Kroniek van de Lisseweegse klokken

Johan Ballegeer

1552:   Twee klokken wegende 1080 en 4155 £b uit de toren van Lissewege worden her-smolten door Simon Waghevents uit Brugge (VII 211).

1545:   Er komen twee nieuwe klokken in de toren (Eng. 13).

1550:   Er komt nog een klok bij van 4280 £b.

1566:   Er worden drie nieuwe klokken gegoten (Eng. 13).

1586:   Alle acht de klokken gaan te loor n.a.v. de geuzeberoerten (RDP 13, 3).

1613:   Betaelt aan Walram Romboudt over ‘t verhoofden en verhangen van de clocke 1 £b (WR).

1619: Tekst op de grote klok Sint Antonius:

JAN GROGNAERT HEEFT MY GEGOTEN BINNEN GENT 1619 BY LAST VAN HEER JAN DE CRANE PASTOR VAN LISSEWEGHE: MITSGADERS AMAND DE BRUNE, JAN VERBEKE; HOOFTMANNEN. CORNELIS DE BRUNE, FRANCOIS VALENBOSCH, PIETER DE VOS, ADRIAEN BUSSCHOP, KERCKMEESTERS (Eng. 17).

Daartoe werd een vervallen klok geleverd van 590 £b en 400 £b oud metaal. Deze eerste klok na de geuzeberoerten werd op 10 maart 1619 gedoopt door de deken van Damme.

1620: Betaelt aen Walram Romboudt, timmerman van synen style, de somme van zesthien ponden twaalf schellingen en drie groot, procederen te weten: XX sch. over tleveren en maecken van nieu hooft van minste clocke; voorts III £b over tmaecken van een nieu belfroot om beede de minste clocke an te hanghen (WR 105).

1622:   De clocke ghenaemt Antonius is geghoten in het jaer 1622 ende weegt zesthien hondert en zes en tseventich pont, te XVV gr het pont per Jan Grognaert van Gent. Zie 1619! (WR).

De clocke Anna is vergoten per Gregorius van Halle en weegt VcLXVI £b ten jaere 1622 den tie maerte, waer af de IIIcXCIX £b zijn vergoten voor IIII grooten tlb ende de reste al wesende nieuwe stofje tol II sch. III gr. Tlb.

De cleene clocke Jacobus is gegoten ten zelfden daghe van nieuwe spyse ende weegt Ic LXIII £b tot II sch. III gr. Tib.

1631:   De klok Antonius uit 1619 is gebarsten. Ze wordt hergoten door Antonis Soubillot en gedoopt op 3 juni 1632 (RDP 18.3.7).

1645:   De klok Anna (van oudere onbekende datum) 576 pond en gegoten door Gregorius van Halle uit Brugge, samen met ene Jacob van 360 £b is gebarsten en wordt in 1645 hergoten door Joachim Blanpain en hetzelfde jaar gewijd. Nu weegt ze 806 pond. Gewijd op Sint-Marcusdag (Eng. 17).

1676:   Op de cleyne clocke (nog aanwezig einde 18de eeuw): SUMPTIBUS ECCLESIAE DE LISSEWEGHE, PASTORE PETRO CHRISTJANO MAES: HOFTMANNO THOMA GAUWELOOSE: EDITUS JACOBO VAN DEN DRJESSCHE, MARINO GHEYLEET, MARTINO GOLLEE. C. BLAMPAIN ME FUDIT IN UYTKERKE, ANNO 1676. SANCTA ANNA. (Eng. 18).

Op de middelbaere Clocke. SUMPTIBUS ECCLESIAE DE LISSEWEGHE, PASTORE PETRO CHRISTIANO MAES, HOFTMANNO THOMA GAUWELOOSE, EDITUIS JACOBO VAN DEN DRIESSCHE, MRINO GHEYLE ET MAR TINO GOLLE. E. C. BLAMPAIN ME FUDIT ANNO 1676. SANCTA ANNA.

