Een zilveren bestuurslid bij Heyst Leeft
Bryan Utterwulghe
André Desmidt
Bij Bryan zijn het niet alleen zijn (wilde) haren die zilverkleurig zijn, maar ook zijn bestuursmandaat bij Heyst Leeft. Een reden om ook eens bij hem en echtgenote Marie-Rose Tiri op bezoek te gaan. In het hartje van Heist en de visserij.
In de Onderwijsstraat hebben we met een potje koffie een gezellige babbel over koetjes en kalfjes (of over vissen en garnalen), over familienamen en lapnamen, over schuiten en boten en natuurlijk terloops ook wat over de huidige financiële crisis(sen).
Is Bryan een echte Heistenaar? Natuurlijk!!!
Grootvader Petrus Utterwulghe (de Magerens van Kattens - die de zoon was van Pe Katten) had reeds in de jaren twintig een garnaalvanger (met zeilen). In 1925 werd hij reder. Het eerste scheepje werd vervangen door de Freddy: een garnaalvanger (max. 13m) met een motor van 50 PK) in 1927. Leon Utterwulghe (gehuwd met Magda(lena) Beernaert - van de Kappers) was de vader van Bryan. Hoe kwam Petrus aan de lapnaam?
Eigenlijk noemde zijn vader Pe van de Kattens maar moeder had de gewoonte om de kinderen een eigen lapnaam te geven. Wellicht was Petrus aan de magere kant...
Zo noemde ze haar kinderen: de mageren, solle, boertje, sissen en Louis. Ze hadden drie zonen: Leon, Emiel en Albert.
De vader van Leon woonde in de Baderstraat 25 en daar woonden ook Bryan en echtgenote Marie-Rose Tiri de eerste twee jaren van hun huwelijk.
Jeugd
Bryan liep school bij de ‘minnetjes’ en herinnert zich nog levendig de kloosterzuster met lang zwart kleed en indrukwekkende kap.
Hij heeft nog altijd medelijden met die religieuzen die vooral in de zomer enorm moeten afgezien hebben onder die kap die strak rond hun hoofd zat.
Van het kleuterklasje weet hij niet meer zoveel, zelfs niet of hij al helemaal proper was.
Wat hij wel weet, is dat iedereen te voet naar school ging, want toen was het nog geen mode om met de wagen aan de schoolpoort afgezet te worden.
Heist kort na de oorlog was het Heist zoals het al lang was: een oude kleine dorpsgemeenschap met gezellige mensen en zonder druk verkeer.
Klasfoto 1950 met Juffrouw Haeghebaert
De eerste vier jaar van de lagere school liep Bryan in de gemeenteschool, dit samen met zijn vrienden Michel Burggraeve, Eddy Bonny en de gasten van Julien Gheselle.
Als leerkrachten herinnert hij zich vooral meester Albert Naert, Vlugge (René Vlietinck) en de sterrenkijker (meester Hilderson). En na de gemeenteschool ging hij dan voor het vijfde en het zesde leerjaar naar de broeders Xaverianen (de frères). Met frère Arnold (frère Pros) die altijd een pijp rookte en stonk van een uur ver.
Die oudere broeders waren weinig verzorgd... wat wil je, al die mannen bijeen...
En dan naar de vrije visserij school... de poort naar de zee! Het was de tijd van Karel Ackx, Staf Vermeille, Albert Rappé, Jacques Stroobandt, Sabbe en Karel Goeminne.
Vrije Visserijschool diploma-uitreiking 1960
De zee
Goed 15 jaar oud mocht Bryan het zeegat in. En 15 jaar lang vaarde hij bij de gebroeders Utterwulghe op de Z 549 Rodenbach. (1 jaar op de Z 559; 1965-1966)
Alfred Vlietinck (Rapé) voerde het schip en later Pierre Vantorre. Tussendoor volgde Bryan ook nog zijn opleiding voor schipper, met succes. Het vissersleven was een hard bestaan maar Bryan was er voor in de wieg gelegd.
Gezwind stapte hij aan boord met zijn proviand en zijn “smoettebusse”. In de jaren zestig verbeterden de leefomstandigheden aan boord en kwam er meer comfort. Vooral 1963 was een “boerenjaar”. Het was de harde winter met een dichtgevroren zee en enorme hoeveelheden tong.
De visgronden waren seizoensgebonden en de duurtijd van de slepen ging daarmee gepaard.
Vissen op de Witte Bank waren reizen van 16 dagen. De Kreeftenput was korter (10 dagen). Ook vissen in het Kanaal (aan Land’s End was korter). In het begin werd er nog niet met de bokken gevist (de Hollanders deden dat al wel!) maar was het nog de traditionele methode.
