De inventaris in 1836 van het hofstedeken bij het fort St-Pol te Knokke

André D’hont

Bij het achterhalen van een “Dagklapper” over het oude huisje dat in de Oosthoek te Knokke nog steeds in de buurt staat van het voormalige Fort St-Pol, bracht mevrouw Margriet Dryepondt-Schaut voor ons een oude inventaris boven. Wat in dit dokument van 1836 allemaal opgesomd werd, was werkelijk te lang voor een krantenartikel, maar al te belangrijk om zo maar weer te laten wegbergen.

De inventaris vermeldt alles wat een kleine landelijke woning met uitbating van wat land en met enkele dieren, bevatte op het einde van de 18e Eeuw. Want de voorwerpen kwamen met iedere erfenis mede. Welke dan hun waarde kon zijn, nadat ons land onafhankelijk werd, vindt men er ook bij. De inventaris werd verder nog gebruikt voor latere erfenisregelingen, maar op de huidige dag is er geen spoor meer van de voorwerpen. Doch het huis bestaat nog steeds, wonderbaar bewaard midden moderne villa’s. ----- Maar voor hoelang nog?

De historie van het huisje is nauw verbonden aan het Fort St-Pol zelf.    Deze aarden versterking, met alles wat er bij behoorde als fort in de Linie van Cantelmo in 1627, werd hier reeds vroeger belicht. Wanneer dan het bijgelegen hoeveke, met zijn kleine baksteentjes, gebouwd werd, is niet precies bepaald. Van 1750 tot 1780 schijnt het bewoond door de Hollandse "sluismeester". Na de herziening van het Barrièretraktaat in 1718, was het Fort en de grond er rond, op Hollands gebied gekomen. Een kaart van 1755 vermeldt wel reeds de hofstee als het huis van de officier van de admiraliteit van Holland, terwijl aan de overzijde van de grens (in de hoek van de Boslaan en de Nachtegalenlaan) het huis stond van de officier van de admiraliteit van Oostenrijk, dat nu verdwenen is.

Een woning draagt ook de stempel van de mensen die er wonen, mede van de gebruiken van de tijd en dan vooral gezien binnen de ligging van de woning al dan niet afgelegen van het dorp, terwijl de “rijkdom” evenredig blijft met deze die de uitbating kan bieden. Veel was er niet te boeren in de buurt van duin en schorre aan het Fort St-Pol. Adriaan Waeghe, die in 1783 als “lagaanofficier”(= toezichter op de aangespoelde strandgoederen) in het huisje woonde, pachtte dit van de goeverneur van Sluis en kon ook over het gras beschikken dat langs het fort groeide. Maar dan werd het fort gesloopt.

We willen nog even stilstaan bij de bewoners. Het geeft ons een beeld hoe vroeger "getrouwd en hertrouwd” werd, tot de laatstlevende weer trouwde met een jongere, die overleefde en... ...

Cornelis Debedts, zoon van Jacobus en van Isabella Bonte, was in 1836 eigenaar van het huisje. Cornelis was weduwnaar geweest van Apolonia Belion, van Marianne Deneve en van Cecilia Soetaert. Het was na het overlijden van deze laatste dat de inventaris opgemaakt werd. Cornelis Debedts hertrouwde dan verder met Francisca De Groote. Voor de vrouw was het de eerste man waarvan ze weduwe zou worden. Francisca zou dan hertrouwen met Jan Schaut. Deze werd weduwnaar zonder kinderen en hertrouwde in 1865 met Amelia Ghys. Als Jan Schaut in 1885 overleed liet hij Amelia als weduwe achter met 7 kinderen. Amelia Ghys, die noch lezen nog schrijven kon, overleed in 1910. Hun zoon Louis Schaut, die in 1875 geboren was, werkte bij zijn vader op de hofstee en trouwde met Melanie Amandels. De dochter Margareta Schaut, in 1911 geboren, betrekt nu nog steeds de woning met haar echtgenoot en dochter. Grond en gebouwen zijn nu hun eigendom sedert in 1943 de grond verworven werd. Maar de gebouwen waren steeds in de erfenis.