Was nog in de toren eind 18de eeuw (Eng. 18).

1760:   De klok Sancta Maria uit 1676 is gebroken en vergoten: GREGORJUS DUMERY HEEFT MY GEGOTEN BINNEN BRUGGHE TEN JAERE 1760 TEN COSTE VAN DE PAROCHIANEN VAN LISSEWEGHE; PASTOOR WAS B.A. RYELANDT. HOOFTMANNEN WAREN CHRJSTJAEN GHEYLE EN JOANNES UUTERWULGHE, KERCKMEESTERS FRANSOYS DERJNCK, CHRISTIAEN GHEYLE, FRANCISCUS CLAYS, JOANNES … SANCTA MARIA

Deze klok woog 834 pond (Eng. 18).

1820:   DESE CLOCKE IS GEMAECKT ALS PASTOR WAS H.L. DE RYCKE. BMR P. DE LAERE, KERKMEESTER J. VAN LOO, J. SCHOUTEETEN, JACO DHONDT, TRESORIER P. BUCKENS, FETER. J. VAN LOO. METER JOANNA ODRY. NAME MARIA. LISSWEGHE 1820.

Ook de triomfklok Jacob-Elooi werd net als bovenstaande hergoten door Jaak Dumery uit Brugge (Eng. 26).

1821:   DESE CLOCKE IS GEMAECKT ALS PASTOR WAS H.L. DE RYCKE. B.M. P. DE LAERE, KERCKMEESTERS 1 VAN LOO, F. SCHOUTEETEN, JAC. DHONDT ONTFANGHER DESER KERCKE P. BUCKENS. VOOR PETER P. DE LAERE EN VOOR METER PIETERNELLE DE BLAERE HUYSVROUWE VAN JAC. DHONDT NAEME S. JACOB. ELYGIUSE. VANSTEENE, KOSTER. LISSEWEGHE 1821.

1869:   Opschriften van de nu aanwezige klokken opgenomen door steller van deze kroniek op 2 juli 1958:

1. BOCHUMER VEREIN GUSS STAHLFABRIK H. MARJA VISITATIE PETER: G. BOSSIER BURG. METER: ROS. DESMIDT, PASTOOR 1 BOECKSOONE; ONDERPAST: S. WULLEMAN; KERKM. P. DESMIDT; F. VANKERSSCHAEVER; F. DAENINCK; F. DEMON; J. SCHREURS KOSTER: F. VANSTEENE.

2. BOCHUMER VEREIN GUSSSTAHLFABRIK H. ELIGIUS PETER. P. DESMIDT; METER: JOAN. PERLINGS, PASTOOR J. BOECKSOONE; ONDERPAST. S. WULLEMAN, KERKM P. DESMIDT; F. VANKERSSCHAEVER; F. DAENINCK; F. DEMON; J. SCHREURS. KOSTER: F. VANSTEENE. LISSEWEGHE 1869.

3. BOCHUMER VEREJN GUSSSTAHLFABRJK H. FRANCISCUS XA VERIUS. PETER: F. VANKERSSCHAEVER. METER: ISAB. VANKERSSCHAEVER; PASTOOR J. BOECKSOONE; ONDERPAST.: S. WULLEMAN, KERKM. P. DESMID T; F. VANKERSSCHAEVER, F. DAENINCK, F. DEMON, J. SCHREURS.

Er is een vierde klok waarvan het opschrift totaal onleesbaar is. De naam is onbekend. De toon is do. De diameter 155 cm en het gewicht 1603 kg. Het is net als de drie vorige een stalen Bochumer.

  • Maria Visitatie heeft een diameter van 75 cm. en weegt 193,5 kg.
  • Eligius heeft als toon re, weegt 1187,5 kg en meet 145 cm.
  • Franciscus heeft als toon mi, een diameter van 135 cm en weegt 97 kg.

