75 JAAR K.F.C. HEIST
Het woord is aan Richard Vantorre ...
André Desmidt
Wie spreekt over voetbai in Heist denkt, naargelang de leeftijd, aan Torten Goetinck of aan Richard en Jeannine Vantorre.
Een voetballeven ... of een leven voor de voetbal
En net als in het echte leven is het vaak ook met momenten met een lach, en momenten met een traan. Bevorderen en degraderen, financieel succes en geldtekort, gejuich en gejoel...
En recent nog de blijheid voor het 75-jarig bestaan en de droefheid bij het overlijden van de moeder van de Heistse voetbal: mevrouw Jeannine Vantorre-Bouckaert.
Wij hadden een aangenaam gesprek met ere-voorzitter Richard Vantorre van K.F.C. Heist, en voelden spijts alles toch de aanwezigheid van zijn lieve echtgenote Jeannine..
Richard en Jeannine Vantorre-Bouckaert
Richard is een geboren en getogen Heistenaar. Zijn vader, Arthur Vantorre (beter gekend als Tuur van Fox) en zijn moeder Simone Lapère woonden in de Kerkstraat. En zoals het vroeger meestal zo was: vader ging op zee.
(later ook uitbater van de cinema Moderne en Metro)
De kleine Richard liep school bij de frères, te voet op en af voorbij de weide van Vyvey. Dit meestal in het gezelschap van de buurjongens Jules Coppens en Werner Lust. Zij ‘schopten’ het ver in de actieve voetbal... hoewel Richard uiteindelijk hun baas werd.
Een echte voetballist kan Richard niet genoemd worden. Was er een bal voorhanden, dan werd er wel eens tegen getrapt, en elke steen op straat kreeg wel een schop, maar competitievoetbal zat er bij hem niet in.
De liefde voor de sport in het algemeen en voor de voetbal in het bijzonder kreeg hij mee van zijn vader, een fervent supporter van voetbal Heist.
Was vader thuis op zondagnamiddag, dan had hij zijn vaste stek op het voetbal, en Richard mocht dan mee met pa... fier als een gieter tussen al dat groot volk.
Vader was een echte amateur van voetbal, en dat gaf hij echt door aan zijn zoon Richard. Samen gingen ze naar de match kijken op de grond van boer Dhondt (naast de frères). Het is immers pas in de jaren vijftig dat het sportstadion De Taeye gerealiseerd werd.
En al speelde Richard niet zelf, toch was hij er steeds bij om een handje toe te steken... iets wat hij zijn leven lang heeft gedaan... en dat handje werd steeds groter en groter... en twintig jaar hielp hij met twee grote gulle handen.
En zo geraakte hij eigenlijk echt bij de voetbal betrokken met als basispijlers de liefde voor de sport en zijn sociale ingesteldheid.
Het begon echt vorm te krijgen in 1960 toen er een initiatief kwam om coöperatief voetbal op te richten in Heist. In die tijd was er enige mistevredenheid bij de Heistse spelers omdat er teveel ‘Vreemden’ aangetrokken werden. De echte Heistenaars voelden zich wat in de verdrukking geduwd.
Een eerste vergadering met miskende spelers vond plaats bij Vandierendonck Louis (Kokkers). Het bestuur van Heist kreeg daar weet van en nam contact op met de twee pionnen: Karei De Grauwe en Richard Vantorre.
Konden die twee krachten niet geïntegreerd worden in het bestaande bestuur? Zouden zij zich niet verdienstelijk kunnen maken binnen het bestaande bestuur... waardoor er geen splijtzwammen kwamen en alle spelers terug blok zouden kunnen vormen, een echte en hechte ploeg.
Goed gezien van het bestuur van toen, en zeker de beste investering in de naoorlogse periode.
Vltal Degrande... Zovele jaren de soigneur
En zo kwamen Karei De Grauwe en Richard Vantorre in het bestuur. Eerst onder het voorzitterschap van Jef Deroose, in het lokaal bij Vanhuiles.
De eerste opdracht van Richard bestond er in om met de nodige diplomatie de mistevreden spelers weer te motiveren en bijeen te krijgen, wat lukte.
Toen Jef Deroose opstapte als voorzitter werd hij opgevolgd door Karel De Grauwe, die op zijn beurt opgevolgd werd door Mare Baillyu tot op het ogenblik dat Richard Vantorre de touwtjes in handen nam (en ook de portemonnaie).
38 jaar lang heeft hij het volgehouden, dit dank zij de entoesiaste steun en aanmoediging van zijn vrouw Jeannine.
