Mededelingen
1. Moerkerke, 25 september 1898. Inhuldiging der Katholieke Pers
Maurits Van Damme
De venijnige ruzies tussen de twee grote politieke partijen van België, Katholieken en Liberalen, waarin alleen de rijke burgers meespraken omdat zij alleen stemrecht hadden; die ruzies vonden hun weerklank tot in onze dorpen. Zelfs de eerbiedwaardige Sint-Sebastiaansgilde van Moerkerke moest er aan geloven. Hier volgt het verslag van de oprichting van de nieuwe Gilde die voortaan met 'katholieke' pijlen zou schieten! zoals we die kopiëren uit het Gildeboek dat bewaard wordt, goddank, door de heer René Verleye oud-lokaalhouder van de Gilde.
Lees en geniet:
Den zaterdagavond, 24 oktober wordt het feest aangekondigd door het losbranden der canons (1).
Den Zondag, van in den vroegen morgen, bulderen de canons opnieuw. Ontelbare wimpels en vlaggen wapperen aan de gevels rond de dorpsplaats. Het Pastersstraatje (2) is op de ganse lengte versierd en bevlagd. Aan het Slagveld (3) staat een sierlijke poort met opschrift: 'Lang leve de Hoofdman!' Pers en tent zijn ook met smaak opgetooid. Het opschrift: 't Katholieke_Schuttersgilde: “Niets zonder God' blijve hier eeuwenlang bloeien in ware vrêe” komt hier bijzonder wel uit. (4) Het zonniken neemt deel in de algemene versiering.
Om 2 uren namiddag begint de inschrijving voor de prachtige prijsschieting gejond door den weledelen Heer Hoofdman. 116 leden laten zich inschrijven.
Op 2 1/2 uren trekken 125 gildebroeders, muziek aan 't hoofd, stoetsgewijze naar het kasteel. Met begeleiding der speeltuigen zingt men het gelegenheidslied:
Sa, laat ons heden vrolijk vieren!
Gaan wij met vaandels en banieren
d' Hoofdman van 't Gild
Begroeten: hij gaf mild,
Hij mag ons eeuwen lang bestieren
Refrein:
Gildebroedren, blij te moede!
Leve Gilde en Hoofdman!
Gildebroedren, rood van bloede,
Heil ons al te gaar!
Gildebroedren, blij te moede!
Leve Gilde en Hoofdman!
Gildebroedren, rood van bloede
Leven w' honderd jaar!
Wij zijn met honderddertig leden,
Vierend den schonen dag van heden
Al blij te moed
En helderrood van bloed
Fier op vandaag en op 't verleden.
Het is met zichtbare voldoening dat de weledele Heer Hoofdman de leden van het nieuwe gilde komt begroeten.
De heer stadhouder stuurt hem het woord toe en spreekt: Weledele Heer Hoofdman, in naam der katholieke handboogmaatschappij van Moerkerke, wier 128 leden Gij voor U ziet geschaard, kom ik U den welkomgroet en de hulde van onze ware achting en diepe erkentenis aanbieden.
Wees, Heer Hoofdman, de welgekomene in ons midden, wees welgekomen in onze katholieke schuttersmaatschappij, waar gij gene andere mannen zult ontmoeten, dan ware en getrouwe vrienden, diep verkleefd aan de Weledele familie de 'T Serclaes de Wommersom.
Wees ook uit der herte bedankt. Het is immers dank aan uwe onuitputbare milddadigheid, aan die belangeloze en verborgen milddadigheid, die altijd de familie de 'T Serclaes onderscheiden heeft, en ons de gezegende nagedachtenis herinnert van uwe helaas te vroeg verloren en diep betreurde moeder, wier heilige gedachtenis ik het als een plicht aanzie, hier een openbare hulde van eeuwige erkentenis te brengen, dat onze reeds zo bloeiende katholieke maatschappij tot stand is gekomen en in staat is geweest de schone pers op te richten, welke Gij op heden zijt komen inhuldigen.