Samen wogen deze vier stalen klokken juist 4000 kg, betaald tegen 1.63 fr. het kg. of in totaal 6.520 fr.

1914 ?             Tenzij gebarsten of onbruikbaar geworden, hingen er dus op een bepaald ogenblik, en vermoedelijk tot in de Eerste Wereldoorlog en zoals oorspronkelijk in de 16de eeuw (?) acht klokken in de toren. In elk geval waren er in 1940 nog zes klokken aanwezig, nl. de vier stalen Bochumers en de twee bronzen Dumery’s (RDP 18.3.8.).

1943:   Op dit ogenblik zijn er nog zes klokken in de toren: 4 stalen klokken uit 1869 en twee bronzen klokken uit 1820. De twee bronzen klokken worden door de Duitsers opgeëist, evenals een klein stalen klokje dat aan de kerk van Wulveringem werd gegeven. Het moest daar een bronzen klokje vervangen (RDP 18, 8). Na de oorlog in de vijftiger jaren, ging dit klokje naar de Lisseweegse missionaris Gilbert van Fleteren, scheutist in Kinshasa in Zaïre, waar het zeker in 1968 nog in werking was.

Op 26 oktober ontving E.H. Albert Schotte (+ 1994), dienstdoend pastoor (E.H. dr. Lefere bromde in Duitsland wegens Duits onvriendelijke uitlatingen) van de “Oberfeld kommandatur 570” in Gent het opeisingsbevel om alle klokken met uitzondering van één stalen klok, doormeter 1,60; hoogte 1,40 in te leveren. De firma Campenhout zou die komen weghalen. In het “Verordnungsblatt des Militarbefehlshabers in Belgiën und Nord-Frankreich”, nr. 92 van 24 dec. 1942 verscheen het besluit, dat alle bronzen klokken moesten ingeleverd worden. Vanaf 7 februari krijgt de parochiegeestelijkheid geregeld concrete gegevens en berichten over de wijze waarop dit zal gebeuren. Daar men voorzag dat men met Vlamingen zou te doen hebben, die te stom zouden zijn om goed administratief werk te leveren, liet het Belgisch ministerie van Justitie weten (Omzendbrief van 25 maart 1943) dat men best de boeren-burgemeesters buiten de zaak liet, want, dat ze toch de verkeerde gegevens zouden opgeven.

De collaboratie van de oorlogsburgemeesters moet dus wel niet zo erg geweest zijn. Er moest een lijst opgemaakt worden van de klokken. Doch de Gentse “Oberkommandatur” heeft het zo niet begrepen en gouverneur Bulckaert werd tamelijk onzacht op de vingers getikt. Hij mag op 12 mei een nieuw rondschrijven aan alle gemeente- en kerkbesturen richten. De toon van dit schrijven getuigt in elk geval niet van kruiperij tegenover de bezetter. Ondertussen was een nationale commissie opgericht voor het behoud van de klokken. (Was dat nu collaboratie of weerstand!?)

Voorzitter was Jos de Beer, conservator van het Sterckxmuseum; Leeman, secretaris, prof dr. J. Muis, Grimonpont, prof. dr. Stan Leurs, Max Winders, J. Squilbeck.

Deze commissie deelt in een ongedateerd schrijven mede:

  1. dat ze bestaat;
  2. dat de klokken volgens ouderdom in drie categorieën zijn ingedeeld: A= jonger dan 1850; B= 1790-1850; C= 1700-1790.

De commissie schrijft letterlijk “Er werd ook besloten dat al de klokken van voor 1490 daterende, mogen worden neergehaald en ter plaatse begraven door de zorgen van de kerkfabriek. Is dat nu collaboratie of weerstand? En dan weten we dat niemand in Vlaanderen data kan lezen...

