Het Historische beeld met Tijl en Nele

André D'Hont

Het beeld met Tijl en Nele is wel meer dan een gewoon kunstwerk op een plein. Charles Samuel (1862-1938) was een bewonderaar van schrijver-dichter Charles De Coster. Voor Elsene boetseerde hij eerst een klein ontwerp voor een memoriaal, kapte de twee hoofdfiguren levensgroot in marmer en van Tijl en Nele werd het bronzen beeld gegoten zoals het steeds te zien is bij de vijvers van Elsene-Brussel dicht bij het Flageyplein.

Charles De Coster kende een armtierig einde. Men kan het allemaal lezen in de biografie die Lode Monteyne over hem uitgaf in 1917 (in Willemsfondsbiblioteek nr. 928-8). Hij werd belaagd door door schuldeisers. “Op het einde van zijn leven bewoonde Charles De Coster twee kamers der eerste verdieping boven een fruitwinkel op de hoek van de Gewijde Boomstraat te Elsene. Armtierig was dit verblijf. Hij arbeidde in de grootste plaats. Zijn slaapkamer bevatte een ijzeren bed, een kleine tafel, een kast, enkele stoelen. De machtige schrijver leed aan pisvloed en longtering.

Op 6 mei 1879 legde hij zich te bed en de ontboden geneesheer gaf alle hoop op. Het was op een van de zo geduchte vervaldagen dat De Coster uit het leven scheiden zou. Zo ging op 7 mei 1879 de grote man rustig de dood in. In zijn kist legde zijn zuster het portret van zijn moeder, die hij immer hoog vereerd had. De graaf Marcy d’Argenteau, door enkelen als De Costers vader aanzien, overleed op 16 november 1879, als oudste bisschop ter wereld. - Op 9 mei werd de dichter op het kerkhof van St-Gillis begraven. ‘t Was een nevelige dag. Camille Lemonnier sprak de lijkrede uit”.

2015 02 09 143613Tijl en Nele bij het Uilenspiegelpad op Keuvelhoekplein

Op 22 juli 1894 werd het monument, door Samuel ontworpen, te Elsene ingehuldigd. Aan de boorden van de grote vijver der Sinte-Kuisplaats, onder een hoge wilg, was het opgericht geworden. De dag was zonnig en zoel. Kinderen strooiden bloemen, Camille Lemonnier hield een ontroerende toespraak. Weer herleefde in aller ziel de herinnering. Doch in de nacht vòòr de plechtigheid was een onbekende onder het hulsel gedrongen en had in het gelaat gespuwd van de beeltenis der dichter... Dat was de laatste walgelijk smaad door het ploertendom hem aangedaan, die de onsterfelijkheid was ingetreden”. (Boven het bronzen beeld te Elsene prijkt een marmeren kop van De Coster).

Het oorspronkelijke marmeren beeldhouwwerk kon Knokke verwerven in 1952, een geschenk (voor enkel 50.000 fr als wisselkosten) van de h. Delloye, die de villa “Le Plessis” ter Zeeuws Pad in het Zoute betrok. Het kwam op de juiste plaats bij de Charles De Costerlaan. We zien er Tijl met naast zich Nele (Neel Doff zoals we nu weten), de arm om zijn schouder en liefdevolle blik in de ogen.

Bij gelegenheid van de 100e verjaardag van het overlijden van de schrijver vond hier te Knokke, in het raam van het De Costerjaar (te Damme), op 6 mei 1979 een bijzondere herdenkingsplechtigheid plaats. Initiatiefnemer dichter Bert Peleman was met vele schrijvers en kunstenaars aanwezig op het Keuvelhoekplein. Bloemen werden neergelegd. De Franse tekst die ingebeiteld is, werd in vertaling voorgedragen in het Nederlands, Duits en Deens. Er kwam een bord met de vertaling: “Begraaft men Uilenspiegel, de geest, Nele, het hart van Vlaanderen? Neen! Vlaanderen kan ook slapen, maar sterven nooit”.

2015 02 09 145258De plechtigheid bij Tijl en Nele op 6 mei 1979
bij gelegenheid van de 100e verjaardag van het overlijden van Charles De Coster.

(Foto’s André D’hont)

Het historisch beeld met Tijl en Nele

André D’hont

Cnocke is Hier
1992
29
057-058
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:33:01