Duinbergen, een stukje nostalgie in het paradijs van nu !

Een wandeling met en van Rita Vandewalle

Toen Charles Serweytens, echtgenoot van Vrouw Felicie de Mercx, in 1855 een uitgestrekt domein van 300 ha aankocht, gelegen langs de kust op het grondgebied van Heist en Knokke, hadden die beide lokaliteiten nog niet het uitzicht van een badstad.

Heist was toen nog een vissersdorp waar platbodemschuiten aanlegden op het strand. Ook de agglomeratie van Knokke lag nog veilig weggeborgen achter de Graaf jansdijk, en kende slechts een landbouwhuiskunde. Door deze verlaten streek liep geen enkele weg die beide lokaliteiten verbond. Noch Knokke, noch Heist werden bediend door de spoorweg !

Uit de aankoopakte blijkt dat het ganse domein bestond uit weiland, landerijen, bossen, kreupelhout en enkele boerderijtjes. Gezien de wilde staat waarin het zich bevond, was het zeer geschikt voor de jacht, waarvoor de koper het dan ook regelmatig gebruikte.

Na het overlijden van de Heer Serweytens op 26 april 1864 verkocht de familie de gronden gelukkig niet.

Onder impuls van Donat Van Caillie, advocaat te Brugge en kleinzoon (langs moeders zijde) van Charles Serweytens, zou "Duinbergen" immers ontstaan.

Het begon in 1893 toen Van Caillie in de duinen een houten barakje liet optimmeren waar wandelaars een verfrissing konden krijgen. Van Caillie wilde dit duinenoord de naam "Zeebergen" geven, maar moest daar van afzien omdat die naam te goed op Zeebrugge leek. Hij liet dan maar "Duinbergen" op het barakje schilderen. Op zekere dag werd het hutje door een winterstorm vernield.

Het werd niet meer herbouwd, maar de naam die er op stond bleef behouden.

De eigenlijke stichting van Duinbergen moeten we echter later situeren, meer bepaald op 1 januari 1901, toen de "Maatschappij Duinbergen" werd opgericht. Reeds op 25 augustus 1902 werd de badplaats door de toenmalige gouverneur Graaf Charles d'Ursel ingehuldigd.

Onze wandelroute naar Duinbergen start hier op het Heldenplein. Wij volgen de zeedijk oostwaarts tot aan het Directeur-Generaal Willemspark, - bij ons beter gekend als het "bosje" van Heist -. Wij doorkruisen dit stukje natuurschoon en bereiken zo de plaats waar Heist uitvloeit en Duinbergen begint...

groeten uit duinbergen

Doorheen ontelbare pittoreske wandelpaadjes en villawijken wandelen we tot aan het Park '58, om uiteindelijk de Bocheldreef te bereiken gelegen op de hoogste duinenrug van Duinbergen, de voormalige Vossenhul. Met een enig uitzicht op het Albertstrand keren we dan terug naar ons rustpunt de "Sun Beach".

Na een koele verfrissing, en met een warm hart voor Duinbergen wandelen we langs de Zeedijk terug naar Heist!

Tussen het Heldenplein en het vroegere Hotel des Bains op de hoek van de Zeedijk en de Albatrosstraat, laat de huidige "nieuwe Zeedijk" niets vermoeden van het drama dat zich hier afspeelde op 31 januari 1953.

Die nacht was er volle maan, opkomend water, hevige storm... springtij! Oude vissers kunnen getuigen dat deze samengebundelde natuurelementen onvermijdelijke oorzaken waren van de overstromingen in gans West-Europa. Ook Heist ontsnapte niet aan de watersnood!

De golven sloegen tot op de dijk, elektrische palen werden omver gekegeld en in de dijk werd een bres geslagen van 200 m. lang en 25 m. diep. Juist doordat de dijken het op sommige plaatsen begaven, had het water de vrije loop naar het dorp.

Gans Heist was in alarmtoestand.

Van sommige hotels o.a. - het Hotel des Bains - lagen de grondvesten reeds bloot.

Het leger kwam onmiddellijk ter hulp en er waren 90.000 vaderlandertjes nodig om het gat te dichten. Benevens alle stoffelijke schade betreurde men bovendien het vergaan van een vissersboot, (de Z 527) met zijn ganse bemanning!

