Hotel Bristol
Anthony Wittesaele / André Desmidt
Het hotelbestand aan de kust gaat er enorm op achteruit. Reden: de hoge vastgoedprjzen waardoor de hotels verdwijnen en plaats moeten maken voor appartementsgebouwen. Met droefheid in het hart hebben we gezien dat een van de Heistse kroonjuwelen ook tegen de vlakte is gegaan en dat er in die vlakte een zeer diepe bouwput is gegraven. Het was voor ons een reden om even contact op te nemen met notaris Anthony Wittesaele (niet voor een bijkomende akte) omdat hij vele jaren terug voor het NCMV-tijdschrift de geschiedenis van het Bristol hotel heeft vastgelegd.
We kregen toelating om deze tekst over te nemen, waarvoor onze dank.
Aanleiding van het artikel was een reeks over bekende Hei stse families die reeds drie generaties hun zaak uitbaten. Gesprekspartner was mevrouw Alice Gheyle, die samen met haar drie zusters en broer het hotel Bristol op de hoek van de Louis Parentstraat en de Zeedijk begon. Hetgeen werd verder gezet door Guy Delacourt en tot voor kort werd uitgebaat door moeder Liliane Devos en zoon Christian, met zijn lieve echtgenote Anneke.
Alice Gheyle vertelde vol enthousiasme en met een overvloed aan details hoe het allemaal begon. Niets liet toen vermoeden dat zij twee dagen later op 89-jarige leeftijd zou overlijden.
Toerisme
In Heist begon het toerisme halfweg de negentiende eeuw. De eerste grote en tevens zeer luxueuze hotels bevonden zich langs de Zeedijk vanaf het Heldenplein naar Zeebrugge toe. Ze dateren van het einde van de vorige eeuw en hun namen zijn elke Heistenaar bekend: Grand Hotel Kursaal, Grand Hotel Royal, Grand Hotel de la Plage, Grand Hotel de Bruges et de Flandres...
Begin twintigste eeuw werd de wijk verder uitgebouw in oostelijke richting waar zich de duinen van Serweytens-de Mercx bevonden.
Eén van de eerste gebouwen die daar werden neergezet was het Hotel Bristol (1925).
Op 6 december 1926 werd het hotel door de bouwer, die het project financieel niet meer aan kon, verkocht aan Henri Gheyle en zijn vier zussen Alice (+1992), Julienne (+1984), Paula (+ 1965) en Rosa (+1961). Zij waren de ondernemende kinderen van Camiel Gheyle, de directeur van het slachthuis van Heist (de abattoir die zich bevond tussen de Bondgenotenlaan en het stadhuis).
Het Bristol Hotel opende voor het eerst de deuren tijdens het seizoen 1927
Het hotel telde zestig kamers met lavabo en was op elke verdieping voorzien van een bad en drie toiletten. De verwarming werd gegarandeerd door drie kolenkachels: één in het restaurant, één in het salon en één in de bar. Voor het overige was het hotel niet verwarmd. Alhoewel... de trouwe klanten wisten beter: de schouw van die kachels gaf warmte in kamer 5 van elke verdieping.
Alice en Rosa deden de bar en de receptie en Julienne en Paula deden de keuken.
Na zijn huwelijk in 1929 ging Henri zijn eigen weg en hij nam pension Regina over langs de “Boulevard”. Hij zou het later overlaten aan Larbouillat en het “Square Hotel” overnemen (De Kinkhoorn). Dit hotel was gegroeid uit een villa waaraan een annex werd gebouwd. De uitbating ervan kwam in handen van Jean Gheyle en dochter Lucette en wordt nu uitgebaat door de heer en mevrouw Vlietinck. (maar ook hier dreigt de slopershamer...)
Voor de oorlog bestond het cliënteel van de mondaine badplaats Heist vooral uit begoede Engelsen. Maar Alice herinnert zich ook enkele Waalse, Brusselse en zelfs enkele Duitse klanten.
Tijdens de oorlog werd het hotel Bristol, net zoals alle gebouwen die zich op de zeedijk bevonden, geïntegreerd in de bekende Atlantic Wall. Alle verdiepingen werden ontmanteld zodat er eigenlijk nog alleen muren overbleven en aan de kant van de zee werden daarenboven de ramen dichtgemetseld. De familie Gheyle werd verplicht te verhuizen en ging in hun villa “Charles-Louis” op de Square wonen.