Mochten we U zeer dikwijls, Weledele Heer Hoofdman, en dit is de vurigste wens van ons allen, in ons midden zien komen om ons aan te moedigen en te ondersteunen in den strijd, dien wij aangevangen hebben voor het geluk en het welzijn van ons geliefde Moerkerke.
Hierop antwoord de Weledele Heer Hoofdman in schone, vloeiende, Vlaamse taal:
Mijnheren, Eerst en vooral heb ik den Heer Stadhouder te bedanken voor zijne vriendelijke aanspraak. Ik ben gelukkig U zo talrijk te zien bij de inhuldiging onzer nieuwe maatschappij. Betreurde omstandigheden hebben ons verplicht ons af te scheiden van enen groep personen, die er enkel op uit zijn in Moerkerke twist en strijd te brengen. Waren wij over drie jaar bedroefd en verwonderd over den uitslag der kiezing, wij zijn nu ten uiterste tevreden over hetgeen er plaats gehad heeft in de gewezen maatschappij St. Sebastiaan.
Wij zijn gedwongen geweest de ontbinding der maatschappij 'Iever en Eendracht' te vragen en wij zien met geluk dat het grootste deel der Moerkerkenaren ons de hand geven. De toestand is nu goed afgetekend: Twee maatschappijen staan nu tegenover elkander. De ene telt in haar midden de mannen der partij van orde, der ware partij van Moerkerke. De andere telt, benevens enige verblinde personen, mannen die onze tegenstrevers, zelfs onze gezworen vijanden zijn. De tijd der veinzerij is voorbij: Ofwel men is met ons, ofwel men is tegen ons. Zo zeer onze hulp verzekerd is aan dezen, die getrouw blijven aan de oude katholieke partij, zo weinig zullen wij onze genegenheid tonen aan dezen die de diensten door onze vaderen en bijzonderlijk onze betreurde moeder aan Moerkerke bewezen, met ondankbaarheid willen belonen.
Vooruit dus, Mijnheren, voor 't welzijn onzer Maatschappij, voor 't welzijn van Moerkerke Volgen wij de vlag van de godsdienst en orde, zonder ons te laten medeslepen door enige vreemde grootsprekers, die de eensgezindheid hebben verbroken, waarin Moerkerke altijd geleefd heeft.
Ik drink op den bloei onzer nieuwe maatschappij. Herinneren wij ons, Mijnheren, dat zij voor kenspreuk heeft, wat het ordewoord voor ons allen moet zijn: Niets zonder God! (5)
De erewijn wordt den gildebroeders en muzikanten aangeboden en men drinkt hartelijk op de gezondheid van den Weledelen Heer Hoofdman en op het welvaren der jonge maatschappij. Daarna nemen de Weledele Heren Hoofdman, zijn broeder Baron August, de graaf Reussens, Jonkers Oscar en Gaston von Haften, Baron Raoul de Crombrugge, plaats in den stoet en onder het spelen van ene aangename marche begeeft men zich naar het Slagveld, alwaar men onmiddellijk overgaat tot de schieting.
De hooggaai wordt afgeschoten door Confrater Schepen D' Hondt; de zijgaaien door Jan De Backer en Schutter Emile; de kallen door Confr. Potters Leopold en Vanquekelberghe Julien; de uil door Confr. Willems Victor.
Onmiddellijk na de schieting trekken de Confraters deels ten huize van Fr. Huys, deels ten gildehuize om er ere te doen aan een lekker avondmaal door den Weledelen Heer Hoofdman, kosteloos den gildebroederen aangeboden. De weledele familie de 'T Serclaes zet zich aan de tafel van den Eed.
