Canadese veteraan met Knokse echtgenote op bezoek
De Knokse “war bride” Simone Janssens 38 j. later met haar Canadese echtgenoot Edmond Cormier in de Kustlaan.
Voor Simone Janssens is het weerzien met Knokke steeds een vreugde. Ze werd Canadese, sedert ze huwde met een lid van de bevrijdingstroepen van 1944. Met Edmond Cormier stichtte ze te Comelton in New Brunswick een mooi gezin, dat verrijkt werd met een dochter en twee zonen, en reeds drie kleinkinderen. Het is een heel stuk van het ouderlijke huis dat Simone in de oostelijke provincie van Canada een nieuw leven begon.
Nu is het echtpaar op bezoek bij moeder en ze verblijven voor het Paasverlof tot eind april bij een broer aan het Driehoeksplein. Hier ontmoetten we het tweetal, dat heel wat herinneringen op te halen heeft.
Voor Simone was er haar jeugd, toen ze hier de lagere school volgde bij de juffrouwen D’hont en Aertssen, zoals ze zich herinnert. Ze is naar Brussel getrokken en werd verpleegster. De dochter van Robert Janssens-Hannay was mede in het noodhospitaal van het Rode Kruis in de “kolonie”. Maar het was niet toen dat ze haar Canadees ontmoette. Ze ging voor haar taak terug naar Brussel.
Edmond Cormier was bij het 1e Canadese Leger in het medische korps. Zijn opdracht vervulde hij in de harde strijd voor de Scheldt Pocket, ten zuiden van het Leopoldkanaal. Velen van zijn landgenoten zijn toen gesneuveld, vele gekwetsten dienden verzorgd. Hij was mee toen Knokke bevrijd werd. De eerste zorg voor hem was het opvangen van de groep Canadese krijgsgevangenen die uit het Hotel Dorchester kwamen, een kleine groep. In het Grand Hôtel werd een onderkomen voor herstellende soldaten ingericht, terwijl de officieren in de Lugano gelogeerd waren.
Het oorlogsbruidje
Het zou wel een lang verblijf worden te Knokke. De kontakten met de bevolking waren uitstekend. Zo werden ook feestjes georganizeerd voor de kinderen.
Met Kerstdag kwam Simone dan uit Brussel met verlof. In de nachtmis waren ook Canadese soldaten. Daar heeft ze dan Edmond ontmoet, een liefde op het eerste gezicht. Op 25 mei 1946 zijn ze hier in het huwelijk getreden. Manlief moest nog zijn militaire dienst vervolgen en in september van hetzelfde jaar werd hij overgeplaatst bij de bezettingstroepen in Duitsland.
Om naar haar nieuw vaderland te vertrekken, moest Simone eerst naar Engeland, om er in te schepen op de “Samaria”, een schip vol oorlogsbruidjes en kinderen. Bij de aankomst te Halifax aan de oostkust speelde een “band” ter begroeting van de nieuwe landgenoten. Dan de trein op. Er was een begeleidster om ieder van de vrouwen te zeggen waar ze moesten afstappen. Voor Simone was het Comelton, een plaatsje van zowat 4.000 inwoners in New Brunswick. Het was in de nacht, donker en koud, maar met een warme verwelkoming door de nieuwe familie.
Het eerste jaar zou een lange aanpassing aan het nieuwe leven worden. Het Engels zou vlug aangeleerd worden, terwijl men in de buurt van Quebec ook een mondje Frans spreekt. Simone heeft achteraf haar beroep van verpleegster weer kunnen uitoefenen. Nu is Edmond op rust, maar Simone is nog steeds “hospital administrator”.
Ze zijn ondertussen reeds een paar maal naar Knokke teruggekomen, in 1952 en 1962. Ook de kinderen kwamen een bezoek brengen aan de grootouders. Robert Janssens trok in 1967 met zijn vrouw naar Canada om er te zien waar hun dochter leefde. Vader is sedertdien overleden, maar moeder was nu wel weer gelukkig Simone bij zich te hebben in de vertrouwde buurt van de Kustlaan. Vanwaar de Canadezen liefst op wandel trekken langs de mooie villalanen. Hier is het toch allemaal zoveel veranderd in de laatste veertig jaar.
April 1983: actualiteiten
Sint-Margarethakerk
Eerst is er de St.-Margarethakerk geweest en het oude torentje van 1642 is er nog van overgebleven, 20 m. hoog, ook met een uurwerk. Het is de zonnewijzer van 1648. Maar drie en een halve eeuw later werd voor de hogere toren de komputer ingeschakeld. Die wil zo precies zijn als de schaduwstreep die de zon zonder fout doet voortschuiven.
In het dorp is men blijven treuren om het verdwijnen van het oude kerkgebouw, dat geteisterd uit de tweede oorlog kwam. In juli 1955 werd de eerste steen gelegd voor de nieuwe kerk en deze werd in 1958 ingezegend. Er waren ook uurwerken voorzien, boven op de vierzijdige toren. Er diende heel wat gewacht om ze eindelijk te zien aanbrengen. Geduld loont, want nu wordt het uur aangegeven volgens de meest moderne snufjes.
Het elektronisch paasei dat St.-Margaretha in de korf kreeg, wijst niet enkel het uur zonder de minste fout, maar doet ook de klokken luiden volgens het voorziene programma. Dagelijks hoort men de klokken om het uur, worden de missen aangekondigd, kan men bij het Angelus stilstaan te 8u., 12 en 19u. Het marcheert allemaal met het Horomatsysteem, een Belgische uitvinding.
Bij de sakristie in de kerk hangt het brein, ook een uurwerk, dat zelfs bij het uitvallen van stroom nog met een ankerwerk zorgt voor het doorlopen van de tijd.
Om de minuut wordt het drijfwerk door een impuls bevolen en dit volgens een atoomklok uit Zwitserland. Zo is het uur altijd juist, met zelfs een regeling die de stormwind neutralizeert.
's Avonds is het uurwerk verlicht. Knokke kreeg in feite weer een primeur en wie nu over de daken naar de hoge toren kijkt, weet van heinde en ver hoe laat het is, zelfs tot buiten het dorp.
Op de 60 m hoge toren kan men voortaan het uur lezen.