Misschien meer nog dan Richard steunde zij op diverse manieren, meer dan 20 jaar lang.
Een reportage over Richard is dus automatisch een verhaal over de heer en mevrouw Vantorre, gekend zowel regionaal als nationaal. Dat gekend zijn was en is ook een waardering, wat bijzonder tot uiting kwam op de begrafenis enkele maanden terug.
Jeannine was de supporter nummer 1 !
En zoals eerder reeds gezegd, er waren veel periodes van groot succes. Op het nippertje kwam Heist niet in bevordering. Achteraf bekeken misschien een goede zaak, want dat heeft veel financiële gevolgen door de supplementaire kosten.
Vaak was het reeds genoeg om te winnen tegen Knokke ... Het Knokke dat ooit zelf kwam vragen aan Heist om te fusioneren.
Nu Richard ere-voorzitter is, volgt hij de voetbal vanop enige afstand. Voor hem en voor het bestuur is het duidelijk dat het niet allemaal vanzelf gaat. Wanneer men alle spelers en spelertjes bijeenbrengt dan gaat het over een grote bende volk.
Is het voetbal niet de grootste jeugdbeweging ?
En wat zijn de pittige anekdotes, de speciale herinneringen ???
Men herinnert zich natuurlijk het best de hoogtepunten uit het nabije verleden. En dat is beslist de afscheidsviering samen met de viering van 75 K.F.C. Heist.
Richard, de populairste voetbalvoorzitter in de dag- en weekbladen, werd hartelijk en vriendschappelijk gevierd in de intieme kring van de voetbal... het laatste feest dat hij samen met zijn echtgenote mocht meemaken. Een feest waar zij ook nog met volle teugen heeft kunnen van genieten.
Maar er zijn natuurlijk nog vele zaken... en stof voor nog tien reportages, misschien.
Heist was gekend voor de sympathie en de genegenheid, ook tegenover de arbiters. Na de match was er een etentje bij ‘Pupe Demuynck’ in alle gezelligheid. Bij het verdwijnen van het restaurant werden het belegde broodjes in het lokaal, tot op heden toe.
Eens was er miserie in het bestuur en wilde men een staatsgreep plegen. Zoals het binnen een vzw-structuur past zijn alle mandaten herverkiesbaar, soms na één jaar, soms na drie jaren. Toen het mandaat van Richard op zijn einde liep werd er vanuit de algemene vergadering een tegenkandidaat naar voor geschoven, René Gheselle (Krette).
Bij de geënsceneerde stemming viel Richard uit de boot en zou zijn mandaat moeten afstaan aan René Gheselle op het einde van het jaar. De spelers namen dit evenwel niet en het kwam tot protest... dat uitliep op dreiging met staking.
Als bestuurder vindt Richard nu nog dat het niet kan dat de spelers de baas willen spelen, maar op dat moment was hij er wel door gecharmeerd.
Er vielen harde woorden, de sfeer was te snijden... maar na enkele weken werd de zaak geregeld: Richard bleef en men veranderde van lokaal, naar de Belgica.
Een ander aspect van het voetballeven was dat Richard herhaaldelijk gevraagd werd om ook andere bestuursfuncties op te nemen. Hij werd gevraagd in het provinciaal bestuur, hij werd gevraagd om mee te gaan in de politiek... en hij werd natuurlijk permanent gevraagd door zijn schoonvader in het bouwbedrijf.
Een ander memorabel wapenfeit is de overeenkomst met Club Brugge om te komen spelen in Heist. Mijnheer Vanhove van club en schoonvader Florent Bouckaert kenden elkaar goed via de fruitcommercie. Zo kon Richard bekomen dat club Brugge een overeenkomst afsloot om hun eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen steeds te komen spelen in Heist.
Om een tot op heden onbegrijpelijke reden (Richard neemt het de gemeente nog steeds kwalijk !!!) kon plots de match niet meer doorgaan omdat ze samenviel met een risicomatch in Knokke (Anderlecht). Verzetten kon niet... Club Brugge speelde in Torhout... en speelt er nog steeds. Een harde opdoffer voor Heist, met financiële gevolgen bovendien.
Een gesprek met Jef Coppejans
In het gemeenschappelijk lokaal van Heyst Leeft en K.F.C. Heist zitten we met een frisse pint aan tafel met Jef.
Jef Coppejans is momenteel waarnemend voorzitter van de voetbal in Heist. Als oude rat in het vak kan hij ook heel wat kwijt over het voetballeven in Heist, vroeger en nu.