Als het avondmaal ten einde loopt leest de griffier het verslag der werkzaamheden van het nieuwe gilde van af den ogenblik der ontwerping tot op den huldigen dag der inhuldiging. Dit verslag luidt als volgt:
Mede Edele Heren en Gildebroeders. In de geschiedenissen van heksen en toveraars, spreekt men dikwijls van een kwade hand: sprookjes waaraan verstandige lieden niet veel geloof hechten. En doch, sinds de kiezing van 1895 woog er ene kwade hand, maar ditmaal een echte, wezenlijke, welbekende kwade hand, op de oude gilde 'Iever en Eendracht'. De maatschappij weleer zo bloeiend, zo benijd door de naburige gemeenten, viel aan het kwijnen: ene aller doodelijkste kwaal: de 'politique chronique' verknaagde haren boezem. De schone gilde, Iever en Eendracht, in het herte getroffen, was, iedereen helaas! kon en moest het bestatigen, haren ondergang nabij.
Den 22en Mei 1898 liet men de zieke maatschappij ene operatie ondergaan. Ik bedoel de kiezing voor het aanvullen der openstaande plaatsen der Eed. Men hoopte... misschien zou zij hervatten, zich weder opbeuren... Maar helaas dezelfde heilloze, kwade hand kwam niettegenstaande de grote bezorgdheid van de doctoren van den Eed, ook deze laatste hoop verijdelen. Dank zij altijd aan deze doemlijke hand, keerde de operatie ten kwade, de ongelukkige maatschappij verviel in doodslaap en bezweek den 12 Juni daaropvolgende. 44 leden ondertekenden hare overlijdensakte: Ik bedoel de ontbinding, die gestemd werd met 44 stemmen tegen 22.
Op 24 Juni werden de gilde goederen door het ambt van den heer deurwaarder A. Vermeersch, openbaarlijk verkocht voor de somme van 1400 fr. zonder de kosten. Ditmaal was de kwade hand den erfgenamen voordelig geweest. Immers de verkoopprijs bedroeg meer dan het dubbel van de weerde der nagelaten goederen. Den 10 Juli hadden de 76 erfgenamen hunne tranen gedroogd en kwamen blijgeestig ten sterfhuis hunne erfenispenningen opstrijken, elk 18 frankskens welgeteld.
De gilde Iever en Eendracht was overleden, ja, maar, uit hare asch was er, dank aan de edelmoedigheid van de heren Barons de 'T Serclaes de Wommersom, een nieuw gilde ontstaan, veel talrijker, veel krachtiger, veel bloeiender van gezondheid dan het oude ooit was geweest. Maatschappij “Niets zonder God” in u begroet ik de jonge, krachtige, levensvolle telg van de Gilde Iever en Eendracht. Aan uw hoofd begroet ik den weledelen en volkslievenden hoofdman van het oude gilde, met bijna gans haren Eed. In uwen schoot begroet ik op weinige uitzonderingen na hare leden, hare beste leden. Uwe bedienden, uw gildehuis, uw schietplein behoorden ook aan de oude gilde; gij geniet op ene zoo bijzondere wijze de bescherming van de weledele familie de 'T Serclaes de Wommersom, de zelfde bescherming, in hoger mate, dank aan dewelke de overledene gilde van af haar bestaan tot de jaren 1895 haren bloei wist te bewaren.
Jonge, krachtige, bloeiende, deftige Gilde, ik begroet U met recht als de oude Gilde Iever en Eendracht herboren! U wens ik een eeuwenlang bestaan! Ik heb de vaste overtuiging dat mijn wens zal verwezenlijkt worden. De woorden Iever en Eendracht 1420 zijn niet in ijskoude letteren op den gevel harer gildetent geschreven, maar ware Iever en eendracht bezielen de herten harer 130 leden. De onsterfelijke leuze “Niets zonder God” naar het wapen der weledele Familie de 'T Serclaes de Wommersom, leuze die welhaast op tent en vaandel der maatschappij zal prijken, boezemt mij de vaste hoop in dat zij langdurig en vreedzaam zal bloeien onder de bescherming van de weledele telgen der zoo edelmoedige, zo katholieke Familie de 'T Serclaes de Wommersom.
