Het Nazareth-klooster te Damme omstreeks 1570
Peter De Baets
De priorij van Nazareth te Damme was een klooster van reguliere monniken van St.-Augustinus en volgde de regel van Windesheim, evenwel zonder bij die congregatie aangesloten te zijn. Het klooster werd gesticht omstreeks 1456. De gebouwen lagen in de Raamstraat nabij de Brugse poort in Damme en de gronden besloegen een oppervlakte van 4 gemeten en 80 roeden. Deze priorij is nooit een succes geworden: eind 15de eeuw, misschien in 1498, werd de priorij afhankelijk van het Zoetendale-klooster te Maldegem. Vanaf 1511 verbleef er een Zoetendaler monnik te Damme, maar volgens de afspraak hadden het er zelfs drie moeten zijn. Dit ging evenwel de krachten van de kleine Zoetendale-abdij verre te boven: in de praktijk betekende die voorwaarde soms de helft van het effectief aan kloosterlingen en Zoetendale probeerde af te geraken van de priorij: in 1521-1522 was er zelfs een proces met de schepenbank van Damme die zich verzette tegen een poging tot afbraak van de priorij. In 1530-1531 poogde Zoetendale de gebouwen over te dragen aan de zusters van Sarepta, wat opnieuw stootte op verzet van de Damse schepenen.
Jooris Wittebroot, afkomstig van Damme, was eerst prior van Nazareth geweest vooraleer in 1566 tot abt van Zoetendale verkozen te worden. Op 30 december 1566 werd de priorij te Damme verlaten en liet het Damse stadsbestuur toe dat de gebouwen zouden verpacht worden. De oplossing voor de verwaarloosde gebouwen werd tenslotte gezocht met het in concessie geven aan particulieren, met name het koppel Michiel de (la) Villareal en zijn echtgenote Marie Mathys.
Michiel de Villareal was afkomstig van Vittoria en werd Brugs poorter op 6 oktober 1554. Een jaar later, in 1555, werd gevraagd dat de Brugse schout Michiel de Villareal om een niet bepaalde overtreding zou arresteren en “pede ligato” zou transporteren naar Londen. Het college van de Brugse schepenen antwoordde dat het niet de gewoonte was poorters uit te leveren, dat te Brugge klacht moest worden ingediend en dat de stad zelf wel ging instaan voor een proces. 1
Miguel de Villareal kocht op 4 augustus 1556 het huis “de Ivoren Cam” in de Kuiperstraat te Brugge, maar verkocht ditzelfde huis reeds op 6 oktober van hetzelfde jaar. 2 In april 1562 verkocht Michiel de Villareal, hij was ondertussen getrouwd met Marie Matthys, de helft van de windmolen “Oude Muelen”, gelegen tussen de Gentpoort en de Kathelijnepoort. 3 Op 11 september 1562 tekende het koppel een schuldbrief. Hierin verklaarden ze aan de Spaanse koopman Pedro de Orosco 433 ponden schuldig te zijn over betalingen aan andere Spaanse handelaars zoals Diego de Castagon en Fernando de Matanca. Als onderpand vernoemde het koppel drie leengoederen te Lissewege en te Slijpe, gehouden van het leenhof van de Burg te Brugge. Het gezin woonde toen in een huis in de Langestraat, gehuurd van de Jacobijnen, en ook de inboedel daar diende als onderpand: o.a. een tafereel van alabaestre, nog een tafereel van olievarwe, vier carepetten, vier kisten met ysere banden, drie scabeelebancken, vier zaelstoelen, twee tafereelen up Iynwaet mette figueren vande keyser ende keyserinne. 4
Voor de concessie van het Nazareth-klooster had het koppel Sieur Gonzalo de Aguillera procuratie gegeven te Antwerpen op 14 oktober 1569. Aguillera sloot op zijn beurt een contract met abt Jooris Wittebroot over het ghebruucke vanden huusynghen ende boghaert .. .ghenaemt tconvent van Nazaret gheduerende den levene vanden voornoemden Villereal ende joncrouwe Marie Mathys zynder huusvrouwe ende vande lancxst levenden van dien. 5
De concessie werd gegeven onder welbepaalde voorwaarden, o.a. eerst werden zy schuldich ende zyn ghehouden te doen repareren de capelle staende binden voornoemde parcheele, wel ende behoorlic, zo van mueren, daeckeschorre, glaseveinsters als andersins, naer den heesch vande wercke, midsgaders een nieuwe planckier te legghen voor den houltaer.
- - voorts zullen de zelve Villereal ende zyne huusvrauwe ghe houden zyn thuerlieder eyghen coste te doen celebreren in de zelve capelle een misse de maent waertoe zy zullen overnemen vanden voornoemde con vente van Zoetendale by inventaris alzuicke ornementen ende gordinen als den voornoemden prelaet hem lieden zenden zal die huerlieden naercommers schuldich werden ten overlyden vanden zelven Vilereal ende zyn huusvrauwe weder te keeren den zelven convente volghende den inventaris, tot welcke cappelle zal ryen inghanck ende toeghanck wesen by daghe allen menschen omme huerlieden devotie aldaer te doene die dat zouden begheeren.