Op de hoek van de Serweytens de Merckxstraat, herdenken we heel even de grote bezieler van Duinbergen, de Heer Charles Serweytens. Hij was eigenaar van het stuk duinen dat zich uitstrekte ter hoogte van deze straat tot aan het einde van het Albertstrand. Een prachtig domein van 288 ha groot en 3,5 km. lang.

Juist deze duinen waren eertijds de machtigste van gans de Belgische kust. Men sprak zelfs van "Ie mont blanc de Heyst".

Vooraleer Heist te verlaten, nemen we nog een kijkje op de "Square". Aanvankelijk noemde dit plein "Square Elisabeth". Na de dood van Koning Albert in 1934 kreeg het de naam van "Square Albert I".

Pas na de fusie werd het "Kinkhoorn" genoemd.

Juist door zijn beschutte ligging en zijn familiair karakter is het zo geliefd bij de vakantiegangers. Centraal staat het "Square Hotel" gebouwd in 1930 en toebehorend aan de familie Gheyle. Links van het bosje van Heist - met een uitzichtterras over de zee - bevindt zich het zwembad De Raan.

Die naam werd ontleend aan een openlucht zwembad gevoed met zeewater. In het kader van de toeristische expansie kan en mag het een zeer geslaagd project genoemd worden.

Wij wandelen nu door het Directeur Generaal Willemspark. Dit park welke staatsdomein is, heeft een oppervlakte van 10 Ha. Een groene zone behouden, verdient alle lof en dit bosje is dan ook nog steeds dé grote attractie van Heist.

Ter hoogte van de huidige tennisvelden, gaan we heel even terug in de tijd. Zeg maar anno 1910, toen de eerste tennisvelden daar neergeplant werden in de ongerepte duinen. Op een heuvel stond de "Potinière" of het "kletshuisje", een houten gebouwtje dat fungeerde als ontmoetingsplaats.

Het werd er gebouwd in opdracht van kunstschilder Dewulf uit Heist en juist dit initiatief gaf aanleiding tot het verdere beplanten van de omgeving, zodat een stuk duinen een tiental jaar later tot "bosje" was omgetoverd.

Helaas bouwde de Duitse bezetter tijdens de tweede wereldoorlog er talrijke bunkers en vernielde grondig het bos. Toen heeft de gemeente een beroep gedaan op Dir.-Gen. Willems, en door zijn toedoen werden de talrijke bunkers ontmanteld en opgeruimd. Dit was zwaar en gevaarlijk werk.

Met staatssteun én door toedoen van voormelde Heer Willems die de bezieler was van heropbouw van het park, werd vanaf 1946 het bosje volledig herschikt en als park ingericht. Hij mocht dan ook op 6 juni 1949 een herdenkingsplaat inhuldigen, en het park zou voortaan zijn naam dragen.

De Potinière verdween voorgoed tijdens de 2de wereldoorlog, maar de tennisvelden werden in 1948 heraangelegd rond een nieuwe uitbating de "Chalet Suisse".

Wij verlaten het bosje met zijn flora en wandelen - hoe toepasselijk ! - door het Florapad, verder door het Krekelpad, om links de Meeuwendreef in te gaan. Hier doet de omgeving wat 19de eeuws aan, met de villa's eertijds gebouwd door de kapitaalkrachtigen van de "nouvelle vague". Inderdaad werden de eerste villa's reeds aangelegd in het jaar van de stichting van de Maatschappij.

In die sfeer wandelen we dan het Oudjespad in tot aan de Duinbergenlaan.

We slaan links af tot aan de kapel, om het stukje "oude Duinbergen" te bezoeken dat we niet graag zouden zien verdwijnen.

Bij het ontstaan van Duinbergen werd er op 16 mei 1900 een urbanisatieplan opgemaakt door de heer Stübben, een bekend urbanist, (die ook op vraag van de heer Lippens het Zoute gecreëerd heeft).

tennis duinbergen

Hij verdeelde dit grondgebied in 3 secties met aaneengesloten bebouwing, nl.

  • de zeedijk
  • een huizenblok rond de kapel en
  • het Stationsplein.

