Verslagen en Mededelingen
A. Kerstviering in 't jaar 1900

L. C. van Hanegem

Op onze kerstviering te Dudzele in december 1975, heeft ons medelid de heer Willem Visser uit Sluis een berijmde tekst voorgedragen. Zijn oudere zuster, Mevrouw L.C. van Hanegem, had dit fraaie stukje volkspoëzie neergeschreven als een herinnering aan haar eerste Kerstfeest met de Zondagschool van de Gereformeerde Kerk te Sluis. Dat moet nu een tachtig jaar geleden zijn.

Wij vonden het echte folklore. Daarom zijn we onze vriend Willem dankbaar dat hij ons deze tekst voor ‘Rond de Poldertorens’ heeft afgestaan.

’t Zou Kerstfeest worden en de Zondagschool bereidde een feest voor al haar kinderen, groot en klein. Ik was 5 jaar en mocht er ook bij zijn.   

Het was natuurlijk de eerste keer nog maar,
En ' t werd voor mij het hoogtepunt van ’t jaar.
Van versjes leren... repeteren...van Micha 5 en Lucas twee.
Vervelen deed 't mij niet, o nee.
Ik kon er nooit genoeg van horen,
Van ’t Kindje in een stal geboren. En in een kribbe neergelegd. Waar beestenvoeder was gespreid.
Van de os en de ezel die maar bliezen
Opdat het Kind niet zou bevriezen.        
Van 'engel die in 't open veld. Aan de arme herders had verteld. De blijde boodschap voor de volken,
Terwijl daar boven in de wolken een koor van Engelen ging zingen.

Van herders die toen haastig gingen. Naar Bethlehem en in de stal...
De Koning vonden van ’t heelal. Als klein en nederig Kind geboren. Voor elk die arm is en verloren...
Hoe later, toen Hij ouder was,
Hij mensen hielp en hen genas.
Predikende het land doorging in liefde en in zegening.
En hoe Hij daarvoor werd beloond:
Bespot... gemarteld en gehoond.
En na geseling en slagen
Met spijkers aan een kruis geslagen.
Hoe Hij Zijn goede leven gaf. En neergelegd werd in een graf.
Maar op de derde dag bewees.
Dat Hij Gods Zoon was, en verrees.
En sprak en at met al zijn vrienden Die Hem geloofden en beminden.
En op de Olijfberg samen gekomen. Zij Jezus zagen opgenomen.
Een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
En hoe zij staarden naar den hogen. Totdat een Engel tot hen zei.
Wat staart gij mannen? Hoort naar mij:
Uw Jezus die gij zag verdwijnen. Zal eens in heerlijkheid verschijnen.
Gaat heen en doet wat Hij beval. Totdat Hij wederkomen zal!

Dit alles had ik mogen horen. Met open hart en open oren.
Nu was de adventtijd weergekomen.
En gingen mijne kinderdromen
Naar 't Kerstfeest dat nu gauw zou komen.
Ik zong: "Hoe zal ik U ontvangen"
En popelde van blij verlangen.
En eindelijk tegen ’t eind van ’t jaar. Toen was de grote avond daar.
We moesten komen allemaal. Tesamen in het schoollokaal. En dan van daar uit twee aan twee (de leidsters liepen met ons mee)
’t Ging door de regen en de kou. Zo trokken wij naar ’t kerkgebouw. ’t Was niet zo heel ver lopen ...
De buitendeuren stonden open,
De binnendeuren waren dicht...
We zagen zelfs geen sprankje licht.
We moesten zo nog even staan. Totdat ze zouden open gaan.
Zo wachtten we dus allemaal...
De groten buiten en de kleinen in 't portaal.

Toen plotseling, nog onverwacht. En eerder dan ik had gedacht.
Gingen de grote deuren open. En konden we de kerk in lopen.
’t Licht en de warmte staalde ons tegen...
Vergeten waren kou en regen.
Het was als werden we gedragen.
Het orgel speelde ’t welbehagen.
Van God in mensen... Vrede op aarde...
De wereld weer een blijde gaarde.
En heerlijkheid, lof, prijs en ere. In eeuwigheid aan God de Here...
En onder ‘t luisteren naar die klanken. Schuifelden wij naar onze banken.
Met stralend ogen, rode wangen;     
Bereid om alles te ontvangen.
Waar moesten we eerst naar kijken?
De kerstboom die daar stond te prijken,
De kerstboom in zijn volle pracht. Als sterrenregen in de nacht?
Ons ogen kwamen niets te kort...
De meisjes in hun witte schort.
Door moeder extra mooi gestreken...

Men raakte er niet op uitgekeken,
En als een vlucht met witte vlinders,
De zijden strikken op de hoofden van de kinders.
En voor ons op de banken stond voor elk. Een rond blauw kommetje voor chocolademelk....

Het feest begon. Er werd verteld, gezongen en geluisterd;
Er werd gevraagd, geantwoord en gefluisterd.
En in de pauze werd er chocola geschonken...
Er werd met smaak gegeten en gedronken.
En elk genoot op zijne wijze van dit grote feest. Er was een blijde toon, er heerste een goede geest..

En ' t Welbehagen Gods, Zijn liefde en genade.
Was in de kerstboom met zijn fonkelende lichtjes,
Was op de blijde blozende gezichtjes,
Was in de vlinderstrik, de witte boezelaar,
In 't innig samenzijn van groot en kleinen bij elkaar,
Was in de blauwe kommetjes gevuld met chocola...

Het feest ging door en werd gepast gesloten
Met 't zingen van de avondzang door kleinen en door groten.
We kregen elk een sinaasappel en een krentenbol.
En hadden onze kleine kinderhanden meer dan vol.
Nog een cadeautje en een heel mooi boekje. Een zakje met een snoepertje en een koekje.

Zo gingen we naar huis door donkerheid en regen.
Maar hoog in 't wolkendek daar straalt een ster ons tegen.
We waren dankbaar om wat was genoten op dit feest.
Maar ook en eerst omdat het Kerstfeest was geweest.

't Is jaren, jaren al geleden.
Maar ‘t heugt mij als de dag van heden.
'k Heb vaak nog Kerstfeest mogen vieren.     Op veel en velerlei manieren...
Als kind, als maagd, als jonge vrouw...
Als weduwe in diepe rouw.
In oorlog en in vredestijd.
In huisgezin...en eenzaamheid.

Maar ’t eerste Kerstfeest in mijn leven Dat is mij altijd bij gebleven.
En iets van 't eeuwig welbehagen. Heb ik mijn leven meegedragen.
Het leven kan soms hard kastijden,
Maar ’k mocht mij in de Heer verblijden.
En nu... nu is 't Advent alweer
En 't wordt Kerstfeest... nog een keer.

Hoe zal ik Heiland U ontvangen?
Hoe wilt Gij door mij zijn ontmoet?...
Vervul mijn hart met zielsverlangen Opdat ik juichend U ontmoet.
Gooi los de poorten van de kerker,
Ontsluit de deuren naar Uw licht,
En laat mij ook in 't aardse donker Steeds zoeken Heer, Uw Aangezicht.
Geef in mijn hart een blij verlangen.
Zolang ik in ’t portaal moet staan.
Wil in uw feestzaal mij ontvangen. Als straks de deuren opengaan!!!

Verslagen en Mededelingen - A. Kerstviering in 't jaar 1900

L. C. van Hanegem

Rond de poldertorens
1979
03
139-142
Chantal Dhondt
2023-06-19 14:40:26