1915 - Knokkenaars in het buitenland

Eddy Lambrecht

Zoals zovele Belgische burgers, vluchtten Alfons Billiau (geboren Knokke, 1888 / overleden Knokke, 1972), zijn echtgenote Julia Viaene (geboren Lichtervelde, 1893 / overleden Knokke, 1992), met hun twee oudste kinderen Marie en Joanna vanuit Knokke naar Nederland, toen de Duitse legers naderden in september 1914.

Zij verbleven eerst bij Julia’s moeder in Aardenburg die daar een toevlucht had gevonden. Het aantal bewoners van Aardenburg bedroeg toen 2036, waar nog eens 2030 vluchtelingen bijkwamen.

De represailles (executies, brandstichtingen) tegen de Belgische burgers hadden voor paniek gezorgd, en de Britse propaganda maakte hier handig gebruik van om de Duitsers (the Huns) nog bloeddorstiger voor te stellen. Het gevolg was een stroom van vluchtelingen naar het neutrale Nederland. In Ede alleen al stonden op een zeker ogenblik in oktober 1914, 3.000 mensen aan te schuiven aan de grensovergang, enkelen met motorvoertuigen, de meesten met rijtuigen, hondenkarren of gewoon te voet. Meer dan 30.000 Belgen zouden in oktober 1914 bij Ede binnenkomen in Nederland.

De vissersvloot van Heist was verhuisd naar Cadzand, veel vluchtelingen sliepen in de duinen van West Zeeuws-Vlaanderen.

De rijke vluchtelingen konden het zich veroorloven van op hotel te gaan of een villa te huren, maar het merendeel was aangewezen op hulpverlening en moest onderdak zoeken in de vluchtelingenkampen.

Alfons Billiau keerde nog geregeld terug naar Knokke om zijn moeder te bezoeken. Hij trok steeds over de grens nabij de Nieuwe Hazegraspolderdijk.

Toen de Duitsers naast de bewaking van de wegen naar Nederland, ook nog schildwachten posteerden langs de ganse grensstrook, zat Alfons Billiau opeens vast in Knokke.

Hij diende snel een beslissing te nemen, indien hij zijn vrouw en kinderen nog wilde terugzien.

Hij ging naar de Nieuwe Hazegraspolderdijk en deed alsof hij daar op het veld aan het werk was. Wanneer de wachtposten ver van elkaar verwijderd waren, waagde hij zijn kans, en met kloppend hart spurtte hij over de dijk.

2014-11-24 134612Brief met stempel van het Vluchtoord Ede, verstuurd op 20 augustus 1915

2014-11-24 134641Het vluchtelingenkamp te Ede in 1915, tijdens de viering van de Nederlandse kolonel Mincels. Op een bepaald tijdstip waren er in de kampen te Ede 15.000 Belgische vluchtelingen ondergebracht.

2014-11-24 134700Grensovergang bij St. Anna ter Muiden begin 1915. De baan Westkapelle-Sluis werd versperd met omgehakte bomen.

2014-11-24 134716Dezelfde grensovergang in 1916. Aan de doorgangspoort wordt streng gecontroleerd. De electrische draadversperring van 2.000 Volt is aangebracht. In het midden staan Nederlandse en Duitse soldaten waaronder een matroos. De Duitse schildwacht rechts is een kurassier.
Toen de bewegingsoorlog door de loopgraven een halt werd toegeroepen, was er geen werk meer voor de Duitse Cavalerie. Alle Cavaleriedivisies werden verplaatst naar het Oostelijk front, met uitzondering van één divisie die word ingezet ondermeer voor de bewaking van de Belgisch-Nederlandse grens. 

2014-11-24 134730Grensovergang tussen De Vrede en St. Anna ter Muide. Duitse en Nederlandse soldaat bij de grenspaal, die nu nog altijd op dezelfde plaats staat.

2014-11-24 134749Grensovergang tussen De Vrede en St. Anna ter Muide anno 2004.