Het dokument van 1836 vermeldt dat het “hofstedeken” eigendom was van C. Debedts, “en de landen aan de heer Lippens te Gent toebehoren, gelegen te Knokke in het geslopen fort Sint Paulus, dicht bij de Hazegraspolder, alwaar de overledene (Ceciiia Soetaert) gestorven is de 17e april 1836”. Verder volgt de beschrijving, met : "een woonhuis van steen met pannen gedekt, schuur en stallingen in hout en stro gedekt, door de bezitter gekocht aan Pieter Raes te Knokke in een openbare verkoping gehouden op 24 april 1828. Deze gebouwen staande in het fort Sint Paulus onder de 1e kavel van de Zoutepolder, mogen door de heer Lippens, eigenaar van de grond, overgenomen worden in liggende waarde volgens reeds geëxpireerde cijnsvoorwaarde de date 17 april 1788”.

Volgt de inventaris van de voorwerpen met hun waarde. Wij behouden de oorspronkelijke spelling. De aantallen één of meer, waren in letters.

IN DEN KEUKEN

Bevonden: hangel, vuerschuppe, vuertange, koekschuppe, vleeschvorke, yzerlutte, schuimspaen en borstel, geschat 5.10 fr - 26 gleyersche tellooren, 2 id. botertellooren, 2 id. schotels, 5 id. Kommekens, 2 id. spoelkommen, id. suikerpot, 2 id. melkkannen, Id. mostaertpot, 24 id. stuks theehalam, aerde soupeterryne, tinne louche, tinne groensellepel, 15 id. soeplepels, lepelbert, tinne bierkanne, id. kommeken, Id mostaertpot, id. kroes, id. trekpot, 15 id. schotels, id. telloor, 3 id. koffylepelkens, 12 stale forcetten, 3 tinne zout-vaten, blekken peperbus, blekken lantern, strykyzer, koperlampe, blekken marmyte, koperschenker, koper koffykan en kapmes, geschat 51.30 fr. -

12 stoelen, een tafel, rebbank, bedbak met behangsel, glazenkast, spiegel, slaghorloge, vork, zeefde, 2 manden, borstel, koffymolen, pluimenbed met toebehoorten, kaffenbed met toebehoorten, bedgordyn, 2 venster gordynen, jachtfuziek, kleerkoffer, unster, schaeltje, geschat 182.50 fr.

IN HET SCHOTELHUIS

Kern met toebehoorten, emmer, mande, 2 spaden, 2 delfschuppen, 2 houwen, houtten schupken, 2 vorken, yzerschuppe, kaffenbed met toebehoorten, bedkoets, stoel, geschat 47.20 fr.

IN HET OVENKOT

Yzerhangel, 5 gleyersche tellooren, 2 id. botertellooren, 3 id. kommekens, id. schotel, 3 aerde koffykannen, 2 aerde sauspannen, 3 aerde melkkannen, aerde stoofpot, koekeschuppe, blekken solferbusse, 7 stale forcetten, 2 zeefden, kopermoor, 5 tinne lepels, koper louwer, yzerpot, houttepollepel, groenselmes, jok, emmer, tafel, twee stoelen, geschat 24.65 fr.

IN DEN KELDER

14 teelen met melk, 3 ydel melkteelen, roemstande met roem, melkkuip, koelvat met boterhalam, waschkuip, pot met 5 stukken smout, 3 stukken boter, ydel smoutpot, koekyzer, blekken lantern, aerdepulle, aerde stoofpot, gleyersche melkkanne, id. komme, 5 tinne lepels, broodmes, melkschotel, 5 ydel flesschen in eene wiege met kinderslaping, geschat 45.23 fr.

