19e eeuw - 19e eeuw - 19e eeuw - 19e eeuw - 19e eeuw - 19e eeuw
Schipbreuken voor de kust van Knocke
Danny Lannoy
Knokke gelegen in de N-O-hoek van het land en dicht bij de Scheldemonding kreeg een vuurtoren in 1872.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken had de gemeente op de hoogte gebracht om een vuurbaken te plaatsen op Knoks grondgebied daar de gevaarlijke zandbanken voor onze kust tal van schepen lieten stranden.
Tussen 1830 en 1900 waren er niet minder dan veertig schipbreuken (1) geteld voor het strand van Knokke en Heist.
In 1870 kreeg ingenieur Piens opdracht de plannen te maken voor de lichttoren. (2). In 1840 was er reeds een barak opgetimmerd dm de boot van de reddingsdienst in onder te brengen. De grondeigenares Weduwe Piers de Raveschoot was niet op de hoogte gebracht van dit feit en tekende protest aan bij het staatsbestuur.
Het perceel ten oosten van de toen kronkelende weg van het Dorp naar zee werd door de staat aangekocht. Op 100 meter van die bergplaats zou de Zoutepolder de verkoop toestaan van 2 percelen 3 ha 2a 25ca (1856). Op die plaats zou de vuurtoren verrijzen. Het had aanvankelijk een vast licht doch kreeg in 1908 een modern draailicht. Dit was op een afstand van 16 zeemijlen zichtbaar.
Bij de plaatselijke bevolking had men veel "strangedrifters" die na de storm het strand afzochten naar hetgeen de zee op het zand had geworpen. Kleine voorwerpen kon men gemakkelijk mee naar huis nemen; indien er andere stukken aanspoelden kwam de veldwachter op de proppen om het materiaal te registreren en eventueel onder te brengen in het gemeentehuis. Soms werd de inboedel van een gestrand schip openbaar verkocht. Volgens de overleveringen is de Molen van 't Kalf destijds versterkt met balken van het schip de "Sultan" (3).
Uit de plaatselijke archieven vonden we wel wat gegevens over de schipbreuken voor onze kust. Gedurende de nacht van 25 september 1838 strandde er een schip op de zandbank "de Paerdemarkt" eene drymast barke genaemd "Vrouwe Van Linden", en bestuurd door kapitein Garrelt Wyckman, komende van Liverpool, Engeland. Het schip was geladen met tin, lood, ijzer en kruidenierswaren met bestemming Antwerpen. De goederen werden gelost en in bewaring in de loods op het strand ondergebracht. De negenkoppige bemanning met stuurman en kapitein werden gered. Bij een volgende tij zag het de mogelijkheid opnieuw zee te kiezen.
Een brigadier der gendarmerie uit Blankenberge kwam die bewuste dag op de plaats van het onheil en had de burgemeester verboden het schip te naderen om hulp te bieden. "Hij was in eenen dronke staet" en werd door de burgervader weggezonden. In de namiddag werden op 't gemeentehuis in 't Kalf de nodige papieren opgemaakt van de stranding en kon 't schip opnieuw vertrekken.
Zestien dagen later op 9 januari 1839 was er opnieuw een schipbreuk, ditmaal het Engelse sloepschip "Jane" van kapitein William Harman. Het schip kwam van Duinkerke en door de helse winterstorm was het op de Paardemarkt terechtgekomen. Van de vier manschappen werden er drie gered door Pieter De Graeve, Leo Waeghe en Emmanuel Waeghe. Rijkswachter Petrus Breynaert merkte het zwalpende schip voor de kust.
Op 18 januari 1841 rond 14 u. strandde het Belgische schoenschip "Clio" op de zandbank voor Knokke. Het kwam van Oostende en had de haven van Antwerpen als bestemming. Kapitein J.D. Christiaens had een lading rosijzen en citroenen geladen voor een zekere Spillaert. Door de hevige regen en wind was het schip onbestuurbaar geworden en naderde het strand. Na enkele kleine herstellingen kon het schip weer vlotten doch door onverhoedse wind bleef het in de zandige bodem steken. Het schip werd "op de kant geworpen" en onmiddellijk liep het ruim onder water. De kapitein en zijn vijf bemanningsleden konden zich tijdig met een sloep verwijderen en kwamen op het strand van Cadzand aan wal.
De volgende dag kon men het gevaarte vlot krijgen met behulp van "eenige vissersschuyten van Blankenberghe op touw afgezeyld maer regt voor de kerke van Knocke gekomen zijnde is het schip gezonken en het zelve bevind zich gansch onder water verre in zee". Drie dagen later hebben enkele vissers het wrak op het strand gesleept.
Werkman Philip Viaene vond op 27 september 1842 "eene boot geworpen uyt der zee" van 8 meter lang en 2 meter breed. De boot werd tot bij de barak op het strand gesleept en zou van die plaats met paarden naar het gemeentehuis worden gebracht.
In december van 1842 kwam door een hevig onweer een schip in gevaar voor Knokke. Joannes Beleman, Jan De Jonghe, Franciscus De Zutter en Gustave Van Geys, vier beambten van de staatsreddingsdienst gingen in zee met hun onderbrigadier. Het schip de "Nelson" lag op de Paardemarkt op een twintig minuten afstand van de duinen. Het was zwaar geladen met tarwe en kwam van Londen met bestemming Antwerpen. Bij het schip gekomen hadden de redders gevraagd of hij kon afvaren. Terstond werd hulp geboden en kon het schip na enkele uren met de tij weer varen. Tijdens de terugtocht naar het strand sloeg de reddingsboot om op 200 meter van de branding. De mannen kwamen in het water terecht. Met alle krachten moesten ze de zee tekeer gaan. Eén van hen, namelijk Joannes De Zorger, onderbrigadier, kon het strand niet bereiken en werd door de golven verslonden. Hij was afkomstig uit Oostende, "jongman 56 jaren".
Op 25 oktober 1867 heerste er een enorme storm over de zeekust. De onstuimige zee had over de kust tot en met de Hollandse grens ruim vier meter duin afgeknaagd. Rond 5 u. 's. morgens was er op de zandbank in de nabijheid van de Zwin-inham een Noorweegse schoener gestrand. Kapitein Adolf Olsen had vijf man aan boord en kwam van Londen met bestemming Mandal, Noorwegen. De volgende dag kon het gelukkig bij hoge tij opnieuw het ruime sop kiezen.
Voetnoten
- Gaston Van Steene, 1930.
- Vuurtoren werd in 1952 gesloopt om plaats te bieden voor het toerismekantoor op de zeedijk.
- A. D'hont – Dagklapper uit Knokke.
Bibliografie
- – De Zeekust en Knocke - Gaston Van Steene - 1930.
- – Plaatselijke Archieven.
- – Van Polderdorp tot Badplaats - Danny Lannoy - 1976.
- Hoe losser de wind, hoe vaster het weer.
- Zuidwest, Regennest.
- Regen uit het oosten, 48 uren zonder troosten.