Bevrijding door de Canadezen

‘k Heb ze zien liggen, hun lijken,
verminkt, ineengekrompen langs de dijken.

Krassende kraaien in de bomen,
hoog boven hun hoofd.
Ze hebben niet hun offer
in al het goede geloofd.

Dagen en nachten hebben hun kameraden getreurd.
Ze vochten verbitterd en wisten het:
in die verschrikking
kon ook voor hen komen de beurt.

Vermoeidheid stond hun in d’ogen.
Van spanning konden velen niet eten.
Hoe zouden wij ooit
die doffe blik kunnen vergeten?

Ze waren jong en naïef,
het werd hun voorgesteld als een spel.
Wanneer ze eenmaal hier waren
kwamen die jongens terecht in een hel.

In al de volgende jaren
heeft de wereld niets bijgeleerd;
nog steeds worden er jonge mensen
door het vuur van granaten verteerd.

1 november 1992
G. Adriaenssens

Gedicht : bevrijding door de Canadezen

Gerard Adriaenssens

Cnocke is Hier
1993
30
052-052
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01