Wat niet verteld werd op een Avondje Heist
Pierre Vantorre
Het lag in mijn bedoeling om in dit nummer een heel ander onderwerp te behandelen. De reden dat ik daarvan ben afgeweken, ligt eenvoudig in de intentie om, aansluitend op de twee voorgaande artikels, eveneens mijn bijdrage te stellen in het kader van het 10-jarig bestaan van Heyst Leeft.
Ik beperk mijn herinneringen in hoofdzaak tot de films in eigen productie en de interviews die een onderdeel waren van de avondvullende programma’s “Een Avondje Heist”, waarmee gestart werd op 11 december 1975.
Ter inleiding wil ik er de nadruk op leggen dat ik, wat de gesprekken betreft, er altijd naar streefde mensen op het podium te brengen die het publiek konden boeien. Ondanks het feit dat het niet ieder jaar een hoogvlieger werd (wat dacht je wel !) heb ik mij nooit laten ontmoedigen om er mee door te gaan, omdat ik van mensen hou en omdat ik ervan overtuigd ben dat iedereen, oud en jong en om het even uit welke middens hij of zij stamt, iets zinnigs te vertellen heeft.
Ik heb op geen inspanning gekeken, al betekende drie kwartier podium weken en soms maanden voorbereiding.
Hoe begint men dan toch in Gods naam aan zo iets? Aan de basis van het ontstaan van een “Avondje Heist” lag de viering van Romanie Vanhulle. Korte tijd vóór Romanie 100 jaar werd en Heyst Leeft nog niet gesticht was had ik, ter aanvulling van mijn filmarchief, opnamen maakt van Romanie in het rustoord te Westkapelle.
Met de viering van Romanie in april 1975 was het vanzelfsprekend dat ook deze zeldzame gebeurtenis op de film werd vastgelegd.
Inmiddels was Heyst Leeft ter wereld gekomen en werd mij gevraagd het filmtje over Romanie voor een beperkt gezelschap op het doek te brengen. Maar eigenlijk was dit gezelschap niet zo beperkt als aanvankelijk werd voorgesteld zodat ik, eigenlijk wel een beetje voor de lol, zei: “Als er zo veel vraag is naar de Romanie-film, kunnen we beter de zaal ciné Palace huren. En zo is het idee gerijpt om in ciné Palace een filmavond te organiseren met als afwisseling een gesprek met Louise Crombrugge, de weduwe van Leon Vancrombrugge die in 1936 in de zelfde zaal de laatste stomme film heeft geprojecteerd. Het programma werd nog opgevuld met een film over de zeevisserij, de film "Heist Karnaval 1958" van Gasten Neirynck en Lucien Henneman en de twee montages uit het eigen filmarchief, namelijk “Heist aan de Noordzee” en “Heist, opdat wij het nooit zouden vergeten” met een begeleidende klankmontage van Cyriel Vantorre.
FOTO’S
HEIST 1975
De bestuursleden van Heyst Leeft t.g.v. de tentoonstelling “Romanie 100” in april 1975.
V.l.n.r. Frans Dyserinck, Francine Berens, René Vlietinck, Jos Degroote, Wilfried Desmedt, Fernand De Backere, Jean-Pierre Braems, Dany Vantorre, Frank Vanhulle, Jos Ackx, André Desmidt en Cyriel Vantorre.
FOTO’S
HEIST 1975
Het eerste “Avondje Heist” op 11 december 1975 in de zaal ciné Palace, met in de hoofdrol Mevr. Leon Vancrombrugge-Tousseyn, alias Louise Crombrugge. Het werd een geanimeerd gesprek over de stomme films die in 1936 voor het laatst geprojecteerd werden in de zaal ciné Splendid.
Het opvullen van het programma verliep vlot. Louise Crombrugge was seffens bereid om mee te werken, de eigenaar van ciné Palace, Jos Hautecoeur, stel de minieme financiële eisen en de andere medewerkers vroegen nul komma nul frank. De technische voorbereiding liep niet zo gesmeerd. De films over de zeevisserij en Heist-Karnaval konden gewoon vanuit de projecteercabine vertoond worden, wat niet het geval was met de films uit de legendarische oude doos die met een doodgewoon projectietoestelletje moesten afgerold worden.
Dan maar zoeken en tasten, proberen en nog eens testen om toch maar het beste resultaat te bekomen. De dag van de voorstelling 11 december 1975 werd de ganse voormiddag en een stuk in de namiddag met gespannen zenuwen gewerkt aan de opstelling van de apparatuur en het proeffilmen. Uiteindelijk werd het projectietoestel vooraan op het balkon opgesteld en bediende Cyriel zijn klankband beneden in de zaal.
