Tijdschrift nr 10 - Copyright 1977
Cnoc is Ier - Hier zal altijd Knokke zijn
Sedert het ontstaan der heemkring "Cnoc is ier" hebben onze meer dan duizend leden, hun leuze getrouw, ons hun volle steun toegezegd. We hebben ons best gedaan hun vertrouwen waardig te blijven. Voor de kleine bijdrage hebben we zelfs meer gegeven dan in verder waardeverminderde franks kon opgeteld worden. Dit was mogelijk dank zij de steunende leden die met publiciteit ’t tijdschrift ook nog meer omvang gaven. Dit was mogelijk dank zij de ere-leden, die de kas spijsden om de initiatieven der heemkring meer armslag te geven. En we kunnen verzekeren dat penningmeester Harold Van Eeckhoutte waakt over de kas, in zover dat ook de toekomst van "Cnoc is ier" verzekerd blijft.
Ons tijdschrift draagt reeds nr 10. Dit wil zeggen dat de verscheidene nummers samen een lijvig boek vormen, met bijdragen van talrijke medewerkers. Velen kregen de gelegenheid hierin hun weten over Knokke kond te maken. Zo is het niet alleen bij de gevestigde schrijvers gebleven. We verhopen dat het in de toekomst nog meer het geval zal zijn dat het nieuws uit het verleden uit onbekende hoeken opduikt om hier voor de toekomst onthouden te worden. Het tijdschrift vond niet alleen zijn plaats in de nationale biblioteek, maar ook in deze van verschillende kringen die zich met de heemkunde inlaten, tevens in de plaatselijke boekerijen. In ons volgend nummer (het nr 11 dan) zal een inhoudstabel verschijnen met alles wat verschenen is in de eerste tien uitgaven.
Bij ieder nieuw jaar van "Cnoc is ier" wordt een bijzondere brochure uitgegeven. Deze wordt kosteloos meegegeven voor het jaargeld. Wat kunnen onze leden dan verwachten voor 1978?
"De Knokse verenigingen" zal een (bijna) volledig overzicht geven van alle verenigingen die alhier sedert de St.-Sebastiaansgilde de koppen boven water gestoken hebben. En dit zijn dan 1.0001 verenigingen, ook de uwe, van "De Duinezonen" tot "Cnoc is ier". De toneelverenigingen, de schuttersgilden met boog of karabijn, de kaarters en de bolders, de "osseclub" en de "zwijnenbond" (en ze hebben niet altijd met slachtvee te zien), de jeugdclubs en noem maar Op. Waar altijd Knokke levend geweest is, was er steeds een vereniging. Ieder Knokkenaar is, of was ooit eens lid van een vereniging. De leden van "Cnoc is ier" zullen het weer eens beter weten dan wie ook.
Hier zal altijd Knokke zijn. Elk zegge het voort: Cnoc is ier.