Na de oorlog begon de heropbouw in verschillende stap pen. Reeds in 1945 kon het hotel opnieuw klanten ontvangen in de eerste 15 kamers die vernieuwd waren. Vanaf dan waren de ganse eerste en tweede verdieping heropgebouwd en in 1948 was het hotel opnieuw volledig bruikbaar. In totaal zestig kamers.
Eigenlijk werd vanaf dit moment permanent gemoderniseerd. In 1963 werd de eerste lift geïnstalleerd. In 1967 het eerste overdekte terras kant zeedijk. In 1968 kwam er centrale verwarming en tussen 1972 en 1974 werden alle kamers voorzien van een badkamer. Dit heeft voor gevolg dat het hotel Bristol, hoewel een van de oudste, ook een van de mooiste hotels was... en dat is dan nog bescheiden uitgedrukt!
In 1963 werd de uitbating overgenomen door Guy Delacourt (1936-1986), zoon van Rosa. Hij had een goede opleiding genoten in verschillende gekende hotels, o.a. in Brussel. Hij werd bijgestaan door zijn echtgenote Liliane Devos die het hotel verder runde na zijn veel te vroeg en onverwacht overlijden.
Net als zijn tantes Julienne en Paula Gheyle dat deden voor hem, en zoon Christian na hem, verzorgde Guy zelf de keuken. En wie er ooit at weet dat die keuken garant stond voor puur eetgenot met kwaliteit in en rond het bord.
Sedert het beëindigen van zijn studies aan de hotelschool “Ter Duinen” te Koksijde in 1986, die gevolgd werden door een viertal opleidingen en stages in hotels in België en Frankrijk, werkte zoon Christian samen met zijn moeder hard en vol begeestering om de stevige reputatie van het hotel hoog te houden.
Vanaf 1990 werd een volgende vernieuwingsronde (lift, terras, kamers...) ingezet teneinde het hotel te laten voldoen aan de brandveiligheidsnormen en aan de smaak en de hoge kwaliteitsnormen van de hedendaagse internationale toerist.
De jongste jaren hadden heel wat sportploegen en topsporters er hun vast stek en het vernemen van de sluiting van het hotel werd in Luxemburg bijna nationaal nieuws. De Luxemburgse klanten blijven er inderdaad een beetje verweesd bij.
Evolutie
De afbraak past in een bepaalde trend. Maar als we even onze herinneringen boven halen zien we dat Heist ook enorm is geëvolueerd. De Heistenaars zullen zich levendig herinneren dat vroeger het strand eigenlijk maar begon ter hoogte van de Bristol. Er waren enkele badkarhouders voor het hotel, links van de rampe. Het strand lag zeker twee meter lager dan nu en voorbij de betonnen afrit stonden nog een twintigtal “baigneurs”. Nu zou dit niet meer mogelijk zijn want na het verdwijnen van veel baigneurs en het opschuiven naar links heeft men aanplantingen gedaan op het strand zodat er minder opwaaiend zand zou zijn op de Zeedijk.
Het gevolg is dat daar kunstmatig duinen zijn ontstaan en dat die nu in het Ruimtelijk Uitvoeringsplan als natuurzone vastgelegd zijn, waardoor er steeds minder recreatie mogelijk wordt. En dan had je nog Emilio op de zeedijk, de schilder die inspirerend keek naar de zee om dan winterlandschap pen te schilderen die verloot werden. En in dezelfde blok de fiets-en rij wielverhuurder.
En dan verder de houten constructie van Photo Hall met ervoor de weegschaal en in de onmiddellijke nabijheid het Rode Kruis en de redders. En dan Rijckaert die elke dag met zijn paarden naar het strand ging, ter hoogte van de Resoluut, het strandhoofd.
Ook de ezeltjes kwamen langs daar op het strand... het was een drukke passage en de badkarhouders ergerden zich elke dag opnieuw aan wat de dieren achterlieten en zij moesten opscheppen. (maar ze waren het gezegde indachtig: stront is geld).