‘s Avonds om 20 u. toen de zaal reeds een halfuur vóór aanvang volzet was, waren alle technische zorgen vergeten… voor één avond, want met een Louise Crombrugge die de show stal en de vele Heistenaars die een nutteloze verplaatsing hadden gedaan lag het voor de hand dat er een tweede voorstelling moest komen en dat meteen ook al de bekoring bestond om er de komende jaren mee door te gaan...
Het 2e Avondje Heist was in volle voorbereiding toen we vernamen dat het gebouw ciné Palace door het gemeentebestuur was aangekocht en een ander bestemming zou krijgen. Wat nu? De keus viel op de feestzaal Ravelingen waar we de nodige accommodatie vonden, uitgenomen..... een filmdoek. Omdat de verkoop van ciné Palace administratief nog niet geregeld was, had Jos Hautecoeur nog de beschikking over de "Palace“ en gaf hij toestemming om het groot filmdoek over te brengen naar de zaal Ravelingen. De vraag was hoe en wie zou het aandurven om dit kostbaar ding ongeschonden te verplaatsen?
Het karweitje werd opgeknapt door Jos Dyserinck die trouwens voor al de volgende uitgaven van “Een Avondje Heist" een trouwe medewerker is gebleven naast wijlen Jacques Lemaitre, Albert Vandierendonok, Lucien Henneman e.a. Na het 2e Avondje Heist van 20.1.1977, waarbij de Koninklijke Rokersclub "De ware Vrienden“ centraal stond, werd het Palace-doek definitief opgerold omdat het niet bruikbaar was (teveel licht verlies) voor de 8mm films. Maar The show must go on...
We bleven wedijveren om tegen spotgoedkope toegangsprijzen de Heistenaars steeds iets beters en méér te laten zien en… horen. Naast de oude films kwamen ook nieuwe films van eigen maak, films van Albert Vandierendonck en niet in het minst de prachtige 16 mm films van Lucien Henneman die meestal in première werden vertoond.
Vanaf 1977 werd het filmjournaal van Heist een door het publiek gewaardeerde sluitstuk van “Een Avondje Heist”. Voor de filmploeg Vantorre-Vantorre was Frans Dyserinck van in de beginne een standvastige medewerker.
Op gelijk welk tijdstip en in gelijk welke omstandigheid was hij op post om meestal buiten beeld vele uren van zijn vrije tijd aan dit werk te spenderen. Het aantal uren camerawerk en het monteren van een halfuur journaal mag niet onderschat worden, maar al met al zijn we met zen allen achteraf blij dat zoveel gebeurtenissen en toestanden in en over Heist ingeblikt en voor het nageslacht bewaard zijn. Om daar nog even bij stil te staan, een greep uit de behandelde onderwerpen, aangevuld met enkele anekdoten.
1977: In memoriam Romanie Vanhulle, met Romanie in het bejaardentehuis te Westkapelle, de viering van de eeuwelinge en stemmingsbeelden van de begrafenisplechtigheid.
1978: Tien jaar folkloremarkt, een kortfilm van Dany Vantorre waar mee te Waregem de prijs van Westtoerisme werd. behaald t.a.v, de Provinciale wedstrijd voor amateurkineasten en t! Een eeuw Duinengalm die in dezelfde wedstrijd met een bronzen medaille werd bekroond.
1979: Twintig jaar bloedgevers met opnamen van een bloedinzameling en het bezoek aan de Jacobinissenhoeve van Louis Vanbelleghem n.a.v. het jaar van het dorp.
1980: “De dood van een kerkhof“. Een wandeling tussen de ruïnes van de toen in afbraak zijnde graven op het kerkhof langs de Heistlaan. Het was kil en mistig die zaterdagvoormiddag, wat ons meer aan een griezelfilm deed denken dan aan een reportage over een verdwenen kerkhof...
Het Vliegveld Oostwinkel heeft ons heel wat meer pret bezorgd. Het vliegtuigje van Louis Rodet werd het ludieke gebeuren in het journaal van Heist. Hoofdspeler was "piloot" Frans Dyserinck die, volgens het draaiboek, een mislukte start moest nemen.
Alles liep naar wens tot... het moment dat het in- en uitstappen moest gefilmd worden.
