Florimond Kops

Danny Lannoy

Iedereen in Knokke passeert wel eens de Kopsdreef en velen vragen zich misschien af waarom het gemeentebestuur deze naam gekozen heeft. Alle straatnaamborden hebben een korte vermelding over de persoon in kwestie. Wat de Kopsdreef betreft hebben we echter nieuwe informatie gevonden.

Vanaf 1887 startten de eerste bouwontwikkelingen te Knokke met het consortium Verwee - Van Bunnen - Dumortier. De eerste verkaveling strekte zich uit langs de Lippenslaan tot aan de vuurtoren bij het strand.

In 1896 had een zekere Jules Kops-Coene, rentenier uit Elsene, zijn zomerwoning opgericht in een zijstraatje van de Zeeweg (latere Lippenslaan).

Het echtpaar Florimond Kops-Kleintjes, waarschijnlijk familie van Jules, liet in 1899 een dubbele villa bouwen aan de zuidkant van dezelfde zijstraat. Aan de noordkant stonden reeds drie statige belle epoque huizen en op het eind van de straat kwam er halfweg de jaren ’20 Le Petit Bois, (later Bosquet) waar nu het bewuste rustoord Margille zijn locatie heeft. Uit het notitieboekje van veldwachter De Bruecker van 1907, halen we volgende gegevens: bewoners Kopsdreef weduwe Fl. Kops en Louis Kops, kunstschilder(?). Deze laatste was de zoon van het echtpaar Kops-Kleintjes.

De groenrijke Kopsdreef rond de eeuwwisseling, toen nog Le Petit Bois genoemd.

Wie was deze Florimond KOPS?

Hij was afkomstig van Mechelen waar hij werd geboren op 14 juli 1834 als zoon van een leraar. Kops studeerde geneeskunde en vestigde zich in de hoofdstad. Naast zijn dokterspraktijk was hij actief in liberale kringen. Hij was lid van de in 1858 opgerichte vereniging Vlamingen Vooruit. Vanaf 1869 was hij lid van de Fédération progressiste te Brussel, die zich fel kantte tegen de doctrinaire stroming binnen de liberale vleugel. In 1872 stelde hij zich kandidaat bij de progressieve-liberale eenheidslijst maar werd ondanks de steun van De Veldbloem niet verkozen.

Uiterst links de zijgevel van de villa van Florimond Kops. Vooraan in de Lippenslaan de villa Duin en Bosch uit 1902 van Vincent Mommen. Verder in de straat stonden nog drie belle epoque woningen van onder meer Adolf Hoyoux uit Schaarbeek, J. Kops-Coene uit Elsene en Fr. Négré uit Brussel.

Voor de verkiezingen van 1873 was Kops kandidaat voor de Vrjjzinnige Vlaamsche Kiezersbond en kreeg opnieuw niet voldoende stemmen om te zetelen. In 1875 werd hij lid van de raad van bestuur van de pas opgerichte Vlaamsche Schouwburg. Vanaf 1881 is hij gemeenteraadslid te Brussel. Hij behoorde tot de stichters van de Liberale Vlaamsche Bond te Brussel; in 1887 werd hij tot voorzitter verkozen en onder zijn impuls werd tijdens de parlementsverkiezingen van 1888 een poging ondernomen om met een eigen Vlaamse lijst op te komen. Dit initiatief mislukte.

Kops was goed bevriend met burgervader Charles Buls, ook Vlaamsgezind liberaal volksvertegenwoordiger, Victor Arnould en Léon Vanderkindere. Hij was een groot voorstander van een Vlaamse taalpolitiek en kwam openlijk uit voor zijn standpunten. Hij pleitte voor onder meer tweetalige opschriften, tweetalige bankbiljetten, postzegels, munten en stempels. De KVS kreeg subsidiëring door een pre-electoraal akkoord tussen liberalen en Vlaams kandidaat Kops.

Op 13 oktober 1887 hield koning Leopold II zijn eerste Nederlandstalige toespraak in de schouwburg.

Florimond, geneesheer en politicus, was waarschijnlijk één van de weinigen die streefde voor het gebruik van de Vlaamse taal, toen een gedurfd item in de verfranste bourgeoisie.

Bibliografie:

• Danny Lannoy, Knokke & Belle Epoque, De Distel, 1993. 
• Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 1998, 3dl, p. 1748-1749. 
• E. Witte, Het debuut van het liberale flamingantisme in de hoofdstad (1869-1875). Handelingen der KZMTLG (1973), p. 311-355.