1949…. een jaar van inhuldigingen

André Desmidt

Tijdens de lange winteravonden heeft men al eens tijd om in oude kranten te bladeren. Een bron van veel streekinformatie voor ons is het Brugsch Handelsblad.

Wij vonden het nuttig eens een aantal artikels naast elkaar te leggen om er een nieuw stukje over te schrijven... uit lang vervlogen tijden.

1949 - Heist likt nog de wonden van de oorlog. Maar dynamisch als de bevolking en het bestuur zijn, is men reeds volop bezig met de heropbouw, en worden nieuwe initiatieven genomen om het toerisme aan te zwengelen.

Samen met u nemen er enkele onder de loep.

Inhuldiging van de "Tom Thumb Golf" in Duinbergen.

Halfweg april 1949, op een zondagmiddag had in beperkte kring de inhuldiging plaats van de nieuwe miniatuurgolf te Duinbergen. Het was niemand minder dan mevrouw de Gheldere die de vlag mocht hijsen en onder luid applaus het eerste balletje mocht "putten".

Burgemeester de Gheldere loofde in gloedvolle woorden de inrichters, de heren Joris, voor hun prachtprestatie. Met deze nieuwe Tom Thumb Golf realiseerden zij iets enigs langs de Belgische kust, hetgeen beslist zeer veel toeristen zal lokken.

Het gezelschap trok zich terug in het gezellig "lusthuisje" aan de ingang voor een aangename receptie.

Een groep genodigden voor het lusthuisje hij de inhuldiging van de ”Tom Tumb Golf”. — In het midden bemerkt men de heer Burgemeester de Gheldere

Inhuldiging van het hersteld stadhuis

Op tweede Sinksendag, 6 juni, was het hoogfeest in Heist. Eindelijk was het herstelde stadhuis volledig in orde en kon het ingehuldigd worden.

Rond 15 uur begonnen de genodigden zich te melden :

Volksvertegenwoordiger en mevrouw Deschepper, volksvertegenwoordiger Eneman, senatoren Neels en Verbrugghe, burgemeester Devriendt van Blankenberge, schepenen Van Damme (Brugge) en Verhulst (Knokke).

Aannemer Arnou die de werken uitvoerde, Stadsarchitect Baillyu, de Deputé's Ollivier en Smissaert, ere-Burgemeester Robert de Gheldere, stationsoverste Leclercq, de postmeester, de leden van de gemeenteraad, E.H. onderpastoor Moreel...

Om 15.15 u kwam burgemeester de Gheldere met de directeur-generaal van Openbare Werken de heer Willems Fr. toe.

Na de aankomst van gouverneur van Outryve d'Ydewalle werd de academische zitting gestart in de raadzaal van het stadhuis.

Na de plechtigheid verlaten de heer Burgemeester de Ghel­dere, de heer Gouverneur van Outryve d’Ydewalle en Directeur-Generaal Willems, het stadhuis. (Foto Maelstaf)

Burgemeester de Gheldere sprak volgende woorden :

Mevrouwen,
Weledele heer Gouverneur,
Mijnheer de directeur-generaal,
Mijne heren,

Op Vlaanderens Gouden Kusten, in een bekoorlijk Noorderhoekje van onze dierbare Vlaamse Gouwe, is er een stadje dat in feest is, waar de bevolking jubelt en zingt en zo'n geestdriftig gejuich inschakelt en vermengt met het liedje der eeuwige Zee.

Gij hebt het genoemd, dat stadje is Heist aan zee.

Heist aan zee dat heden opent zijn poorten van zijn nieuwe huis en er de blijde intrede verleent aan dezen, wiens gemeentelijke vrijheden en voorrechten het zal verzinnebeelden en bewaren, en aan deze uitgelezen schaar van Beschermers en Vrienden van Heist, die ik hier mag begroeten en verwelkomen.

Zo sprak burgemeester Robert de Gheldere ten jare 1932, bij de inhuldiging van het nieuwe stadhuis.

Het toeval wil dat 17 jaar later aan Uw dienaar, de zoon van de toenmalige burgemeester, de grote eer te beurt valt bij de heropbouw van ons stadhuis het woord te voeren.

Mijn eerste woord zal dan ook een eerbiedige en hartelijke welkomstgroet zijn aan de heer Gouverneur en de heer directeur-generaal Willems, de heren Senatoren en Volksvertegenwoordigers, de Bestendig Afgevaardigden, de Burgemeesters en Schepenen, de provinciale griffier, en U allen heren ambtenaren die de uitgelezen schaar van vrienden van Heist vormt.

Weledele heer Gouverneur, trouwens vriend van Heist en van gans de kust, die het op prijs gesteld hebt, heden in ons midden te zijn en aldus bewijs te meer levert van Uwe verkleefdheid en toewijding aan Uw West-Vlaamse bevolking en meer in het bijzonder aan het geteisterde Heist.

Ik houd er nogmaals aan de weledele heer Gouverneur van West-Vlaanderen onze innige dank te betuigen, zoals onlangs in de Provincieraad, voor de krachtdadige stem die gij ons verleent inzake toerisme.

Mijn hartelijke welkomstgroet gaat ook naar U mijnheer de directeur-generaal Willems, die door uw optreden het herleven van Heist mogelijk maakte.