Méér dan 2 u. werd besteed aan amper één minuut opname. Toen Frans, na meerdere pogingen, eindelijk zijn buikje in de cockpit gewrongen had, dachten we dat het ergste voorbij was. Maar neen hoor! De pret kwam pas toen Frans terug moest uitstappen omdat de motor weigerde aan te slaan. Wel vijfmaal moest de slotscène hernomen worden, want Frans die moest doen alsof hij moeilijk uit de cockpit kon komen, zat WERKELIJK vastgeklampt.
Hebben we een buikje gelachen ?
1981: Open deur dag in de Zustersschool. De beelden van het modern schoolgebouw werden voorafgegaan door filmfragmenten van de afbraak van het oud gedeelte met in beeld nog eens het klokje dat nu geen “Angelus” meer luidt...
Een bezoek aan het bejaardencentrum Oostwinkel bracht veel Heistenaars in beeld, waarvan er intussen reeds enkelen overleden zijn.
1982 Het rolschaatsentornooi met wereldkampioene Annie Lambrechts en als zomerevenement de rommelmarkt Nyamasheke. Ook de voetgangerstunnel naar Oostwinkel - die we dan maar het "Gat van Heist" genoemd hebben - kwam in de actualiteit.
1983 Het bezoek van Prins Albert en Princes Paola (Vissersmis) en de viering van 250 jaar boerenhof waren de uitschieters naast een gefilmd stilleven van de Visserstraat.
Vanaf 178 werd het Journaal van Heist afgerond met de lotgevallen van Petrus. De creatie van Petrus en de wonderbare,. .“ is een toevalligheid geweest naar aanleiding van de opnamen voor de film over het leven van Jos Ackx. Het was Wilfried Desmedt die de rol vertolkte van Jos Ackx als soldaat. Tijdens de opnamen op het strand van Cadzand (Ned) deed Wilfried wat speelse dingen met de voorhanden zijnde attributen maar wist niet dat enkele van zijn grappen gefilmd werden! Het was pas bij de montage van de film dat Dany Vantorre op het idee kwam om Wilfried een verrassing te bezorgen ... Het kanonschot van op het strand van Cadzand ontplofte ... in de duinen van Heist en Petrus sneuvelde voor het vaderland.
Dit was het begin van een lange lijdensweg van Petrus met een wonderbare visvangst, een overval, de petanquebal, de stofzuiger en in 1983 de telefooncellen. Het filmen van Petrus en de wonderbare,...” was telkens een niet geringe karwei waarbij de onvoorziene ludieke voorvallen verzachting brachten.
Toch ben ik blij het meegemaakt te hebben, ongeacht het publiek de “gags” goed of slecht vonden.
De buitenopnamen van “Petrus en de wonderbare visvangst” verliepen vlot, wat niet kon gezegd worden van de enige binnenopname, namelijk het telefoongesprek van thuis naar het strand! Er rezen moeilijkheden met de lippenbeweging en het was na heel wat heropnamen dat het eindelijk lukte met ... het opzeggen van een "Wees Gegroetje”, Petrus iets te maken dat hij onmiddellijk naar huis moest komen.
Bij de "Wonderbare val" was mijn nicht Lisette een gedroomde meespeelster. De slotscène met de kreet “Vliegt de Blauwvoet, storm op zee” had ze prachtig gespeeld, maar om die ene zin nadien op de klankband te krijgen heeft het heel wat werk gekost. Wel tien keer zong ze "De Blauwvoet" in plaats van er een strijdkreet van te maken en maar overdoen tot het lukte.
Om de "Wonderbare petanquebal te pakken te krijgen heb ik de tong uit mijn mond gelopen, zelfs tot in Brugge. Het ergste was dat ik driemaal de verplaatsing naar het Boudewijnpark te Sint-Michiels moest doen om een opname van amper 30 seconden te maken.
Over de "Wonderbare stofzuiger" even zwijgen. Bij de allereerste opnamen waren de wieltjes van het tuig al stuk, maar dit voorval was toch geen beletsel om er mee door te gaan.
Ook leuke dingen hebben we aangemaakt met de "Wonderbare telefoon“.
Midden de opname ter hoogte van de Kromnedijk kwamen twee oudjes naar de telefooncel gestapt, lazen op de glazen toegangsdeur het opschrift “Sluitingsdag“, keken elkaar verwonderd aan en stapten verder op zoek naar een ander telefooncel...
In 1980 werden twee films van eigen maak vertoond. De speelfilm "De koning der Haartiesten" en de documentaire film "De Riante Beeldenroute“.
