Korte verslagen 1961-04

1.    Knokke  - 13 augustus 1961

Dit verslag zou een heel bijzondere plaats moeten innemen. Niet omdat wij Leden van de Kring er iets héél bijzonders van gemaakt hebben, maar omdat het geen we samen bezocht hebben op die “Wandeling” voor de streekkennis zo uitzonderlijk interessant en leerzaam was.

Weeral waren we met een 36 aanwezigen, zodat het wel een beetje “spande” in de auto’s die ons naar de tentoonstelling brachten in het Hotel du Zoute. Het parkeren werd een ware miserie en we “verloren” er jammer genoeg een Medelid , die we juist liefst vanal in ons gezelschap hadden gehad op de verdere namiddag.

Geen beginnen aan om een opsomming te maken van al de foto’s met beelden van landschappen, straten en pleinen, van mensen en typen, van strand- en badkostumes uit vroeger dagen. Niets kon ons beter een voorstelling geven van de groei van de Badstad Knokke. Al wat we kunnen zeggen is: “ E N I G ”. Ja, een enig rijke verzameling. Denk eens aan de molens bvb….. Knokke zal met de tijd de heer Debruycker bijzonder dankbaar zijn om de zorg en de smaak waar- mee hij al die kostbare documenten bijeenbracht. Dr. Jos. De Smet, Hoofdconservator van het Rijksarchief, stelde zelfs voor dat de stad Knokke de volledige verzameling zou aankopen of tenminste laten in ‘t dubbel maken, om ze voor de geschiedenis van Knokke zeker te bewaren.

Proficiat Mijnheer Debruycker: alle heemkundigen zijn er jaloers op! Die gedacht had dat hij maar wat prentjes ging kijken, was mis; het werd een aangename studie en een kijkgenot van anderhalf uur.

Een heel ander aspect van ons Heem bracht ons het tweede deel van de Wandeling. Wij genoten bij een stil en zacht weertje van al de frisse schoonheid van het Vogelpark. Veel, veel te veel om er zelfs een deeltje van te vernoemen. Terugkeren is de boodschap om te leren en te genieten.

Zo ver was de tijd gevorderd, dat er slechts voor een paar hardnekkige “trotters” een tochtje door het Zwin overbleef.

“En zeggen dat ik 67 jaar oud moest worden, eer ik voor ‘t eerst die heerlijke vlakte zie… en ‘k wone maar in Oostkerke...” Ja, zo is het: We doen verre reizen en ontdekken niet ons eigen schoon! Als de Kring een beetje daartoe helpt is een van haar doelstellingen bereikt.

Broeder Gaëtan

2.   De Brugse Haven - 1 oktober 1961

De weg van Brugge naar de zee loopt dwars door het werkterrein van onze Kring. Het was zo voor eeuwen en het is nu nog zo. In “Rond de Poldertorens” en op Heemkundige Wandelingen, hebben wij reeds meer over het Zwin geleerd. Toen het Zwin verzandde zocht Brugge de weg naar zee langs kanalen. In 1565 was het langs Koolkerke, Pereboom, Monnikerede, Hoeke en Sluis. In 1813, bij de val van Napoleon, kwam de Damse Vaart tot aan Lapscheure. Brugge verlangde naar zee, en begin 1900 werd het Boudewijnkanaal gegraven.

Na veertig jaar stilstand, schoot de Brugse Haven wakker. Niet het minst dank zij de stuwkracht van Burgemeester Vandamme.

Wie kon dan beter gevonden worden dan dhr. Volksvertegenwoordiger Fernand Vandamme om ons rond te leiden en de groei en de toekomstplannen uiteen te doen van dit moderne Zwin!

En het werd die zondag een hoogdag voor de Kring Sint-Guthago. Vijf en tachtig aanwezigen - uit 12 verschillende gemeenten - in een karavaan van 17 auto’s, bracht dhr Vandamme naar de interessantste hoeken van de Haveninatallaties te Brugge en te Zeebrugge. Langs de werven voor het slopen van schepen, kwamen wij voorbij het sierlijk silhouet van het fameuze bananenschip. Met de klaarheid en de welbespraaktheid van een advokaat en met de gemoedelijkheid van “allemans vriend”, vertelde dhr Volksvertegenwoordiger ons de hoopvolle en helaas korte levensloop van de Brugse Scheepswerven.

Bij het Nijverheidsdok kregen wij met getallen en toekomstplannen ter staving, een enig juist en duidelijk beeld van het heerlijk werk dat hier aan ‘t groeien en bloeien is. Zo een bezoek is er honderd waard.

Na een rit langs de tien à twintig splinternieuwe bedrijfsinstallaties -waarbij wij verwonderd stonden over de internationale betekenis van bvb. de onttinnigsfabriek, de T.V.fabriek, de outboardmotorenfabriek, de fabriek voor breimachines, zelfs van een confiserie,- kwam het gezelschap te Zeebrugge aan.

Te Brugge legde dhr. Vandamme de plannen uit voor de vergroting van het Boudewijnkanaal, en hier, een Km in zee, boven op de havendam, wist hij voor al die mensen die hem heel die namiddag vol belangstelling beluisterden, uiteen te zetten wat Brugge nu “in zee” aan ‘t doen is, om van Zeebrugge een der belangrijkste petroleum-havens van West-Europa te maken.

Jammer genoeg gaat het weer niet om in een kort verslag ook maar een gebrekkig beeld op te hangen van de ontplooiïng die onze moderne haven nu doormaakt ,of van de “plannen” voor Zeebrugge. Wij weten ten anderen dat vele Leden in de lokale weekbladen daarover gelezen hebben; want juist daardoor was de belangstelling voor die gelukte Wandeling zo groot.

Wij weten niet wat wij bij dhr Fernand Vandamme het meest moesten bewonderen: - zijn bevoegdheid en kennis op dit gebied, - zijn genegenheid voor de levensdroom van zijn Vader, - of de ongekunstelde vriendelijkheid waarmede hij de Heemkundige Kring zo aangenaam heeft verbluft.

Na nog wat gezellig napraten of een kleine trip tot in Lissewege, ging het gezelschap uiteen met dit blijde gevoel dat de Sint-Guthagokring “er mag zijn”!

Broeder Gaëtan

3.   Bestuursvergadering  - 11 november 1961

De sekretaris had het Bestuur bij hem t’huis uitgenodigd en tot de laatste man (en vrouw) was iedereen tegenwoordig.

In een gezellig samenzijn werden de financies onderzocht en Penningmeester Willy moet bekennen dat het hoge tijd wordt dat de Provincie West-Vlaanderen ons met een toelage bedeeld, willen wij het zware “schulden maken” vermijden. Het zou jammer zijn moesten wij daardoor ons Tijdschrift moeten inkorten.

“Rond de Poldertorens” gaat er nog steeds op vooruit: nieuwe abonnee’s sluiten aan zowel uit Nederland als uit West-Vlaanderen. Ons tijdschrift zal nu verschijnen op 150 ex.

Voor de vierde jaargang ligt al copie klaar voor een paar nummers.

Voor de wintervergaderingen werden gepland: een voordracht over Hoeke, een over de Vogels van Weiden en Schorren, een over Zeemeerminnen en Zeeduivels, en een over Duizend Jaar Lissewege.