OP DEN ZOLDER

Graenvat, 3 yzerhamers, zage, spikkelboor, snymes, dyssel, 3 weggen, bak met nagels, kliefhamer, boorhalam, zikkel, pekke met haak, stok, provinciehout, houtterakel, zetel, vleeschstande, bedbak, 15 nederlandsche ponden zwynenvleesch, 2 bakken, yzerpot, 4 stoelen, spinnewiel, vlaschrepe, hekel, mande, zeisen, 3 katrollen, geschat 52.25 fr.

IN DE KOESTAL

Mestgreep, koebak, 2 planken en eenige diltpersen, geschat 4,50 fr,

IN DE SCHUUR

Windmolen, graenzeefde, een zak en half aardappelen, 1 drinkelingkalf, eenige bonden stroo, geschat 35 fr.

iN DE HOUTSTAL

3 leeren en eenige bonden riet, geschat 3 fr.

ACHTERHOVE

Kortewagen, 100 bonden duinedoornen, 40 busschen, eenige stylen, staken en persen, 2 hauwen, trog, zwynbak, 12 hennen, 17 endvogels, geschat 41.50 fr.

IN ZWYNKOT

Een zwyn met 8 jongen, geschat 70 fr.

IN DEN HOVENIERSSCHOF

Eenige groensels en boonpersen, geschat 5 fr.

IN DE HOFBILK

Eene zwarte melkkoe, geschat 160 fr. Eene zwarte bonte melkkoe, geschat 130 fr. Eene jaarling veerze, twee schapen en een zwyn, geschat 90 fr.

LABEUR EN ZAAIGRAEN

88 roeden 47 ellen rogge, 2 veuren met 2 peerden, geschat 39.18 fr. -     29 roeden 49 ellen haver, twee veuren met 2 peerden, geschat 10.88 fr.  - 73 roeden 72 ellen aerdappels geplant, 2 veuren met 2 peerden, geschat 44.61 fr. -   Een dag en half mest gevoert met een peerd en een lader, geschat 5.98 fr.

GEBOUWEN

Woonhuis hebbende keuken, ovenkot, schotelhuis, kelder, zolder, alles in steen met pannen gedekt, schuer en koestal in hout met stroo gedekt, twee zwynskoten in steen met pannen gedekt, alles op grond van den heer Lippens staende en in liggende weerde, volgens cynswaerde geschat met eenig boomkateel op 700 fr.

KLEEDEREN EN LINNEN VAN DEN BEZITTER

Wolle kazakke, laken bovenveste, laken onderveste, zwaerdoek onderveste, lakenbroek, molvenbroeken, zyden halsdoek, 2 hembden, 3 paren wolle kousen, 2 paer schoenen, hoed, half hembde, geschat 43 fr.

KLEEDEREN EN LINNEN VAN DEN OVERLEDENE

14 stropmutzen, 2 ondermutzen, 3 halskleeds, 5 katoene neusdoeken, 2 saye id., 3 paren katoene koussen, wolle rok, wolle jak, 5 katoene jakken, 2 katoene schorten, blauwe lynwaedschorte, 2 hembden, een flemminge rok, eene bayen mantel, geschat 39.20 fr.

MENAGIE LINNEN

2 bedgordynen, 2 venstergordynen, schouwkieed, 3 handdoeken, 2 boterdoeken, sargie, graenzak, geschat 12.50 fr,

TOTALE SCHATTING: 1842.58 fr.    door not. Hendrik Claerhoudt, Brugge, 1 juni 1836.

Deze zo interessante inventaris bewijst dat C. Debedts niet zo arm was als zijn klein huisje zou laten vermoeden . - let eens op het vele tinwerk b.v.

De inventaris in 1836 van het hofstedeken bij het Fort St-Pol te Knokke

André D’hont

Rond de poldertorens
1968
03
114-116
Achiel Calus
2023-06-19 14:38:19