Ooit werd ook geprobeerd met het Deens systeem van vissen namelijk één groot net getrokken door twee boten (Danish Spare Fishing).
Maar dit systeem heeft eigenlijk geen echte doorbraak gekend.
Vissersboot Z 559 GUDRUN
December 1969 aan boord van Z 569 BLAUWVOET: Willy Bentein(+), Emiel Utterwulghe (+), Bryan Utyterwulghe, Ludo Popelier, Leon Uterwulghe (+), Leopold Degraeve, Daniël Wtterwulghe, Emiel Utterwulghe en Albert Utterwulghe (+)
Anekdotes? De anders zo spraakzame Bryan fronst de wenkbrauwen en slaat de armen de hoogte in.
“In de visserij is elke speciale ervaring eigenlijke een normaal stuk van het leven in zee... wij vissers vinden dat allemaal normaal... ” Maar toch.
Eens vingen we een steur van méér dan zes kilo. We wisten eerst niet welke vis het was, temeer we niet in de Kaspische zee aan het vissen waren hé. Of er kaviaar in zat hebben we niet onderzocht... Bryan was toen 14 jaar (zijn eerste reis met de Z 549)
In januari 1990 (toen de kerktoren van Heist door de storm afwaaide) lagen we in zee met de Prins Albert bij een orkaankracht van 240 km/uur... langs de kustlijn zijn we dan maar teruggekeerd.
Bij het ongeval met de Herald of Free Entreprise deden we bewaking in het Pas met de reddingsboot bij het rechttrekken van het op de zandbank gestrande gevaarte.
Het ongeval met de Z443 Mercator heeft ook een diepe indruk nagelaten.
Bryan was de laatste die sprak met Leopold Desmidt (Pol Keun) gehuwd met Laura Cattoor. Het was toen 20ul5 (22/10/1967).
1965 Doop vaartuig Z 569 BLAUWVOET van rederij van de drie gebroeders Utterwulghe met E.H. Lagae en peter Henri Deklerck
Het schip verging met man en muis in de storm en niemand heeft eigenlijk ooit geweten wat er precies is gebeurd. Het schip van Bryan bleef tegen liggen met de netten open, hopende op beter weer en zij kwamen ongedeerd uit de storm.
Jaren later liep een Hollander vast op het wrak en met de netten werd het naamplaatje Mercator van de brug getrokken.
Eenmaal aangelegd werd dit naamplaatje argeloos op de kade weggesmeten... en zo is dat uitgekomen.
De Regie voor Maritiem Transport
Van de visserij stapte Bryan in 1977 over naar de RMT voor de vaart Oostende-Dover (later Ramsgate).
Een maand na de aanvang liep hij verplicht drie jaar bij het loodswezen en daar bleef hij “hangen” als vrijwilliger bij de reddingsboot in Zeebrugge.
In 1988 keerde hij terug naar de RMT en vaarde o.a. op de Reine Astrid (3 maanden zomerdienst) en de Prins Laurent als vast schip, dit tot in 1997.
Van 1988 tot 1997 vaarde hij het traject Oostende - Dover (en later Ramsgate) met de pakketboten van de RMT. Ook daar heeft hij één en ander meegemaakt. Verhalen van speciale gasten die incognito mee vaarden tot de Britse voetbalsupporters die vooral op de terugreis behoorlijk in de mood waren en zorgden voor overlast.
Belgen en Duitsers waren steeds gedisciplineerd aan boord, zelfs voor de voetbal... ook al waren zij ook wat “uitgelaten”. Na het stopzetten van de RMT deed Bryan nog anderhalf jaar dienst op de schepen die in Duinkerken lagen. Daarna nog een tijdje tewerkgesteld in de preventiedienst van Blankenberge en op 55-jarige leeftijd op rust.
Tijd om te tuinieren (nu niet meer), om veel te fietsen en bijzonder veel te lezen.
Zich verdiepen in de financiële toestand van ons land en haar bedrijven via Belgische en Nederlandse kranten. Elke dag haalt hij dan ook zijn Nederlandse krant(en) De Telegraaf en/of De Volkskrant op in Sluis.
’s Avonds is het wat lezen en tv kijken... bij moeder aan de haard.
Heyst Leeft
In 1984 werd Bryan aangesproken om bestuurslid te worden van Heyst Leeft. Hij kende zeer veel mensen met naam en toenaam en is ook door iedereen gekend. Voor de vereniging is hij ook de specialist voor de visserij. Jarenlang was hij ook onze gewaardeerde penningmeester.
***************
In het vooruitzicht voor 2009
- -in het voorjaar HOBBYBEURS
- -in het najaar FEEST VAN DE 50-JARIGEN (geboren 1958 en 1959)