Op 17-jarige leeftijd sloot Jef zich aan bij de juniores (1947). Heist speelde toen in tweede gewestelijke, de reeks juist onder eerste provinciale.
Het was pas in 1950 dat een tweede provinciale reeks werd gecreëerd. Hierbij recruteerde men uit de gewestelijke reeksen.
In die tijd was er natuurlijk de eerste ploeg, de reserven, de scholieren en de juniors. Het lokaal was bij Leon Vanhulle en Albert Naert was trainer-speler en dirigeerde de globale trainingen.
Het voetbalplein lag in de Panneslag (het huidig terrein 2 van stadion De Taeye). Het sportveld was toen nog omgeven door weiden en landbouwgrond. Jef Valcke was de materiaal meester, en hield ook de kantine open.
Er was elke week een match, afwisselend de eerste ploeg en de ploeg van de reserven. De matchen werden aangekondigd door Richard Timmerman, op de ramen van de café’s.
Maché was de eerste professionele trainer, en dat wilde zeggen: ‘s middags géén frieten voor de match, ook geen spruiten noch kool. De samenstelling van de ploeg werd opgeschreven op het bord in de café, na de training op donderdagavond.
Er werd ook een kaart voor de oproeping voor de match toegestuurd thuis.
Juist na de oorlog telde het bestuur van voetbalclub Heist 20 bestuursleden. Zij vergaderden wekelijks... maar later beperkte zich dat tot enkele malen per jaar. De spelers kregen 50 fr per match. Wanneer zij de match wonnen kregen zij een surplus of boni van 25 fr. Bij gelijkspel was het maar 30 fr. De supportersclub De Zeemeermin zorgde voor de fondsen.
Deze kring had haar lokaal bij Maurice Vanhalewijn in het Belgisch Hof. Gelukkig was het toen maar 5 fr voor een pintje (33 cl). De uitkering gebeurde bij het teruggeven van de pas.
Spelen op verplaatsing was een daguitstap, en bij winst zeker een kermis. Spelers en supporters verplaatsten zich met de bus. Meestal waren het bussen van Sylvain Vandenbroucke en Denoyel.
Men moet rekenen dat er soms 10 tot 12 bussen reden !
Blijven plakken was dus geen probleem, want de bus (de chauffeur) was BOB. En vergeten wij niet dat het altijd de baas zelf was die reed, dus...
De ploeg was ook een vriendenkring, want soms speelde men vele jaren met dezelfde mensen in de ploeg, en was het dus een echt team.
De topmatchen waren de wedstrijden tegen andere badplaatsen zoals Nieuwpoort en vooral tegen De Panne. Met deze laatsten had Heist een speciale band als gevolg van de haringvisserij tijdens de oorlog.
Waren er dan nog geen hooligans, toch ging een match gepaard met veel discussie en verbaal geweld... maar de vreugde of de colère werd ook zeer geregeld doorgespoeld.
De matchbal werd toen nog niet geschonken, maar aangekocht door de ploeg. Het waren zware lederen ballen met als hechting een rijkoord, en binnenin een binnenband.
Dat had voor gevolg dat ‘koppen’ eerder gevaarlijk was. Regelmatig waren er hoofdblessures bij het kopstoten.
De schoenen zagen er ook anders uit dan nu. De voetbalschoenen hadden een stalen plaat op de top, en meestal zes lederen tatsen. Lag het veld er te slijkerig bij, dan kwam er wel eens een zevende tats. Aangezien het om lederen tatsen ging, was er een supplementair gevaar, want het gebeurde wel eens dat er een nagel bloot zat.
Was het spel misschien proper, dan kon dit niet gezegd worden van de kledij, vooral bij slecht weder.
Er was toen nog geen komfort zodat de spelers zich moesten wassen in een bassin (kom) water, in de winter verwarmd op een kacheltje (duveltje). Later zorgde een oude wasketel voor het warme water. De enige beschikbare ‘koude’ douche werd meestal enkel gebruikt voor het reinigen van de voetbalschoenen.
Na de match, ongeacht verlies of winst, dweilde men de ganse Pannestraat af. En er waren nogal wat café’s op dit parcours.
Het gezelschap vertrok van café Nieuw Stadion naar de Goalkeeper, de Ferry Bank, dan even goeie dag zeggen in de café van Wardje Hertsoen (huidige Meerpaal) om te belanden in café de Sportman. Daarna bij Malvientje achter een droogvisje om door te spoelen en dan naar café Oosthoek. Ook de ‘Lustigen Hoek’ (in de volksmond in d’hoogte) kwam aan de beurt. Bij Vermandel (café Accordeon) was er altijd ambiance en muziek... maar men moest verder naar Oud België bij Beden Vos, naar het Belgisch Hof bij Vanhalewijn om tenslotte te belanden in café Sportwereld.
