johan Ballegeer en vertegenwoordiger voor het Ambacht Moerkerke Antoon Vermynck.

Vanaf het begin werd ook geijverd voor het uitbouwen van een eigen bibliotheek. In de 1ste jaargang, nr. 2 (juli 1959), p. 19 van Rond de Poldertorens vinden we reeds een eerste, bescheiden opsomming van boeken in ons bezit. Het decembernummer van hetzelfde jaar brengt een aanvulling en de mededeling dat de boeken ter lezing kunnen worden aangevraagd bij Margriet De Keyser in de Pierslaan 10 in Knokke. De bibliotheek verhuisde later naar de bibliotheek in Oostkerke en steekt nu in de Gemeentelijke Openbare Bibliotheek van Knokke-Heist (Scharpoord).

In 1960 (RdP, jg. 2, nr. 2) wordt in de Mededelingen (nr.3) melding gemaakt van “Ons eigen Museum voor Heemkunde en Geschiedenis”: Op initiatief van Dhr. Johan Ballegeer werd te Lissewege ten “Huize Saeftinge” een begin gemaakt met het aanleggen van een plaatselijk museum voor Heemkunde en Geschiedenis. Volgende oude gereedschappen zijn er reeds ondergebracht : een tarwezeef, Dat museum verhuisde later naar Heist en werd het Sincfala-museum.

Onder de eerste auteurs van bijdragen in Rond de Poldertorens tellen we : Johan Ballegeer, Maurits Coornaert, Valeer Cosyn, Luc Danhieux, Margriet de Keyser, René de Keyser, baron de Meester, R. Deschepper, dr. Jos de Smet, Br. Filip, Br. Gaëtan, Jacques Larbouillat, A. Scherpereel, J.P.A. van Catz, Maurits van Coppenolle, Germain Vandepitte, K. van de Vijver, Antoon Vermeersch, J.A.J. Waterhouck, W. Wintein (excerpatie van de jg. 1 tot 5; alfabetische opsomming.)

Tot nu toe werkten de volgende personen mee aan Rond de Poldertorens: Dirk Aernoudt, Karel Aernoudt, Johan Ballegeer, dr. Rudolf Biederstedt, Gerard Bleyaert, David Bilcke, Germain Bonte, Jozef Bonte, G. Bossu, Paul Braet, C.H. Buitenhuis, Guido Burggraeve, Jacob W. van Callenfels, André Cartreul, Daniël Coens, E. Cools, Maurtis Coornaert, Valeer Cosyn, Roger Crois, drs. Luc Danhieux, Pol Danneels, J.C.L. de Brock, P.E. de Brock, Alfons de Bruycker, Georges de Bruycker, Victor de Coninck, Jan de Coster, J. de Corte, Pierre de Cuypere, Jacques de Groote, Mieke de Jonghe, Albert de Keyser, Louis de Keyser, Margriet de Keyser, René de Keyser, Maurits Dekeyzer, Benoit de Langhe, prof. Dr. Jozef E. de Langhe, baron de Meester de Betzenbroeck, Werner Demuynck, Hubert Deschepper, R. Deschepper, Rudy Desmedt, dr. Antoon de Smet, dr. Jos de Smet, Marcel de Smet, Annick Destanbergh, C. Devent, Jan B. de Vlieghe, J; de Vos, G. de Vreese, A. de Witte, M. de Witte, W.P. Dezutter, André D’hont, P. d’Halluin, K. en M. d’Hooghe, W. Dierick, mevr. lericx Visserscher, dr. Noël Geernaert, Robert Gils, Marc Goetinck, J. Grim, René Heijens, Danny Heyneman, Bieke Hillewaert, Yan Hollevoet, Robert Huyghe, Albert Janssens, Bert Kennis, E. Kuyken, Ylande Lammerant, Danny Lannoy, Jacques Larbouillat, Jan Lavaert, Dirk Laureys, Leon graaf Lippens, Antoon Lowyck, Jozef Maene, André Maes, dr. Eugene Mattelaer, Ed. Matthijs, Lode Monballiu, Roger Morre, Jozef Noterdaeme, Juliaan Opdedrinck, Yves Parmentier, Jos Penninck, M. Pollet, Jozef Priem, Jos Rau, Firmin Roose, D. Shipley, Walter Simoens, Leo Six, Camiel Slabbinck, dr. Robert Stock, André Strubbe, Maria Tanger, Georges Tanghe, Geert Tavernier, Fons Theerens, Willy Theerens, Jan Tilleman, G. Timmerman, Alice Toussein, Luc Troffaes, J. van Belleghem, Fr. van Bellingen, Aubert Tillo van Biervliet o.s.b.~ J.P.A. van Catz, Maurits van Coppenolle, Maurits Vandamme, Victor van Damme, Andries baron van den Abeele, J. Vandenberghe, Jozef van den Heuvel, Germain Vandepitte, Leo Vandepitte, R. van den Neste, Dirk van der Bauwhede~ Karel van de Vyver, dr. A. van de Walle, Michel van Halme, L.O. van Haneghem, Jan van Hinte, Jos van Houdt, Roger van Male, Paul Verheecke, W. Verlonje, H.M. Vermande, Antoon Vermeersch, J. Vermeersch, Antoon Verminck, Daniël Verstraete, Antoon Viaene, Willem Vissers, E. Vlietinck, René Vlietinck, J.A.J. Waterhouck, Chris Weymeis, Willy Winteyn en tenslotte de talrijke anonieme medewerkers die honderden kleine artikels publiceeerden in Rond de Poldertorens en in Sint-Guthago Tijdingen.

Rond de Poldertorens werd gevuld door boeren, burgers en buitenluid, door academici en niet-academici, door onderwijzers, dominees, vissers, priesters, nonnen, bedienden, dokters en doctors, ambtenaren en archivarissen, door Vlamingen, Nederlanders, Fransen, Duitsers en Engelsen. Wat begon als een vorm van volksopvoeding door de zo vaak verguisde schoolmeesters en onderpastoors groeide uit tot een prestigieus vakblad geschraagd door dames en heren van diverse pluimage en de meest verscheidene filosofische en politieke overtuiging. Ze hadden één ding gemeen : liefde voor het eigene en het verleden van de Zwinstreek. Wij verstuurden het blad naar de vier hoeken van de wereld en het werd in vete universiteiten zeer ernstig genomen.

Na één jaar telde de kring vijfenzeventig leden. Tien jaar later waren er driehonderdvijftig. De jaren daarop werd het bestuur en/of de redactie uitgebreid met : Karel Aernoudt, Germain Bonte, Roger Crois (†), Albert De Keyser, Maurits Dekeyzer, Marcel De Smedt, D. Heyneman, Bieke Hillewaert, Robert Huyghe, Eric Huys, Luc Janssens, Jan Kamoen, Bert Kennis, Jacques Larbouillat, Yves Parmentier (eerste erevoorzitter, †), Marie Madeleine Rosseneu, Fons Theerens, Mieke van Cauwenberghe, François baron van der EIst (tweede erevoorzitter), Nicole vanden Weghe en Kristof van Quathem.

Sommige bleven kortere, andere langere tijd.

Met hen en in hun geest (en met de hulp van onze lezers en medewerkers) beginnen we aan een tweede cyclus van veertig jaar.

Aan allen onze welgemeende dank.