Deze drie plaatsen waren het vertrekpunt waar Duinbergen zou ontstaan. De rest was voorbehouden voor losse villabouw. Er heerste toen een echte bouwkoorts, want pas drie jaar later nadat de heer Stübben zijn ontwerp had ingediend, telde Duinbergen reeds 30 villa's.

En in de periode van 1905-1908, werden zomaar eventjes 50 villa's bijgebouwd.

villa welvaert duinbergen

Deze kapel werd in 1904 opgetrokken door Edmond Daveloose naar de plannen van jozef Viérin. Dit kleine, met klimop begroeide kerkje in gotische aandoende stijl met het spitse torentje puntig omhoog bezit een pittoresk miniatuurklokkengamma.

Er was toen echter nog geen parochie Duinbergen.

Deze werd pas in 1937 gesticht en viel samen met het bouwen van een ruimere kerk. In afwachting werden de erediensten hier in deze kapel gehouden door de E. Paters Capucijnen van Brugge.

Wij vervolgen onze weg in een lus om het kerkje heen. Let op de mooie oude gevels van deze huizen, versierd met typische ornamenten uit die tijd.

Want behalve het geslaagde plan van de Heer Stübben in zijn geheel, behield de Maatschappij van Duinbergen het toezicht der gevels van bijzondere gebouwen. Allen moesten goedgekeurd en opgevat worden in de "Stijl van Duinbergen".

Waar de Poststraat een ronde bocht maakt en we uitkomen in de Nellenslaan, herinnert de eerste villa links "les Erables" - voorheen "Clos Vincent" genoemd - ons aan zijn vroegere bewoner de Heer Jan B. de Gheldere, burgemeester van Heist. Hij was de tiende burgemeester van Heist.

Een boogscheut verder... richting kapel en wat in de diepte gelegen, de kloostervilla van de zusters, gebouwd in 1936 onder de naam "Sancta Maria".

Het verhaal van de hoofdzuster kunnen we u niet onthouden !

Toen Duinbergen in 1924 zo'n 400 inwoners telde, werd een zekere Heer Pastoor Corti naar deze nieuwe badstad gestuurd. De man was ziekelijk en toch boordevol plannen en idealen.

Men noemde hem de "rustende werker". Hij hield zich bezig met de kapel die hij tot tweemaal toe heeft laten verbouwen. Hij woonde naast de kapel in de villa "Bon Pasteur", wat betekent "goede herder".De pastoor vatte het plan op om een school te bouwen, een lagere Nederlandstalige school voor al de kinderen van de parochie.

Dus werd er in het gebouwtje op de hoek - het vroegere Politiekantoor - nu een Info Center voor de jeugd - gestart met een kleutertuin.

Natuurlijk had hij de kloosterzusters nodig om onderwijs te geven aan die allerkleinsten, en hier begint dan het verhaal van de zusters en hun rol in het geheel. Zij werden naar hier gestuurd in 1928 door het hoofdklooster in Kortemark, en horen bij de orde van de H. Vincentius Apollo, die de stichter was van de orde.

Zij kwamen dus om Pastoor Corti te helpen, en inderdaad, de parochiale school kende bijval, maar het gebouwtje werd te klein. In villastijl werd toen een nieuw gebouw opgetrokken en kreeg meteen de naam van "Theresia School". Spijtig genoeg werd ze verwoest tijdens de tweede wereldoorlog en lijken de nieuwe gebouwen - waar nu nog steeds les gegeven wordt - in niets meer op de vroegere school.

In opdracht van Pastoor Corti werd dan rond 1928 gestart met de bouw van de villa St. Joseph (het huidige Pinguïn hotel) - vlak naast het klooster van de zusters, - met het doel er een tweede school, een Franstalige kostschool voor jongens tussen de 11 en 18 jaar te openen.

Met de opbrengst van de schoolgelden kon de pastoor de financiering aan van zijn nieuwe project. Tien jaar lang, dus tot in 1938 bleef die Franstalige school "St. Joseph" geopend. Toen werd Pastoor Corti ingeschakeld bij de bouw van de grote Parochiekerk. In opdracht van Mgr. Lamiroy hebben de zusters toen zijn werk verder gezet, met het enige verschil, dat het een lagere jongensschool werd.