Begin 1915 werd de familie overgebracht naar een vluchtelingenkamp bij Eede. De levensomstandigheden waren er niet rooskleurig. Wanneer één van de kinderen longontsteking kreeg, werd het zonder pardon gescheiden van de moeder.

Gezien beide ouders geen werk vonden in Nederland, was er niet genoeg eten om alle monden te voeden. Daarom besloten Alfons en Julia om naar Engeland te trekken en daar werk te zoeken, terwijl grootmoeder met de kinderen achterbleef in Nederland.

Zo vertrokken in het najaar van 1915, Alfons en Julia met de stoomboot van Rotterdam naar Engeland. De reis die twee dagen duurde, was niet zonder gevaren. De machines werden onderweg zelfs stopgezet, wanneer U-boten in de nabijheid werden gesignaleerd. Verder konden drijvende of losgeslagen mijnen een plotse ramp veroorzaken.

Het was ook in deze periode dat Duitse agenten in Nederland rapporteerden aan het Marinekorps, wanneer Nederlandse schepen afvoeren met bestemming Engeland, daar deze ontvluchte krijgsgevangenen, Belgische oorlogsvrijwilligers of werkers voor de Britse oorlogsindustrie aan boord hadden. Nederlandse schepen werden daarom geregeld gepraaid door destroyers van de Flottilla Zeebrugge, en afgewend naar deze haven.

Eens aangekomen in Engeland, huurden mijn grootouders een klein kamertje in de voorstad van London, in Fulham of in Richmond.

Zij vonden vlug werk, Julia moest tenten naaien voor het Britse leger in Egypte, en zij werd per afgewerkt stuk betaald. Alfons werkte in een fabriek waar obussen geproduceerd werden. Daarna gingen zij beiden werken in dezelfde fabriek te Twickenham, nl. Pelabong Works, waar oorlogsmunitie werd vervaardigd.

Het opgespaarde geld werd opgestuurd naar Nederland, voor de kinderen en grootmoeder.

2014-11-24 134805Julia Viaene, tweede van rechts bij de assemblage van slaghoedjes voor granaathulzen. 

Er werd gewerkt in shifts van 12 uur, Alfons werkte ‘s nachts als draaier, Julia tijdens de dag. Zij moest slaghoedjes assembleren voor de granaathulzen, en deze daarna aanbrengen in de hulsbodem. Julia vertelde van de vrouwen die werkten in een afzonderlijk gedeelte van de fabriek, waar de springstof TNT werd vervaardigd. Zij hadden een geelgeteinte huid door de veelvuldige contacten met de chemische componenten van de springstof, en werden daarom “Kanaries” genoemd.

2014-11-24 134821Vrijstelling van legerdienst voor Billiau Alfons, daar hij werkte in de oorlogsindustrie. Wanneer hij ontslag nam op zijn werk, of als zijn vergunning was verlopen, moest hij zich binnen de acht dagen aanbieden bij de recruteringscommissie van het Belgisch Leger:

Modèle B
annexé à l'arrêté royal du 10 août 1916.
Royaume de Belgique.

Exécution de l'arrêté-loi du 21 juillet 1916.
London, S.W.

Certificat de Sursis.

Le tribunal des sursis de Londres accorde un sursis sans limitation de durée au sieur Billiau Alphonse né à Knocke le 1-4-1888 à l'effet d'être employé en qualité de tourneur, par Pelabong Works Twick.

L'insigne de sursitaire N° 3816 a été remis à l'intéressé en même temps que le présent certificat.

Il est rappelé au sursitaire que:

(1°) S'il quitte cet emploi, il est tenu d'en aviser dans les quinze jours le tribunal des sursis et de lui faire connaître en même temps sa résidence et son nouvel emploi;

(2°) Le tribunal des sursis peut retirer ce sursis en tout temps: la notification du retrait est faite valablement à la dernière résidence indiquée par le sursitaire;

(3°) Dans les huit jours suivant l'expiration ou le retrait dus sursis, il est tenu de se mettre à la disposition de la commission de recrutement de … ou au cas où cette commission n'existerais plus, à la disposition de la commission de recrutement de ...

le 15-12-1915
Sceau du tribunal.

