De Zeegalm viert Sint-Cecilia’s feest 1952

Georges Rotsaert

Vrienden muzikanten, gij viert weerom feest.
Eten, drinken, smekken, allen om ter meest.
Allen om ter meest. (bis)

Uw vrouw is tevreden en doet lustig mee:
't Arme schaap mag 't hebben, na een jaar vol wee.
Na een jaar vol wee. (bis)

Week'lijks repetitie, nu en dan sortie:
Broeken wassen, strijken, alles voor chéri.
Alles voor chéri. (bis)

Vele lange nachten, wacht ze naar manlief.
Hoort nog vele zever van haar hartedief.
Van haar hartedief. (bis)

Haar nog wakker maken, wellicht ook z'n kind.
Moet ze nog verdragen dat zijn asem stinkt.
Dat zijn asem stinkt. (bis)

Dat daarbij nog bleve: Maar O dubb'le ramp;
Effen in z'n bedde, of hij voelt maagkramp.
Of hij voelt maagkramp. (bis)

Tastend gaat hij zoeken, grabbelt naar de pot;
Gulpend, gulpend, lost hij al den overschot.
Al den overschot. (bis)

Gaat ze reklameren, hij geeft haar repliek;
En aan 't explikeren: Ik kom van 't muziek.
Ik kom van 't muziek. (bis)

Nog wat aangeschoten, kruipt in 't bedde weer:
Stellig haar belovend: 't Is de laatste keer.
't Is de laatste keer. (bis)

Als zij hem hoort zweren, zegt ze dan tot slot:
’k Zal ’t hem maar vergeven: beter zat dan zot.
Beter zat dan zot. (bis)

Beiden nog wat brommen: Zij van hare kant:
Is me dat een leven met een muzikant.
Met een muzikant. (bis)

Zuchtend gaat ze slapen. En binst dat ze rust,
Zegt hij in z'n eigen: Z' is in slaap gesust.
Z' is in slaap gesust. (bis)

'n Ander heeft schoon praten: 't zou alzo niet gaan.
Die geen muzikant is, kan dat niet verstaan.
Kan dat niet verstaan. (bis)

Een heeft 't wel begrepen: 't Is de goede God.
Hij is steeds benepen om ons aller lot.
Om ons aller lot. (bis)

Eens heeft Hij veranderd: Water in goe wijn.
Als men weleens zat is, 't kan geen zonde zijn.
't Kan geen zonde zijn. (bis)

Hij kan ook bevelen, dit in ons voordeel.
Dat w' in d' hoeken spelen op het laatst’ Oordeel.
Op het laatst’ Oordeel. (bis)

Daarom als we spelen, geen noot overslaan.
Dan zal onze Zeegalm aan de spitse staan.
Aan de spitse staan. (bis)

’t Liefst nog maar wat wachten, naar die laatste dag.
Want dan is ’t gedaan met al onz' tra-la-la.
Al onz’ tra-la-la. (bis)

En nu gaan we zingen: Allen op de bres.
Nog een liedje zingen voor onz’ Patrones.
Voor onz’ Patrones. (bis)

Ja, Ze ziet ons geren: Sint-Cecilia.
Immer zal men z’ eren in de Gloria.
In de Gloria. (bis)

*********************

Lidmaatschap 1975 nog niet betaald? Vlug even kijken hoe het moet op pagina 24.

 

 

De Zeegalm viert Sint-Cecilia's feest 1952

Georges Rotsaert

Cnocke is Hier
1975
05
029-030
Leonore Kuijken
2023-06-19 14:38:19