De zusters hadden hun handen vol aan het onderhoud van de gebouwen, de bijstand in de kapel en het onderwijs in de twee scholen.

Toen de oorlog uitbrak is Pastoor Corti weggegaan uit Duinbergen want hij had een enorme schrik voor de Duisters. Er rijzen vermoedens dat een kwaad lot zijn ouders of grootouders moet hebben getroffen tijdens de eerste wereldoorlog. Later is hij dan op rust gegaan in het Brugse en is er ook gestorven.

Na de oorlog hebben de zusters hun zelfde taak in beide scholen hernomen tot aan het groot verlof van 1973. Want 1973 was het jaar van het beslissende einde voor de Franse school. De reden van die stopzetting was de opkomst van de sociale wetten, en zonder subsidies van de Staat konden zij het financieel niet meer aan.

Logisch trouwens, ... schrijnend als men bedenkt dat zij geen steun konden krijgen juist omdat hun kostschool Frans sprekend was en zij niet konden overschakelen naar de Nederlandse taal.

Waarom niet?

Aan de geest van de Stichting van déze school, waren ze verplicht de Franse taal aan te houden omdat het aanvankelijke doel die zij gesteld hadden was:

  • - Aan Frans sprekende kinderen vanuit het binnenland, die om gezondheidsredenen zeelucht nodig hadden, onderwijs te verstrekken.
  • - Opname van kinderen van ambassadeurs, want hun ouders vertoefden om beroepsredenen iedere twee jaar in een ander land. Hier wisten de ouders hun kinderen in goede handen.
  • - Kinderen van kolonialen die vooral na de oorlog en tijdens de crisis in het toenmalige Belgisch Congo, hun kinderen hier achterlieten, terwijl zij ginder hun term uitdienden.

De villaschool St. Joseph, die aldus zijn functie had verloren, werd in 1974 door het hoofdklooster uit Kortemark verhuurd aan de uitbaters van het huidige hotel Pinguïn.

Met de eerste parochiale school "St. Theresia” is het enigszins anders verlopen.

Bij het overlijden van zuster Irma Degraeve in 1974, de laatste directrice, is de directie van de school overgegaan naar de broeders Xaverianen uit Heist, onder de nieuwe naam "St. Jozefsinstituut".

Het is tot op heden een parochiale school gebleven voor jongens en meisjes, waar Nederlands gesproken wordt en gesubsidieerd door de Staat. Op het ogenblik dat de Franse school gesloten werd en de parochiale school overging naar een nieuwe directie, waren er in het klooster nog tien zusters aanwezig.

Het hoofdklooster liet hen de vrije keuze in het bepalen van hun toekomst. Zij konden terugkeren naar het hoofdklooster of hier blijven in Duinbergen. Uiteindelijk zijn er 5 zusters gebleven: 3 zusters stonden in voor het werk in het klooster en de gebouwen en 2 zusters bleven ingeschakeld als lesgeefsters in de parochiale school.

Nu staan we weer aan het begin van onze lus rond het "oude Duinbergen".

Op de andere hoek van de kapel liggen de villa's 't Zonneke en Welvaert met in reliëf een Helios figuur en een zeilschip. In dit "Zonneke" woonde 's zomers de Brugse notaris Donat Van Caillie, bij wie men tijdens de Belle-Epoque moest zijn om een lap duin aan te kopen van de familie Serweytens de Mercx, die het duin in eigendom hadden.

En nu we toch weer een stukje Duinbergenlaan naar beneden gaan op weg naar het Kinderpad toe, pikken we eerst nog een stukje geschiedenis mee van die laan en zijn omgeving. De Maatschappij Duinbergen bouwde bij haar stichting op eigen kosten een dijk, een wandelplaats en een weg, later Koninklijke Laan, nu deze Duinbergenlaan, die de verbinding tussen de dijk en de baan Heist-Knokke vormde.

In 1907 toen de Staat de zeedijk van Duinbergen verbond met deze van Heist, werd er een overeenkomst gesloten tussen de Staat en de Maatschappij van Duinbergen.

