In het nageslacht van Frans Slabbinck en Martha Slosse werd zoon Joseph voorzitter van het Alg. Knoks Middenstandsverbond, maar hij gaat er vooral prat op een schoenhandel uit te baten die reeds driekwart eeuw geschiedenis heeft.

Van Slosse tot “Cinderella”

Op een oude foto van het begin van de eeuw kan men tegenover de wasserij en herberg „In de Voorstad van Knokke” van Ingelbert Heyneman het huis zien met een bordje: „A. Slosse, Chaussures, Réparations”. De Smedestraat was in die tijd een der voornaamste van de gemeente, de verbinding tussen de steenweg naar Brugge met de halte van de stoomtram bij Driewege. Auguste Slosse (geb. 22 okt. 1881) zou vlug tot de vaststelling komen dat er meer toe­komst voor zijn handel in de Lippens­laan lag.

Waar toen nog de meeste hotels open waren en de toeristen winkelden zag hij de toekomst. Naast de „Lion d’Or” konden Auguste Slosse-D’haenen in 1907 van de Zoutepolder (de latere Zoute-Compagnie) 1 a 14 ca grond met 5 m. breedte aan de Lippenslaan ver­werven voor de „principale koopsom van 1.596 fr.”, zoals vermeld in de akte verleden voor notaris Leon Termote van Brugge. Daar zou dan aannemer Hey­neman, de buur uit de Smedestraat, het huis optrekken. En Gusten verhuisde. In zijn vroegere woning is er nu een kap­perszaak.

Het moet wel zijn dat Gusten liever aan de ijzeren pikkel zat te kloppen, zijn spijkerbak naast zich voor brandzolen, de draad voor de genaaide zolen. Zo was hij in zijn element. Op 40-jarige leeftijd liet hij dan de winkel over aan zijn neef Maurice Slosse. Het was in 1920, maar Gusten zou nog een 15-tal jaren lang schoenen lappen in de werk­plaats achteraan. Hij trok zich terug, huwde nog tweemaal na het overlijden van zijn eerste vrouw, ging een klein huisje betrekken bij de groentenmarkt en overleed tenslotte op 12 dec. 1967 in de kliniek.

We moeten ook de legendarische Fiel Slosse onthouden, een broer van Augus­te. Hij was al evenzeer schoenmaker ter Boudewijnlaan naast de “Lion d’Or” en hij huwde de moeder van Napoleon De Groote. Fiel was een verwoed supporter van Knokke FC en men heeft hem zo onthouden als „Sept-zei-Slosse”, kwes­tie dat hij steeds voor zeven doelpunten riep.

Nadat Maurice Slosse de zaak van nonkel Auguste overnam, werd meer aandacht besteed aan de verkoop van schoenen. Hij opende nog een bijzaak ter Dumortierlaan voor zijn zoon Michel. Deze is kort na de oorlog overle­den. Maurice Slosse (geb. 1888) was voorheen reiziger in stoffen geweest voor defirma Fache van Diksmuide. Te Knokke had hij een goede zaak uitge­bouwd die hij ook in de familie wilde la­ten. Zijn echtgenote overleed in 1957, Maurice zelf op 30 aug. 1958.

Het was twee maanden voor zijn dood dat hij de schoenwinkel overliet aan Joseph Slabbinck, pas op 23 april van hetzelfde jaar in het huwelijk getre­den met Monique Van Parys. Zijn moe­der Martha Slosse was een zuster van Maurice en zij huwde Frans Slabbinck uit het gezin met 16 kinderen bij de Kalfduinen. Sedert 1958 hebben de hui­dige uitbaters dan „Cinderella” gemo­derniseerd om er een modelzaak van te maken in deze buurt die men toch steeds het Dorp heet.

Vijfenzeventig jaren zijn verlopen sinds Auguste Slosse van wal stak aan de Lip­penslaan en het ziet er naar uit dat met het echtpaar J. Slabbinck-Van Parys ook doorheen het nageslacht de eeuw zal kunnen rondgemaakt worden.

Anno 1927 - met de toenmalige uitbaters Maurice Slosse-D'haenen en familie. In 1965 werd dit pand gesloopt en kwam in de plaats het huidige “Cinderella”.