De "Koning der Haartiesten" was een vrolijke onderneming met Frans Dyserinck in de hoofdrol. Hij vertolkte de rol van de eendagstoerist die op het strand een dutje deed en droomde dat hij -op het strand- een haarkapperssalon ophield. Menig toerist keek raar op naar de kapstok, de haardroger, de vrouwen met de krulspelden in het haar en het hondje dat ook zijn haar werd gekruld. ‘t Was een gekke toestand.
De 30 min. durende "Riante beeldenroute" was een onderneming met een 2x2 maanden durende voettocht door Heist-Duinbergen.
Met hier en daar op een huis- of villagevel een mooi beeldje te zien, kwam ik op het idee om alle beeldjes die vanaf de openbare weg zichtbaar waren op film vast te leggen. Toen in de zomer van 1979 een aanvang werd gemaakt met de inventarisering van de beelden heb ik nooit gedacht 61 beelden te vinden waarvan 21 te Heist en 40 te Duinbergen. Het merendeel waren Madonna-beelden met daarnaast ook andere beelden zoals een herder met schaap, de H. Michel, St.Yves, H. Theresia, St. Jozef en zelfs de H.Michaël met de draak, die we te Duinhergen ontdekten.
Te Heist langs de zeedijk hoog in een puntgevel een H.Theresia, in de Kerkstraat boven de ingang van de vrije Visserijschool “Petrus met een sloep“ en zelfs een “Zwarte Madonna van Halle“ in de Zuidstraat.
Lege nissen vonden we op de hoek van de K. Mercierstraat en de Kerkstraat en in de geven van het Frans klooster (hoek Yzerstraat en Knokkestraat). Op enkele gevels van woonhuizen in het centrum van Heist zagen we nog de door de bewoners zelfgemaakte houten nis met een 0.L.Vrouwbeeld die herinnerde aan de bedevaartprocessies van tijdens de tweede wereldoorlog.
De zoektocht naar de beelden eindigde aan het kapelletje naast de toegang van het waterwinningsterrein te Duinbergen. Dit kapelletje werd destijds méér zuidwaarts van de huidige plaats gebouwd in 1863 ter verering van een ter plaatse overleden pastoor waarvan de naam ons niet bekend is. Het kapelletje kreeg zijn huidige plaats na het aanleggen van de tramsporen aldaar.
Achter een ijzeren traliehek staat een Madonnabeeld met os en ezel. In een stenenplaat staat de volgende tekst gebeiteld:
“Heilige Maria, moeder van goede raad, hulp der Kristenen, bid voor ons (1938 ).
Vóór het kapelletje staan zitbanken van arduin, waarop we tijdens het zomerseizoen dagelijks toeristen kunnen aantreffen die een kaars branden, bloemen zetten en een gebed lezen.
Met het opzoeken van de beelden gingen we planmatig tewerk en toch, als we dachten alle beelden genoteerd te hebben, werd achteraf ergens nog eentje ontdekt. Hoe kon het ook anders, want bij de filmopnamen hebben we vastgesteld dat enkele mooie beelden, die de villa’s sierden, ‘s avonds of bij een langdurende afwezigheid eenvoudig binnen gehaald werden, ter bescherming tegen diefstal of beschadiging.
Zulk een lange filmtocht bezorgt natuurlijk ook onvoorziene toestanden en gebeurtenissen die de rij van de anekdoten aanvullen. Toen we op een warme namiddag de camera hadden opgesteld in de Duinendreef, kwamen de bewoners van een riante villa de toegangstrappen af. Beleefdheidshalve vroegen we of het niet stoorde het Madonnabeeldje in de gevelnis te filmen. De man knikte vriendelijk en draaide zich verwonderlijk om! Hij wist niet eens dat een mooi beeld de gevel van zijn huurvilla sierde. Op onze doortocht in de Rondeweg te Duinbergen hebben we onverwachts een “Muis-story” ingelast. In de villatuin van Lucien Duponcheel-Cosyn ontdekten we tegen een boom een prachtig uit hout gesneden beeldje dat, zo hebben we achteraf vernomen, door de eigenaar zelf was vervaardigd. Het was een hete zomerdag en terwijl we wat rust namen op de tuinbank en een babbeltje sloegen met mevrouw Duponcheel, ontdekte ik onder de zitbank een dood veldmuisje. Ik nam het diertje met de staart op, maar een gilletje van mevrouw Duponcheel kwam er niet, ze was in tegenstelling met vele vrouwen helemaal niet bang van muizen! Ze vond het niettemin toch leuk om eens te doen alsof en mee te spelen in een extra-toneeltje dat onze Riante Beeldenroute zou aanvullen. Het werd uiteindelijk allemaal nog erg gemakkelijk voor mevrouw Duponcheel, want op het ogenblik dat de opname begon rinkelde de telefoon in de villa en zij... rende naar binnen door mij achternagezet met de muis in de hand! De “schrik“ voor een muis kon niet spontaner overkomen.