De Staat nam over van de Maatschappij:

  • de zeedijk
  • de Koninklijke Laan en
  • het gedeelte van het strand dat aan de Maatschappij toebehoorde.

Van haar kant verplichtte zich de Maatschappij de plannen van de gevels der te bouwen huizen langs deze wegen aan de goedkeuring van de Minister van Openbare Werken te onderwerpen. Het doel der tussenkomst van de Staat was dus de "Schoonheidszin" te bewaren en te ontwikkelen in de nieuwe aan te leggen gebouwen.

Vooraleer we het Kinderpad ingaan, zagen we rechts van ons een imposant klooster met eigen kapel en schoolgebouwen. Op het koperen naambordje prijken trots de nam van de vroegere school "L'Ermitage" en hun weldoener "Gabrielle Ernst". Het domein is inderdaad een schenking van een grote eigenaar, de heer Gabrielle Ernst.

Deze zusters zijn hier aangekomen in de jaren 1926-27, en behoren tot de orde van "St. Sauveur" of "Goddelijke Zaligmaker". Het hoofdklooster bevindt zich in de stad Annack in Frankrijk. Bij de aanvang lag hun taak hierin, om aan rijke oudere dames verzorging te geven.

In 1938 konden zij deze taak niet meer aan wegens een vooroorlogse materiële overvloed, met het gevolg dat de dames op elk gebied steeds meer eisen stelden. Toen besloten de zusters om toelating te vragen aan het andere voormelde klooster om ook met een internaatschool te mogen beginnen, maar dan voor meisjes.

ermitage duinbergen

Reeds na het grote verlof van 1938 openden ze hun - eveneens Franssprekende school - tot ook hier de oorlog de grote spelbreker was.

Na de oorlog zijn ze herbegonnen en heeft de school een bloeiend succes gekend. Ook zij hebben moeten capituleren voor de druk der sociale wetten en de groeiende financiële zorgen.

In 1974 zijn deze schoolpoorten dan ook voor altijd dichtgegaan. Nu is het wel zo dat de gebouwen nog sporadisch gebruikt worden voor zeeklassen en jeugdgroepen. Er komen ook wel eens zusters en dames die enkele dagen of weken rust verlangen.

In 2001 werd dit pand gesloopt...

In het Kinderpad genieten we volop van de natuur en begrijpen we beter dan ooit de zin van onze wandeling naar Duinbergen. Deze nieuwe badstad - pas ontstaan in het begin van onze eeuw - laat inderdaad meer geschiedenis vermoeden dan we dachten.

Op nu naar de Van Cailliedreef, want daar loopt het Kinderpad op uit. Deze dreef werd genoemd naar Donat Van Caillie, waarvan we weten dat hij de kleinzoon was van Charles Serweytens, die op zijn beurt de eigenaar was van alle gronden. Donat Van Caillie die 's zomers zelf in Duinbergen woonde en het levenswerk van Serweytens heeft verder gezet. Van Caillie schonk Duinbergen zijn naam en was één van de belangrijkste verkavelaars van Duinbergen in het begin van deze eeuw.

Wij stappen deze dreef af tot aan de drukke Elizabetlaan die we oversteken, want daar heeft het Park '58 nog een mooi stukje natuur in petto voor ons.

Op de Elizabetlaan zelf gaan we enkele stappen oostwaarts, richting Knokke, waar we onze wandeling verder zetten - weg van het drukke verkeer -, door het eerste pad rechts te nemen het Magrietenpad. Op de hoek van het Magrietenpad en de Elizabetlaan, zien we de villa 'Rozelied'. Deze villa werd eertijds bewoond door de heer Robert de Gheldere, notaris en burgemeester te Heist.

Zijn zoon, de heer Jan B. de Gheldere nam later zijn ambt over. Hieruit blijkt dat vader en zoon de Gheldere samen, gedurende 40 jaar een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Heist.

Maar nu ter zake.

De naam "Rozelied" voor deze villa werd door de heer Rober de Gheldere gegeven in herinnering en eerbetoon aan zijn vader de heer Karel-Alfons-Jozef de Gheldere. Deze man werd ooit de "dichter van de rozen" genoemd. Zijn loopbaan is nu een brokje geschiedenis die we hier in het kort voor u neerschetsen.