Op 29 Mei 1898 openden de Heren Baron ene vergadering waaraan 21 personen deel namen, namelijk de weledele heren Baron, de Eerwaarde Heeren Pastoor en Onderpastoor, de heren Burgemeester, Bostoen Jules, Botters Louis, De Brouwer Amand, Vandevelde Victor, Tanger August, Vanquekelberghe Aloys, Schutyser Leopold, Vermeersch Leopold, Vertriest Pieter, Dalle Leopold, Huys Ernest, Van Hecke Camiel, Tanger Charles, Billiau Emile, Van Massenhove Ch. en de schrijver dezes. Het was in deze vergadering dat de weledele Heren Baron met milde hand den grondsteen legden van onze gilde “Niets zonder God”.
In de afwezigheid onzer weldoeners nam een voorlopig bestier, samengesteld uit de heren voornoemd, behalve de heren Billiau en Van Massenhove, de zaken van de nieuwe gilde in handen en vergaderden ene eerste maal op 2 Juni 1898, om eenparig de ontbinding van de oude maatschappij te aanvaarden en de nodige middelen te beramen om de ontbinding te bekomen.
Twee maanden kwam het voorlopig bestuur wekelijks bijeen, nu eens om het gildereglement op te stellen, dan eens om de werken der nieuwe gilde te bespreken en te bespoedigen of om schikkingen te nemen in 't belang der wordende maatschappij.
In de vergadering van 28 Juli ging men over tot de aanvaarding der voorgedragen leden. 95 katholieken hadden aan den eersten oproep beantwoord. Den Zondag daaropvolgende, zijnde 30 Juli werd het eerste eremetaal gewonnen bij de jaarlijkse grote beschrijving van St. Pieters, door de gildebroeders: Burgemeester, Tanger Charles, Potters Louis, Vertriest Pieter, Vandevelde Victor, Tanger Camiel, D'Hondt Leopold, Vermeersch Leopold, Huys Ernest, Cocquyt Edward, Degrauwe E. Vanquekelberghe Frans, Schutyser Leopold, Teerlynck Camiel en schrijver dezes. Dat gedenkstuk heb ik de eer, op dezen oogenblik namens de gildebroeders voornoemd aan de maatschappij over te dragen. Begroeten wij het, gildebroeders, en hechten wij er, te meer prijs aan? Mijnheren, daar Wij het wonnen, spijts de laaghartelijke hinderlagen, ons te St. Pieters gespannen, weeral door de heilloze hand, altijd dezelfde onheil stichtende, wraakzwangere kwade hand.
Den 4 augustus werd er voor de eerste maal aan de nieuwe pers geschoten.
In de vergadering van de 25 Augustus achtte het voorlopig bestuur zijne taak volbracht en besloot de leden des gildes bijeen te roepen ten einde over te gaan tot de kiezing van enen Eed.
Op Zondag 28 Augustus werden met algemeen gejuich als leden van den eersten Eed van het gilde “Niets zonder God” gekozen: De weledele Heer Baron Werner de 'T Serclaes de Wommersom, Hoofdman; de heer Burgemeester Jan Devestele, Stadhouder; de eerw. Heer H. Vandeweghe, Proost; de eerw. H. Ed. Vanhoutte, onderproost; de Heeren E. Huys, sire; Potters Louis en Vertriest August, Dekens; Tanger Ch. en VanHecke C., Hofmeesters; Schutyser Leopold, schatbewaarder; Pieters Leop. en Vandenbussche Loth., schrijvers; Vertriest Pieter eerste Baljuw; Ergo Jacobus, De Brabander Ed. Vanquekelberghe Aloïs, Dalle Leopold en Roose J. Zorgers; Tanger Camiel, 2e Baljuw, en Cocquyt Ed. Alferus.
