1 november 1944
Knokkes bevrijdingsdag
Dr Eugène Mattelaer, Ere-burgemeester
Aan onze Bevrijders,
de Vrijheid-strijders.
Gegroet Bevrijdingsdag! Gij blijft geprent in ons geheugen
daar wij d'herwonnen Vrijheid weer met volle teugen
dronken en de Lippenslaan doorliepen in de vreugd!
Bevrijding, what's in a name? zó vraagt de jeugd -
want ’t nieuw geslacht dat nu komt aangetreden
staat verwonderd: dertig jaar is lang geleden ...
En toch, van blijdschap was het dat de ogen traanden
na een bezetting van drieënvijftig maanden,
die lange bange tijd kwam men de vijand tegen
in elke straat in winters hard van kou en regen.
Wie bleef van leed gespaard onder de zijnen
aan dees "Atlantikwall", dit "Sperrgebiet" vol mijnen?
De Politiek-Gevangenen moesten veel ontberen
en veel getrouwen zouden nimmer wederkeren.
Zes juni vier en veertig! Toen na D-dag
d'opmarsch snel begon en ook de grootste veldslag
toen onze vadergrond door offers werd gewijd
en na begin september Brugge was bevrijd,
rukten naar dees Oostkust op de Canadezen
en deden de bezetters ’t allerergste vrezen,
want in de Scheldepocket waren z'ingesloten -
van Zeebrugge tot Breskens was de kring gesloten.
Twee maanden insluiting en angst in ieder's huis.
Gekwetsten vielen dra verzorgd door 't Rode Kruis,
de Luchtbescherming als de Brandweer deed haar plicht,
de Weerstand zag na vele jaren 't doel in 't zicht,
het Stadhuis was paraat, en vanaf drie september
deed iedereen zijn taak: toen kwam eerste november,
de dag dat koene Canadezen ons bevrijdden
door moed en bloed, door lijden en door strijden,
en velen werden vér van huis hier neergeveld,
zij rusten nu te Adegem op 't ereveld.
Sinds brandt de witte vlam, sinds sprokkelt diep in ons
de helle toorts, in alle Knokse harten bonst
de felle klopslag van de diepste dankbaarheid
voor hen die stierven voor ons aller weerbaarheid.
Gegroet Bevrijdingsdag: reeds dertig jaar!
Zijn wij nu wijs, zijn wij nu goed, zijn wij nu waar?
Wij voelen 't aan: wij zijn slechts sterk vereend te gaar,
laat ons in Vrede één zijn zoals in 't Gevaar.
Wij geven de verbeelding ongebonden teugel
want in dit land van Rubens en van Breugel
noemen wij u, lieve Vrijheid, 't aardse Paradijs, -
en Canada betaalde met zijn bloed de prijs.
Laat ons de beker van d'herinnering hoog heffen,
omdat wij sinds dertig jaar meer en meer beseffen
dat offermoed en heldendaad de vrijheid schragen.
Knokkenaren reilt en zeilt naar blijde dagen
laat dan varen het weemaren en het klagen.
We remember! De doden leven in de geest,
de vele offers zijn niet te vergeefs geweest.
En eens toch wordt voor altijd 't oorlogsvuur gedoofd, -
hoort de muziek in d'herfst met eeuwig-bloeiend ooft.
30e verjaardag der Bevrijding
Knokke 1 november 1974