Hij werd geboren op 18 augustus 1839. Ten gevolge van zijn zwakke gezondheid bezocht Karel-Alfons-Jozef laattijdig de school. Doch reeds vanaf zijn eerste studiejaren, gaf hij blijk van "ingeboren veerdigheid tot kunst en kunde". In 1854 trok Karel naar Roeselare, waar hij in 't Klein Seminarie zijn humaniora zou doen. Toen hij in de retorica zat, werd een prijskamp uitgeschreven tussen al de colleges van het bisdom Brugge. De eerste prijs "in het Vlaams" werd aan het toegekend. Maar het was vooral in de poësis dat hij "leefde". Hier had hij immers het geluk Guido Gezelle als leermeester te hebben.

Het was in augustus 1860 dat Karel afscheid nam van zijn meester te Roeselare en medicijnen ging studeren te Leuven. Eenmaal geneesheer vestigde Karel zich te Roeselare. Hij had er een bloeiende praktijk en huwde er in 1871. Zijn vrouw, een weduwe met 3 dochters, schonk hem nog 3 eigen kinderen.

In 1883 verscheen de gedichtenbundel "Landliederen" waarvan Gezelle zelf getuigde dat deze Karel de Gheldere een eervolle plaats had onder de Zuid-Nederlandse dichters van de 19de eeuw. Zijn passie was tuinieren. Hij bezat een grote en mooie tuin waar hij veel zorg aan besteedde. Het middelste gedeelte was helemaal ingenomen door rozen van de meest verscheidene geuren en kleuren. Er stonden over de 500 variëteiten.

In 1893 werden dan ook zijn "Rozeliederen" gepubliceerd. Zo werd hij ooit de "dichter van de Rozen" genoemd...

Hij overleed te Koekelare op 17 juli 1913. Hij was 74 jaar oud geworden.

Het Magrietenpad vormt een rechte hoek, en voor je het weet ben je in de Arkadenlaan.

emile raesMaar zover zijn we nog niet. Want in het huis nummer 14 woonde tot voor kort de kunstenaar Emile Raes. De familie Raes is oorspronkelijk afkomstig uit Oudenaarde. De kunstenaar Emile Raes werd echter geboren in Doornik, op 18 augustus 1907, en won er als kind van 12 jaar reeds de prijs van de stad voor kunst. Hij was een autodidact en beoefende de kunst in al zijn facetten.

Hij is in Duinbergen komen wonen om gezondheidsredenen. Aanvankelijk is hij begonnen als schilder. Als rasechte kunstenaar is hij dan overgegaan op houtsnijkunst. Daarvoor gebruikte hij 'wengé' hout en dit leverde hem zijn eerste grote doorbraak op aan onze kust. Want in 1948 diende hij, in opdracht van Pater Dewilde, een "kruisweg" in houtsnijwerk te creëren voor het Zoutekerkje. De meningen over het resultaat waren zeer verschillend. Sommigen konden dit kunstwerk helemaal niet waarderen en vonden het te revolutionair.

Voor Emile Raes werd het bijna zijn persoonlijke "kruisweg", ware het niet dat weer anderen het werk prachtig vonden. Hij was ook zeer bedreven in de beeldhouwkunst, en nam met zijn kunstwerken deel aan diverse tentoonstellingen, waaronder de wereldtentoonstelling in 1958.

In Duinbergen zelf staan op het Europaplein sinds 1967 "De Meeuwen" van Emile Raes uit gewapend beton te klapwieken. Weer later begon hij succesvol te experimenteren met ceramiek. Hij beschouwde de ceramiekkunst als een ideale combinatie tussen de kunde van het beeldhouwen enerzijds, en het gebruik van kleuren anderzijds.

Ook zijn brandramen voor kerken kenden bijval. In een kapelletje vlak bij Oostende kan men nog een triptiek naar zijn hand bewonderen.

En toch werd zijn revolutionaire geest, zijn streven naar evolutie in de kunst, en zijn polyvalent-creatief zijn hem niet in dank afgenomen door de kunstliefhebbers.

Duinbergen, een stukje nostalgie in het paradijs van nu

Rita Vandewalle

Heyst Leeft
2001
03
006-016
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:43:22