Na ontvangst van het opeisingsbevel begint onderpastoor Schotte meteen een drukke correspondentie met hoger vermelde commissie (16 nov. e.v.). De heer de Beer zendt een telegram. Het telegram wordt niet doorgelaten. Lissewege ligt immers in het “Sperrgebiet”!

Een paar dagen later wordt het telegram toch besteld. Alles moet immers zeer vlug gaan. Drie dagen later zijn de werklui daar reeds om de klokken op te halen. Het voorlopige ontvangstbewijs vermeldt drie opgeëiste klokken: A 1 449, A 1 450 (= de twee bronzen klokken uit 1820-21) en X 19. Uit correspondentie van E.H. A. Schotte blijkt dat Lissewege in plaats van één toch drie van zijn zes klokken mag houden, dank zij de tussenkomst van de E.H. Winders en de Beer en de Duitse professor Rosemann

Door tussenkomst van de Dienst voor Herstel van Oorlogsschade levert de firma Michiels uit Doornik op staatskosten drie nieuwe bronzen klokken:

  1. H. Godelieve. Peter Jules Gobert; meter Elvire Dejaeger. Pastoor Michiel Claerhoudt. Onderpastoor Jan Soens. Kerkheren: Jules Dendooven, Jules Gobert, René Pape, Achille Snauwaert, André Masschelein. Koster Louis Verschoore. Me fudit Michielsjr. Tornaci, 1958. Diameter 85 cm. Hoogte 95 cm. Gewicht 509 kg. Toon la. Versiering: langs boven een rondlopende bloemenband van 2 cm. Afbeelding van de H. Godelieve. Godelieve? Kon het zijn omdat de peter hoofdonderwijzer Jules Gobert van Gistel afkomstig was.
  2. Heilige Jacobus. Peter Jules Dendooven. Meter J. Dekeyzer. Rest van de tekst als boven. Versiering: reliëf van de H. Jacobus (bij patroon van de Lisseweegse kerk) op de weg naar Santiago. Diameter 110 cm. Hoogte 120 cm. Gewicht 830 kg. Toon sol.
  3. Heilige Barbara. Peter A. Snauwaert. Meter L. Vandenheede. Rest als bij de twee vorige. Diameter 80 cm. Hoogte 90 cm. Gewicht 300 kg. Toonhoogte do. Versierd als de twee vorige. Reliëf van de H. Barbara. De verering van de H. Barabara te Lissewege dateert van na de Eerste Wereldoorlog toen veel Walen op de wijk Zwankendamme kwamen wonen.

De klokken worden niet langer “met de string” of “met de voet” geluid maar elektrisch. Dank zij een legaat van mevrouw Louise Maenhout ten bedrage van 100.000 fr., kon in 1957-58 de elektrificatie van de kerkklokken doorgevoerd worden onder pastoor Leopold Grymonprez (+ 1994). Van deze gelegenheid maakte het gemeentebestuur van Lissewege gebruik om op gemeentekosten en in akkoord met de kerkfabriek een rudimentair beiaardspel te plaatsen.

Tevens werd het vernieuwd torenuurwerk voorzien van een foto-elektrische cel. Deze werken werden uitgevoerd door de firma G. Frère uit Lo. Het geheel werd ingewijd met een korte kerkelijke plechtigheid.

In de zomer van 1959 onder pastoor Michiel Claerhoudt. Zijn neef kanunnik François zorgde voor de tekst en de muziek van het deuntje dat om het halfuur te horen was:

Lissewege denk er aan:

Nooit blijft ‘t uurwerk stille staan;
Uren komen, maar vergaan.
‘t Is dus tijd,
Werk met vlijt,
Leef in vree;
Doe uw best,
Voor de rest
Helpt God mee.
Hoor, uw toren
Laat het horen
God helpt mee.

