De watertoren

Frieda Devinck

2014-11-27 113529

Stevig met de tenen in de zandgrond 
geplant, rijst het slanke silhouet van de 
Duinbergse watertoren fier uit boven het 
groene bladerdak van Park ’58. 
Bij het binnenrijden van Knokke 
is hij het vertrouwde baken 
dat je welkom heet.

Een kraan opendraaien en het water 
overvloedig zien stromen is 
zo vanzelfsprekend dat we er 
nauwelijks bij stilstaan. 
Maar achter dit kraantje 
zit een ingewikkeld proces verborgen 
waarin de watertoren 
een welbepaalde rol vervult.

 

Aquarel tekening van de oorspronkelijke watertoren uit 1901-1902.

Een vlugge wandeling doorheen de eeuwen laat ons zien hoe boeiend de evolutie van de watervoorziening is. In de oudheid hing de keuze van een nederzetting altijd af van het al of niet aanwezig zijn van water.

Gedurende het Romeinse Rijk bracht men water uit het brongebied van de rivieren langs aquaducten, letterlijke waterleidingen, naar de rand van de grote steden. Daar werd het water opgevangen in hooggelegen reservoirs of torens die “Castellum Aquarum” werden genoemd. Nu is de link vlug gelegd tussen die Romeinse benaming en het Franse “château d’eau” en ons Nederlandse “waterkasteel”. Vanuit die watertorens of castella werd het water via buizen naar de verschillende stadsdelen gebracht.

In de middeleeuwen, en dit tot ver in de jaren 1800, was de watervoorziening in de Lage Landen hoofdzakelijk gebaseerd op een systeem van waterputten. Vele huizen hadden een eigen waterput in tuin of binnenkoer. In de steden stond meestal een waterput op markten en pleinen zoals de Quinten Metsys-put in Antwerpen. In de streken met enig reliëf werden waterbronnetjes in de heuvels opgevangen en via loden leidingen bracht men het water naar de openbare fonteinen in dorpen en steden. Vanaf het midden van de 19de eeuw ontstond in België de behoefte aan echte waterleidingnetten.

2014-11-27 113610De watertoren van Duinbergen omstreeks 1905, op de achtergrond Knokke-Dorp.

2014-11-27 113630Email plaket van de inhuldiging van de waterwinningsinstallatie.

WATERLEIDINGNETTEN

2014-11-27 113653

Toen Heist rond 1890 een plotse evolutie kende en het toerisme uitbreiding nam, besloot het gemeentebestuur een degelijk waterleidingnet uit te bouwen.

Er werd een geschikt waterwinningsgebied gezocht waarop ook een watertoren kon gebouwd worden. Heist kocht een duingebied van 3 ha, het huidige Park ’58, aan de familie Serweytens de Mercx met het doel oppervlaktewater op te vangen en te filteren. In 1901 werd gestart met de bouw van de toren en de waterwinningsinstallatie, de aanleg van 53 filterputten in de duinen en het plaatsen van vijf dompelpompen. De dorpel van de watertoren ligt 7m boven het officiële nulpunt en de totale hoogte was 45,20 m. 

Om het grote gewicht van het bouwwerk plus het gewicht van de stalen kuip met een watermassa van 400 m3 te kunnen dragen, werd een fundering van metselwerk gemaakt. Daaronder liggen vier rijen eiken palen van 6 m lengte als extra versteviging. Het dak bestond uit zinken platen die het water in de kuip tegen vervuiling moesten beschermen.

In 1951 werd de “waterbehandelingsinstallatie” volledig omgebouwd en gemoderniseerd. Toen Knokke en Heist in 1971 een fusiegemeente vormden, werden ook de twee waterbedrijven samengevoegd. De waterleidingnetten werden onderling met elkaar verbonden en zo stond de watertoren in directe verbinding met het zusterstation in de Helmweg.

Grote vernieuwingswerken vonden plaats in 1973-74. De toren kreeg een totale hoogte van 53 m, de metalen kuip werd vervangen door een nieuwe in beton met een inhoud van 600 m3 en een ondergronds reservoir werd aangelegd. Men stak de toren in een wit kleedje waardoor hij een moderne en jeugdige look kreeg. De waterwinning in Park ’58 moest in 1984 worden stilgelegd omdat het bodemwater te veel nitrieten bevatte en ongeschikt was voor consumptie.

Later in 1994 bouwde men nog een water reservoir met pompstation om aan het hoger waterverbruik te kunnen voldoen.

OPEN MONUMENTENDAG

Watertorens verdienen als monumenten beschouwd te worden omwille van hun waarde in de bouwgeschiedenis. Op open monumentendag kan de watertoren soms bezocht worden. Via een metalen binnentrap met 216 treden klim je omhoog. Na heel wat gehijg en gepuf bereik je de boven ruimte en daar wacht je een ware verrassing.

Een totaalzicht van 360° op de omgeving ontrolt zich voor je ogen en doet je even naar adem snakken. Het hele polderlandschap, net een lapjesdeken, ontplooit zich zo ver je kijken kunt. Bij helder weer zie je zelfs de torens van Brugge en de met bomen afgeboorde kanalen. Aan de andere kant van de boven ruimte krijg je een nooit gezien panorama van Knokke en Duinbergen met boomrijke lanen, kronkelende intieme paadjes en mooie villa’s. En dan de zee... zo dichtbij, bijna op grijpafstand zodat je onwillekeurig even terugdeinst. Een machtig schouwspel: de schuimende golven, de haven van Zeebrugge, de containerboten die voorbijvaren, het eiland Walcheren.

Onder bepaalde vensters hangen foto’s met aanduiding van wat je door het raam ziet zoals de toren van de kerk, de molen van het Kalf, een ver gebouw, enz.

 

2014-11-27 113821De afbraak van de kuip en de “onthoofde” watertoren van Duinbergen in 1973.

2014-11-27 113850BOUWKUNDIG ERFGOED

Los van elke nostalgie zou een reeks watertorens moeten bewaard blijven als onderdeel en illustratie van ons bouwkundig erfgoed. Soms waren ze het eeuwige conflictpunt tussen ingenieurs en architecten, tussen het nuttige en het mooie, tussen functie en vorm. Ze werden in karikaturale termen uitgemaakt voor “betonnen wratten op poten, banale watersilo’s, logge massa’s, architecturale gruwels...”.

Hoe we ze ook bekijken, het blijven waardevolle getuigen van een historische evolutie verbonden aan de watervoorziening in België. Uit een studie over de bouw van de watertorens blijkt dat België rond 1920 nog geen 50 torens telde. Hieruit kunnen we afleiden dat “onze” watertoren uit 1901 zeker bij de eerste behoorde die in ons land werden gebouwd.

2014-11-27 113903WERKING

Maar hoe werkt een watertoren? Wat is het mysterie achter die hoge toren?

De werking is heel eenvoudig en berust op het systeem van de communicerende vaten. Door het hoogteverschil tussen het water in de kuip en het water in de leidingen wordt op natuurlijke wijze -dankzij de zwaartekracht - een potentiële energie of druk gecreëerd waardoor het water door de leidingen wordt gestuwd tot bij de verbruiker.

Hoe hoger de toren en de kuip, hoe groter de kracht. Nu helpen computergestuurde pompen de druk en het debiet van het water in de buizen regelen.

 

Foto’s: Archief Gemeentelijk Waterbedrijf
Tekst: gepubliceerd in Knokkestyle, uitgave 2006.

De watertoren

Frieda Devinck

Cnocke is Hier
2006
43
034-038
Line Serranne
2023-06-19 14:43:22