Laudatio Karel Aernoudts, bestuurslid
Rede uitgesproken door de voorzitter, ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag.
Karel is een eenvoudige, vriendelijke man met een natuurlijke charme die waarschijnlijk menig vrouwenhart beroerd heeft en nog beroert.
Karel tijdens de huldiging door een delegatie van het bestuur van Knokke Heist
Toen Annelies, mijn dochter, een goede maand geleden, Karel voor de eerste keer ontmoette bij de abdij van Male, kon ze niet geloven dat Karel 80 jaar was. Ik heb haar geantwoord dat hij van Westkapelle was en een groot deel van zijn leven gewerkt heeft in de stadsadministratie van Knokke-Heist: deze combinatie bewaart blijkbaar goed; Fons dat belooft voor de toekomst.
Geboren 1 juni 1924, groeide op in Westkapelle; Sint-Lodewijkscollege en Katholieke Universiteit Leuven: doctor in de rechten.
Karel volgde ook de cursussen aan de koloniale hogeschool. Als jonge afgestudeerde trok hij naar Kongo waar hij gewestbeheerder werd. Ik heb hem ooit gevraagd zijn wedervaren neer te schrijven in “Rond de Polders” (een Westkapellenaar of Karel in Kongo). Tot op heden heeft hij daarop niet gereageerd, wat spijtig is. Het is echter nog niet te laat. Anders gaat een stukje merkwaardige en boeiende geschiedenis verloren.
Het grootste deel van zijn carrière heeft hij als stadsontvanger (eigenlijk moeten we zeggen gemeenteontvanger), doorgebracht in de stadhuizen, eerst van Heist, later van Knokke-Heist.
De oorlog heeft een grote invloed op hem uitgeoefend: getuige zijn publicaties “Storm over het Noorden”, 1969, een dagboek over de gebeurtenissen te Westkapelle in de oorlogsmaanden en de bevrijding (1 september tot 3 november 1944). Een klassiek werk met o.a. de slag bij het Molentje te Moerkerke is “Waar de rode klaproos bloeit”, 1972, een geschiedkundig werk over de bevrijding van de “Scheldezak” door de geallieerden. Daarvoor onderzocht hij verschillende Canadese en Duitse archieven.
Praktisch van in de beginjaren, we zeggen en schrijven 1960, is Karel werkend lid van onze vereniging Sint-Guthago. In 1974 werd hij bestuurslid. Van zijn hand verschenen een 30-tal bijdragen in onze tijdschriften “Rond de Poldertorens” en de “Sint-Guthago Tijdingen”: studiereisverslagen, besprekingen van onze maandelijkse spreekbeurten en wandelingen zoals over Jacob van Maerlant, over windmolens in West-Vlaanderen, oude schuren en delta-werken in het Land van Kadzand; belangrijke artikelen van zijn hand zijn “De overstromingen in de Zwinstreek”, 1944, in Liber Amicorum René De Keyser, Oostkerke, 1985, blz. 13-16; “Hoeke. Een Vrije stad aan het Zwin”, in Rond de Poldertorens, XLIII, 2001, p. 46-51.
Hij vertegenwoordigt Sint-Guthago in de cultuurraad van Knokke-Heist waar hij instaat voor het bekomen van de broodnodige jaarlijkse subsidies van de stad Knokke-Heist. Jarenlang was hij medeorganisator van de jaarlijkse studiereizen; verder organiseert Karel tot op vandaag onze jaarlijkse feestvergadering op het einde van het jaar.
Via betrouwbare bronnen heb ik een verhaal gehoord dat wij straks graag uit de mond van Karel zelf zouden willen horen: het verhaal van uw zoon Peter, toen 14 jaar, en de 2 bommen die gevonden werden tijdens een fietstocht langs het Leopoldskanaal en de afleidingsvaart van de Leie, beter bekend in de streek als de blinker en de stinker.
Karel, het bestuur en de leden van Sint-Guthago wensen u en uw vrouw nog gelukkige en gezonde jaren en we hopen dat we nog lang van je onmisbare aanwezigheid en diensten zullen kunnen genieten.
Karel tijdens de huldiging door een delegatie van het bestuur van Knokke Heist.