1989:   Op kerstdag a.s. zal het nieuwe klokkenspel te Lissewege weerklinken. Dat betekent voor Brugge een klinkende aanwinst. Deze automatische beiaard bestaat uit achttien klokken, gegoten door de Koninklijke Gieterij Eijsbouts uit het Nederlandse Assen. De installatie is gebeurd door de gespecialiseerde beiaardbouwers firma Clock-o-matic uit Herent-Leuven. Alles wordt bestuurd door een Midi-carillon computer. MIDI betekent: Musical Instruments Digital Interface. Deze computer werkt met geperfectioneerde en betrouwbare componenten, nl. microprocessorchips. De muziek wordt niet op band opgenomen, dit om slijtage te vermijden, maar in statische geheugenchips, die zich in een plugbare module bevinden. De beiaardcomputer wordt bestuurd door een moederklok met zeer uitgebreide mogelijkheden. Melodieën kunnen worden geprogrammeerd in groepen die door een datum georiënteerd programma automatisch worden afgewisseld. Dank zij speciale Lithiumbatterijen is het toestel volledig onderhoudsvrij en biedt het een bedrijfszekerheid van 10 jaar.

De klokkenreeks die in Lissewege in de toren hangt is voor West-Vlaanderen een primeur daar het grote-tertsklokken zijn. Deze klokken hebben in tegenstelling tot de gewone klokken, in hun boventonen een grote terts i.p.v. de gewone kleine terts. Hierdoor klinken ze helderder en zijn de klanken gemakkelijker te identificeren. Deze klokken werden in de tweede helft van de jaren ‘80 ontwikkeld door de firma Eijsbouts. Brugge is aldus een klokkenspel rijker. Enkel te Deinze is er een grote-terts beiaard geïnstalleerd (1988). Een nieuwe grote-terts beiaard van 59 klokken wordt voorbereid voor de toren in Garden Grove Los Angeles (USA). Voortaan zal het klokkenspel seizoengebonden elk halfuur een melodie ten gehore brengen en dit van 8 uur tot 21 uur.    1

Er klinken echter ook totaal andere klokken. Schepen R. Reynaert spreekt van “een koeiebelle” Ook heel wat inwoners zijn niet gelukkig met “dien tingeltangel”. Anderen weer argumenteren dat een beiaard thuis hoort in een belfort en niet in een kerktoren. In het Brugsch Handelsblad verschijnt zelfs een gefundeerd ingezonden schrijven tegen de “beiaard”. Drie jaar later praat geen mens er meer over.

Er zijn ook klokken die zwijgen. De initiatiefnemer en promotor wordt nergens vernoemd: Rudy Desmedt. Zoals vele die te Lissewege iets willen realiseren werd hij belachelijk gemaakt.

1993:   Nu is het misschien eigenaardig om vaststellen, dat we wel weten wanneer en hoe een klok in de toren verscheen, maar praktisch nooit hoe en wanneer ze verdween. Of niet?... Gemakkelijk te verklaren. Nieuwe klokken worden met de nodige luister “gedoopt”, oude en/of gebarsten klokken verdwijnen met de stille trom, tenzij...

Bronnen:

  • VH : L. Van Hollebeke, Lissewege, son église et son Abbaye.
  • Eng. : M. English, Op bedevaart naar Onze Lieve Vrouw van Lissewege.
  • RDP : Rond de Poldertorens, tijdschrift van de Heemkundige Kring St.-Guthago. Zeven dagen Brugge, persmededelingen van Stad Brugge.
  • J. Ballegeer, Als ‘t brandt in de Kwikker te Lissewege. Duitse klokken en klokken voor de Duitser, Brugsch Handelsblad, 1969.
  • J. Ballegeer, Kroniek van Lissewege, pro manuscripto.

Voetnoot

  1. Uit: Zeven dagen Brugge, 1989 (het officieel persbulletin van de stad Brugge).

Kroniek van de Lisseweegse klokken

Johan Ballegeer

Rond de poldertorens
1996
02
042-048
Mado Pauwels
2023-06-19 14:33:01