Le Président
(HANDTEKENING)
(STEMPEL)

 

2014-11-24 1348552014-11-24 134837

René Neyts, Knokkenaar en halfbroer van Alfons, kwam tijdens zijn verlof naar London, waar hij kon rekenen op een hartelijk onthaal. De soldij van de Belgische “piot” was zo karig dat hij niet veel vertier kon maken tijdens zijn verlof.

Julia ging haar man afhalen aan zijn werk, zoveel zij kon, daar veel vrouwen die zonder man zaten, aan de poort van de fabriek stonden te wachten op een partner voor één nacht. Van de vrouwen die in de fabriek werkten, waren er verschillende die één of andere geslachtsziekte hadden opgelopen.

Op weg naar haar werk via Victoria Station, was zij er omstreeks Kerstmis getuige van dat jonge Britse soldaten aan het station door de Militaire Politie ongenadig werden afgeranseld met knuppels. Julia was daar zeer door geschokt, daar zij ook broers had die vochten aan het IJzerfront. Zij zou dat voorval gedurende haar verdere leven nog menige keer ophalen.

In 1919 kwamen Alfons en Julia terug naar Knokke, om hier de draad van hun leven terug op te nemen, en zoals zovelen hopende op een betere wereld, en nooit nog oorlog...

2014-11-24 134911

Belgisch kraaginsigne “On War Service, Belgium – War Material” en Brits kraaginsigne “On War Service – 1915”, gedragen door Billiau Alfons.

Deze insignes toonden ondermeer aan dat de drager als burger ook zijn steentje bijdroeg tot de oorlogsvoering.

Het was de tijd dat Britse jonge mannen die niet in uniform waren, een witte veer werden aangeboden door patriottisch ingestelde dames.

Op het werk droeg Alfons Billiau ook een armband met de Belgische driekleur.

Lest we forget...

Dit artikel en het vorige over Wereldoorlog I gepubliceerd in het jaarboek van 2003 worden opgedragen ter herinnering van Flight Sub-Lieutenant K.V. Turney van de Royal Navy Air Service.

Turney maakte deel uit van de 4th Naval Squadron dat was uitgerust met Sopwith Camel jachtvliegtuigen.

2014-11-24 134928

Flight Sub-Lieutenant K.V. Turney Royal Naval Air Service 28th September 1917.

Op 22 september 1917 was hij nog betrokken in een luchtgevecht met Duitse watervliegtuigen, tijdens de bescherming van Britse monitors die Oostende aan het beschieten waren.

Turney werd begraven te Knokke op het kerkhof bij de St. Margaretakerk.

In 1936 werden zijn stoffelijke resten alsook die van een onbekende Royal Navy zeeman overgebracht naar het gemeentelijk kerkhof van … Roeselare.

K.V. Turney rust nu ver van de zee die zijn lichaam teruggaf.

 

Bibliografie

  • Belgen in Zeeuws-Vlaanderen, 75 jaar later – T. Stroeve
  • The sky their battlefield – Trevor Henshaw – London 1995

Eddy Lambrecht is een geboren Knokkenaar en auteur van het boek “Grüss aus Flandern” (Uitgeverij Groeninghe, 2004), over de prent- en postkaarten verstuurd door de Duitse bezetter tijdens Wereldoorlog I. In dit boek komen ook foto’s en stempels voor van Knokke tijdens Wereldoorlog I.

Twee andere boeken over Wereldoorlog I zijn in voorbereiding in het Verenigd Koninkrijk.

1915 - Knokkenaars in het buitenland

Eddy Lambrecht

Cnocke is Hier
2004
41
010-018
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:43:22