En daarna? Haha, daarna met ‘t lief naar de cinema ‘up de latste reke...’
In die tijd was er nog geen sprake van het arrest Bosmans, en werd er dus ook druk getransfereerd. Jef Coppejans kreeg voor het eerst in 1959 een transfert naar Lissewege. Dit samen met Pierre Slabbinck. Eigenlijk noemde dat toen ‘uitgeleend’. Dan terug een jaar naar Heist, dan naar Wenduine en terug naar Lissewege.
De grootste matchvoldoening had Jef in de match Lissewege-Heist waar hij zorgde voor een linksbinnen via André Viaene en zo de stand bracht op Lissewege 2-Heist 1.
Een om te onthouden was ook de derby Westkapelle-Zeebrugge gewonnen door Westkapelle.
Het was Raf Huysseune die Coppejans en Slabbinck vroeg voor de Zeebrugse ploeg. Zij bleven er tot in 1971... en toen was Jef toch al 41 jaar. Daarna werd hij bestuurslid in Heist en bleef hij natuurlijk nog wel sportief actief in de zaalvoetbal bij Knokke Middenstand en de Oude Gloriën.
Momenteel is hij de recordhouder bij de Oude Gloriën als oudste spelende lid van 67 jaar.
Het was op vraag van Richard Vantorre dat Jef Coppejans in het bestuur kwam. En dat het er ernstig aan toe kon gaan is zeker.
Eens vergaderde het bestuur vijf weken naeen voor de aankoop van drie valiezen in de ijzerwinkel van madame Kuborn. Jef maakt van de gelegenheid gebruik om ook een aantal mensen te vermelden die niet zo in de kijker liepen, maar toch ook veel werk leverden, meestal achter de schermen.
Neem nu Pierre Vantorre die schreef voor het blaadje ‘Groen en Wit’. Of Pietje Verhaeghe, die het blad aan de man bracht.
Per match werd er entreegeld gevraagd. En dan nog de kledij en de ‘waste’. De sweaters kregen wij van de Zeemeermin. De was werd gedaan door de lokaalhoudster, en dat was zeker niet te onderschatten.
Ge moogt rekenen op 100 costuumptjes per week... en het waren geen koffievlekken, maar slijk. En dan was er nog de helpende hand van tante Bertha, die de kledij ook verstelde.
Al het materiaal werd bewaard in de kelder van het lokaal. En ook dat was een bijzondere zorg.
De gemeentesecretaris Gobert had oog voor de financiële toestand en vond de aandelen uit. Voor één aandeel had men recht op een gratis toegang tot de match, gratis toegang op het souper en gratis toegang op het bal.
En daarmee komen wij aan het hoofdstuk feesten.
Elk jaar vierden de voetbal ‘t jaar uit, ‘t jaar in, in Old Brussels. De kampioenviering had plaats bij Jan van Gats in café Central. Ooit kregen alle spelers een cadeau van het provinciaal comité: elk een kleerborstel. De mooiste uitstap (1955) was die naar Heusenstorm op 12 km van Frankfurt.
De bus vertrok uit Heist de vrijdagavond om 12 u (middernacht). Het gezelschap kwam aan ‘s namiddags om 16 uur in de gietende regen. We verbleven drie dagen in Duitsland. Ondanks het oorlogsverleden verliep alles zeer hartelijk: we werden opgewacht met de fanfare en genoten de sympathie van de bevolking.
Het logement was voorzien bij de voetballers van het dorp. Een andere herinnering was de verbroedering cycklo-bal Gent-Heist in Eeklo.
‘s Avonds was er groot feest in de sporthal, nadat we de match tegen de eerste ploeg gedrawned hadden 3-3.
En het beste van de ganse regeling was dat de meisjes de Heistse mannen niet mochten refuseren... (plots beginnen Jef zijn oogjes te blinken !!!).
Ploeg 1954
Vlaggeman Deduytsche - Doelman Karei Hilderson
Coppens Jules - Debrabander - Naert Albert - Rostsaert Marcel - Van Crombrugghe - Tavernier Cyriel - Lust Werner - Coppejans Jef - Van Hoof Freddy - Herreboudt Marcel
Verzorger Gerard Calus