In het voorbijgaan acht ik het als mijn plicht hier een woord van hulde te brengen aan het afgetreden voorlopig bestuur, voor de onvermoeiden iever en nauwgezette bezorgdheid, waarmede het zijne taak heeft weten te vervullen.
Geen rozen zonder doornen, zegt een spreekwoord: op 6 en 7 ber hielden de leden des Eed een rouwvergadering ter gelegenheid van het afsterven van een lid van het nauwelijks nieuwgekozen bestuur, namelijk zorger Jacobus Ergo. De Gildebroeders bewezen den afgestorvenen zorger de laatste eer; hij ruste in vrede.
Een ander spreekwoord zegt: na lijden komt verblijden, na regen zonneschijn: Vandaag, vierden wij plechtiglijk de inhuldiging van ons gilde. Dank nogmaals aan de milddadigheid van onze Weledele Heren Baron mag dit inhuldigingsfeest onder de schoonste en aangenaamste van Moerkerke's feesten gerekend worden.
Dank, duizendmaal dank, Weledele Heren de 'T Serclaes de Wommersom, door U bezitten wij te Moerkerke een katholieke handboogmaatschappij. Dank, in name van al de gildebroeders, dank in name van al de katholieken van Moerkerke. Rond onze weldoeners blijven wij geschaard, wij willen met hen strijden den strijd door hunne Weledele ouders en grootouders gestreden, den strijd voor het goed, den strijd voor God... Niets zonder God!
Wij vormen de vurigste wensen voor het geluk onzer weldoeners. Zij leven lang! Hun nageslacht wees, ik zal niet zeggen zo talrijk als de sterren des hemels, maar talrijk genoeg om eeuwen lang het katholieke Moerkerke bescherming te verzekeren tegen de lage listen van liberalen, socialisten en al ander slecht volk, dat den vrede ene gemeente bedreigt en het ongeluk een ganse bevolking wil bewerken.
Ik eindig, Mijnheren, met de drievoudige kreet:
Leve de Hoofdman! Leve de Familie de 'T Serclaes de Wormmersom! Leve het Gilde “Niets zonder God”!
Na de lezing van het verslag gaat men over tot de uitreiking der prijzen. De Heer Hoofdman die een minzaam woord heeft voor iedereen prijswinner, eindigt met een ronde te bestellen voor al de leden. Onder daverend handgeklap en luide jubelkreten verlaten de heren van het kasteel het gildehuis en de Confraters gaan in gezelschap nog een pintje Moerkerksche drinken bij de gildebroeders herbergiers, ten hoogste voldaan over een feest, dat onder alle opzichten wel gelukt mag heten, en waarvan zij lang, vrij lang een blijde aandenken zullen bewaren.
Gedaan te Moerkerke op datum hierboven vermeld. (ondert.)
De Griffier: L. Pieters. De Stadhouder: J. Devestele Not.
De Dekens: Handt. ontbreekt. De Sire: E. Huys.
De Hofmeesters: Ch. Tanger, C. Van Hecke. De Tresorier:L. Schutyser.
De Griffier adj.: L. Vandenbussche. De Zorgers: E. De Brabander.
De Baljuws: Tanger Camille; De Alferus: E. Cocquyt.
Voetnoten
- Deze bulderende canons zijn tot op heden bewaard gebleven.
- Het Pastersstraatje is de verlenging van de dorpsstraat die leidde naar de vroegere pastorie. Heet nu Oudepastoriestraat 145 .
- Het Slagveld: waar de gaaipers stond, ten zuiden van de Oudepastoriestr; is nu eigendom van Alb. Roose. De naam is nog algemeen gekend. Werd daar ooit een slag geleverd?
- De onderlijnde tekst is een chronogram ofte jaarschrift. Als we de letters die een romeinse cijfer voorstellen, samentellen, bekomen we juist het jaartal 1898.
- “Niets zonder God” is de vertaling van de Franse leus “Rien sans Dieu” die voorkomt bij het wapenschild van de Heren de 't Serclaes de Wommersom.