- - voort werden ghehouden de zelve Villereal ende zyn huusvrauwe thuerlieder eyghen coste te repareren ende ooc onderhouden van daken, mueren ende allesins daer te repareren van noode wesen zal gheduerende huerleder voornoomde beede leven alle de huusynghen staende binden voornoemde beloke ende int byzondere werden noch ghehouden te doen legghene ende maeken boven de kuekene eenen nieuwen zoldere met eecken rebben ende goet van houte met goet zolderbart naer den heesch vanden wercke, voorts te repareren alle de mueren sta ende allomme anden boghaert ende thenden zelven mueren werden ghehouden de grachten jeghens de vesten vande stede ende den baghinhove metgaders den waterput binden voorseide boghaert te doen delvene tot den ouden boome ende cante ende te oeren de eerde daerute mde leechten ende pitten vanden voornoomden boghaert, voorts allomme upde canten vande zelve uutgrachten ten potene eene doornehaghe ende de zelve te houden groyen ende voorts te bewaren met thunen jeghens de beesten, voorts inden zelven boghaert te potene ende te houden groeyen rekewys tzestich zo peere als appelboomen meestal wynterfruut ende de zelve te bevryden met doorens jeghens de beesten, voorts zullen zy overnemen by inventaris de oude boomen inden ze/ven boghaert staende omme die alzo werden overghelevert te werdene thuerlieder overlyden ende expereren van huerlieden voornoomde rechte ende, daer eenighe verdroochden, werden zy ghehouden daerbooven te stel/ene een andere. WeIc legghen van nieuwe zoldere, poten van boomen ende delven werden zy ghehouden te vuldoene binnen drie jaren, ende daer de zelve Villereal ofte zyne huusvrauwe eenighe nieuwe wercken maecten ten oorboire vande ze/ven huuse ende convente, voordere dan zy ghehouden zyn uut crachte van deser voorwaerde, de zelve zullen blyven den ze/ven con vente ten expireren van huerlieden voorn. rechte zonder dat huerlieder hoirs danof eenighe recompense zal ghedaen wesen byden prelaet ofte zyne con vente.
- - voorts zo zal den voorn. prelaet ende zyne naercommers in prelatuere lybre acces hebben twee daghen, daer toe de voornoomde Vil/ereal ende zyne huusvrauwe zul/en de zelven pre/aten ver/eenen een camere ende te laten loopen de ze/ven tyt de peerden vanden prelaet inden ze/ven boghaert.
- - voorts zullen zy moeten ghedooghen zonder eenighe recompense dat de weese van Pieter De Voghele zal twee me/ccoeyen garssen inden ze/ven boghaert, twee jaren lanc gheduerende, inghaende alf maerte naestcommende ofte haer te con tenterene zonder last vande voorn. prelaet ofte convente.
- - voorts en zullen zy niet vermueghen eenich steen inden zelven boghaert te zoucken ende daeruut te ha/ene ten ware omme te verbeseghen anden voorn. wercken.
In hoeverre Villareal aan deze voorwaarden kon voldoen en hoelang hij daar gewoond heeft is niet duidelijk. Op 16 november 1579, in volle geuzentijd, namen de kloosterlingen van Zoetendale de vlucht naar Damme. Een garnizoen had ondertussen zijn intrek genomen in de gebouwen van de Nazareth-priorij. Zoetendale moest onderhandelen met het stadsbestuur om er enkele kamers ter beschikking te krijgen, maar deze onderhandelingen mislukten. De kloosterlingen namen uiteindelijk de wijk naar Brugge, waar ze verspreid geraakten. Mede door financiële moeilijkheden werd het klooster van Zoetendale op 23 juni 1584 afgeschaft en hetgeen resteerde werd overgenomen door het pas opgerichte Jezuïetenklooster van Brugge. 6
In 1587 waren de gebouwen te Damme bewoond door de kloosterzusters van arepta. De gebouwen werden in 1588 aangekocht door Sarepta en voor een stuk hersteld op kosten van hun rector, Christaan De Brabander, oud-kloosterling van Nazareth en Zoetendale. In 1617 verkocht Sarepta de gebouwen en gronden van de Nazareth-priorij aan de overheid voor de bouw van de Damse omwalling en verhuisden de zusters van Sarepta definitief naar Brugge.
Voetnoten
- L. GILLIODTS-VAN SEVEREN, Cartulaire de I’ancien consulat d’Espagne è Bruges, Brugge 1901, deel 1, p. 324.
- SAB, Klerken van de vierschaar, n° 824 De Dene, f° 1 en 31.
- SAB, Klerken van de vierschaar, n° 834 Spetael, f° 231v.
- SAB, Klerken van de vierschaar, n° 835 Spetael, f° 5
- SAB, Klerken van de vierschaar, Mommengy, n° 595, f° 200-205
- N. GEIRNAERT, “La prieuré de Nazareth â Damme”, in Monasticon Beige, deel III West-Vlaanderen, vol. 4, Luik 1978, p. 1019-1027; J. DE SMET, “Twee pachtbrieven uit de XVIe eeuw voor de hofstede van de abdij van Zoetendale”, in Rond de Poidertorens, 1961, p. 70; J. OPDEDRINCK, “Het klooster der Nazaretten, te Damme”, in Biekorf, 1920, p. 49 e.v.; E. VAN MINGROOT, De abdij van Zoetendaie te Maidegem (1215-1584), Maldegem, 1983, p. 130, 132, 204