Moet ik U zeggen dat de korte plechtigheid van straks enkel een mindere uiting zal zijn van Uw dankbare genegenheid die de Heistse bevolking U toedraagt.

Dank aan U zal binnen afzienbare tijd Heist-Duinbergen zijn plaats van parel der badsteden heroveren.

Heist weet wat gij gedaan hebt en thans iedere dag nog verwezenlijkt voor ons met het verleggen van het spoor, het vergroten van de vissershaven, met de verdediging van ons strand, met de herinrichting van ons vroeger bosje, het huidige directeur-generaal Willemspark.

Waarde Heren Genodigden, die hier allen heden tegenwoordig zijt, laat mij toe u hier namens de bevolking van Heist van harte te bedanken.

Iedereen weet dat grote herstellingswerken moeilijker te verwezenlijken zijn dan nieuwbouw, maar wanneer geheel het administratief personeel in ditzelfde gebouw, met of zonder dak moet blijven werken, zodanig dat het bestuurlijk leven niet wordt gestremd, wanneer storm, hagel, sneeuw en regen de zaken komen verbrodden en wanneer bovendien een Burgemeester de aannemer elke dag wil doen toveren, wanneer gij dit alles getrotseerd hebt en uw werk tot een goed einde hebt gebracht, moogt gij zeker zeggen, mijnheer Arnou, dat gij en uw mannen mijn hartelijk dankwoord dat ik u heden toestuur, niet gestolen hebt.

Ik zal zelfs zeggen in militaire stijl: Monsieur Arnou a bien mérité de la Patrie.

Een dankwoord ook voor de bouwkundige de heer Baillyu en voor U heren van de pers, die ons zo flink ter zijde hebt gestaan, in onze lastige strijd for life.

Ik sluit, Heren, met de bede ons verder te willen steunen teneinde in het vernieuwde een voorteken te mogen zien van de heropbloei van Heist.

Zoals dit stadhuis uit zijn puinen herrezen is na de gewelddadige aanvallen doorstaan te hebben, zo zal Heist vernieuwd en verfraaid haar plaats onder Gods zonne bewaren.

Een gemeente zoals Heist die een zo intens aaneengesloten gemeenschap vormt, met eigen leven en eigen belangen is fier op haar verleden, moedig in haar huidige strijd en hoopvol voor haar toekomst.

Heist zal de dichter niet beschamen die zong :

Opdat het nageslacht hieruit zou leren
De wijze les die het verleden schenkt.
Zij blijven groot, die eigen grootheid eren.
Een volk, dat eerlijk leven wil, gedenkt.

Deze gloedvolle rede werd op een daverend applaus ontvangen.

Daarna nam de heer Gouverneur het woord en huldigde de burgemeester en de gemeenteraad, om hun opoffering en dienstvaardigheid, die zij zich getroosten om Heist in zijn vroegere glorie te herstellen.

Hij sprak de hoop uit, dat zij op de ingeslagen weg zouden voort gaan tot ieders welzijn.

Toen werd door de heer Gouverneur overgegaan tot de onthulling van een bronzen gedenkplaat in de hal van het stadhuis, terwijl het vaderlands lied weerklonk.

Het bosje van Heist in oude prentkaarten, met het kaartershuisje, de hert en de oude bunkers

De personaliteiten bezochten daarna het stadhuis, terwijl het muziek van de Gistfabriek uit Brugge lustige deuntjes speelde. Vooraleer men naar het standbeeld der gesneuvelden ging, nam de Gouverneur, belet zijnde, afscheid.

Inhuldiging van het bosje van Heist

Na de inhuldiging van het stadhuis en de hulde aan het monument van de gesneuvelden stond er nog één voornaam punt op de agenda: de inhuldiging van het directeur-generaal Willemspark.

Een menigte wachtte de stoet op en een klein "Klakkertje" sneed het symbolische lint door onder het welwillende oog van de directeur-generaal Willems en Burgemeester de Gheldere.

Daarna werden onder de tonen van het vaderlands lied en Te Velde de padnamen van zeven politieke gevangenen onthuld door de Vuurkruisers. Een minuut stilte volgde.

Ten zeerste ontroerd begaf de directeur-generaal zich dan naar de pergola waar de heer burgemeester de vlag wegnam die de huldeplaat bedekte.

"Het bosje in 1940-1944 door de vijand verwoest werd door 's lands tussenkomst in een park herschapen. Voortaan zal het de naam van Directeur-Generaal Willemspark dragen uit dankbaarheid voor zijn hooge bescherming. 6.6.49"

De heer Willems werd toen ten allen kante geluk gewenst, waarmee de plechtigheid afgelopen was.

In het Chalet Suisse had een gezellig samenzijn plaats, waar de burgemeester nogmaals zijn dank uitdrukte en zich in het Frans richtte tot mevrouw Willems en haar ook dankte voor haar komst.

De heer Willems nam dan het woord om te zeggen dat het de grote verdienste was van de burgemeester en de schepenen Parez en Daveloose en de stadssecretaris Gobert dat er zoveel kon gedaan worden.

Het dynamisme van het gemeentebestuur werd duidelijk onderstreept.

De heer Willems onderstreepte zijn blijvende inzet voor de toekomst om problemen van openbare werken in Heist verder te volgen en te steunen, met prioriteit voor een oplossing voor de ontzanding van Heist.

Opzoeking en synthese André Desmidt