1914-1918 - ZIERIKZEE - vluchtoord Vlaamse vissers

ZIERIKZEE - De geschiedenis herhaalt zich. Was de asielzoeker van deze jaren ooit een onbekend begrip, door de jaren heen speelt de actuele tragiek van de vluchteling.

Ook in Zeeland. Zo herinneren oude Zierikzeéenaars zich nog goed dat de Oude Haven en het oostelijk gedeelte van de Nieuwe Haven in de jaren 1914- 1918 vol lagen met schepen van gevluchte Vlaamse vissers. En in september van dat jaar zat Zeeuwsch-Vlaanderen al overvol met Belgisch vluchtelingen.

Het is zeker dat Zierikzee en de omliggende gemeenten eenmaal een ruim aandeel leverden in de opvang van de ruim één miljoen naar Nederland gevluchte landgenoten. Het was eind november 1914 dat Heist en Zeebrugge branden na hevige beschietingen door de Engels-Franse vloot. De vissers weken uit naar Philippine en Cadzand. Met de komst van nog veel meer Vlaamse vissers een paar maanden later waren allen genoodzaakt in noordelijke richting te vertrekken.

Het Provinciaal Comité zag zich voor een nieuwe taak gesteld door de komst van 72 Vlaamse vissersschepen naar Zierikzee. Alle schepen waren afkomstig uit Heist en Zeebrugge, en zij brachten een bevolking mee van 325 volwassenen en 173 kinderen. Met nog niet eerder gepubliceerde gegevens geeft de Zierikzeese visser en amateurhistoricus J. Schot aan dat de aanwezigheid van een zo groot aantal vluchtelingen het noodzakelijk maakte een afzonderlijke school voor Vlaamse kinderen in Zierikzee te openen. ”De gemeente stelde lokalen van de inmiddels gesloopte school A in de Wevershoek ter beschikking. In december 1915 telde de school 98 leerlingen 41 jongens en 57 meisjes. Een aan de school verbonden Vlaamse pater fietste regelmatig van Zierikzee naar Brouwershaven om de ook daar vertoevende vluchtelingen te bezoeken”.

SCHEEPJES. - In Zierikzee verbleven de veelal grote vissersgezinnen op hun scheepjes. En zo, achterhaalde Schot, dat bracht vaak ellende teweeg omdat er nogal eens kinderen in het water vielen. Maar al vrij spoedig na april 1916 werden even buiten de Zuidhavenpoort, in de Zuidhoek, houten woningen voor de Belgische vluchtelingen geplaatst.
En een ‘recreatietent’ op de nabijgelegen “Molenberg”. Later verschenen er ook nog houten woningen op de Balie, bij de St. Lievensmonstertoren, verhaalt Schot.

Kort na de wapenstilstand, november 1918, keerden de Vlaamse vissers terug naar de Belgische kust, hoewel enkelen nog enige tijd in Zierikzee werkzaam bleven. “Zo voeren in 1919 met de ZZ 8 van de familie Schot nog 2 Heistenaars ter visvangst op de Noordzee, namelijk Casimir Blommaert en Bernard Frans Couwijzer. Ging de Heistse vloot nog op zeilen, de ZZ 8 was toen net voorzien van een 26 pk-motortje. Een ware luxe , memoreert Schot. Uit zijn bijdrage aan de Kroniek blijkt dat destijds enkele Zierikzeese jongens trouwden met Heistse en Zeebrugse vissersmeisjes, terwijl enkele Zierikzeese meisjes met Vlaamse vissers in het huwelijksbootje stapten.

In Zierikzee werden in de Jaren 1915 -1918 ongeveer vijfentwintig kinderen uit Heistse vissersechtparen geboren. Wie vandaag de dag de vissercafeetjes van Zeebrugge bezoekt, kan nog de vele verhalen van lief en leed aanhoren van de nazaten van de destijds naar Zierikzee, Brouwershaven en Goeree of elders gevluchte Vlaamse vissers.

Ons vriendelijk meegedeeld door
A.E.B. De Ketelaere
Ere vrederechter en
Erevoorzitter van de Heistse Klakkertjes

In 1912 - Door Eendracht ter Zege

eendracht-ter-zege-zierikzeeFoto van de Plechtige overhandiging van het vaandel door Baron Ruzette in 1912
KENT U ZE NOG?

Zierikzee 1914-1918: vluchtoord Vlaamse vissers

Redactie

Heyst Leeft
1988
01
010-011
Ludo Sterkens
2023-06-19 14:38:19