-0-0-0-0-0-
Sinds 1975 werd de filmavond afgewisseld met een interview. Meestal waren het zeventig-plussers die hun eigen belevenissen of de historiek van een Heistse vereniging brachten. Kenmerkend bij die gesprekken was hoe vlot en veelal in detail verteld werd over toestanden en gebeurtenissen uit het verre verleden. Allen getuigden van nog een intact gebleven geheugen en ze schenen er genoegen in te scheppen hun jeugdervaringen nog eens te mogen oprakelen.
Verwacht nu niet dat ik al die gesprekken nog eens zal over doen in een stuk proza. Ik wil me beperken tot enkele opmerkelijke dingen die gebeurd zijn tijdens de voorbereiding en waarvan mij enkele anekdoten zijn bijgebleven.
Met “ Louise Crombrugge “ (1975) was het direct een voltreffer. Haar verhaal over de stomme films en de kermisbals in de zaal “Ciné Splendid“ werd door het publiek fel gesmaakt. De voorbereiding ten huize van Louise verliep naar wens. Enkel als af en toe de winkelbel rinkelde en dochter Yolande de keuken verliet, werd het gesprek onderbroken, want zij wilde er bij zijn om op bepaalde ogenblikken te zeggen “Ma, dat moet je niet vertellen.” Met Louise kwam er een tweede optreden met evenveel succes. Achteraf zei ze: “Ik was de voorgaande dagen zo ziek als een hond en zat nog koortsig op het podium.“ Ik dankte Louise voor haar medewerking, maar heb haar nooit verteld dat ikzelf die avond naast haar zat dank zij twee inspuitingen die ik twee uur eerder van mijn huisarts gekregen had! Blijkbaar had het publiek daar niets van gemerkt en werd het een tweede geslaagde avond.
In 1977 vond ik met Jef Valcke een man die nog een enorm goed geheugen had en de historiek van de Kon. rokersclub "De ware Vrienden“ zomaar met alle data en details uit zijn hoofd kon vertellen. Ook de voorbereidende gesprekken zaten zó vast in zijn geheugen dat hij tijdens de namiddagherhaling in de zaal Ravelingen plots zei: wat ge nu vraagt, komt later aan de beurt eerst spreken we over dit en daarna over het andere! Toch kreeg Jef het ook onverwacht moeilijk toen hij, met accordeonbegeleiding van Albert Vandierendonck, het clublied van de pijprokers op een geluidsband moest inzingen. Hij die destijds t.g.v. oosthoekkermis de man achter de micro was, zei stilletjes ” ‘t zijn de zenuwen!”
Amper één jaar na zijn optreden overleed Jef Valcke. De vrouwelijke rokers waren vertegenwoordigd door Hélène Depaepe die spijtig genoeg haar mooie zangstem verloren was, maar des te meer het publiek liet genieten van haar verhaal en de opmerkelijke uitspraak: Als er een vrouw voor de eerste keer kwam roken, vroeg ik altijd: "Heb je een plastieke broek aan?“
Onder het motto “Schiet je mee?” kwam in I97 de koninklijke handbooggilde "De Duinengalm" aan de beurt met hoofdman Edw. Bouten (overleden in 1982), Isidoor Degroote en Belinda Decuyper. Edw.Bouten, een wel erg kieskeurig man in de omgang met mensen, was voor Heyst Leeft een goede medewerker die de nodige documentatie bezorgde. Toch was hij tijdens de algemene herhaling van een Avondje Heist erg verstrooid door al wat rondom hem aan het gebeuren was. Hij vond er niet beter op dan plots het podium te verlaten om het proefdraaien van de films te be- kijken. Belinda en Isidoor waren de bezorgers van alle attributen die iets met handboogschieten te maken had. Isidoor ontpopte zich zelfs als een volksverteller bij uitstek, maar het duurde toch wel even eer hij bekende dat hij zelfs op zijn huwelijksdag naar de schieting ging! Achteraf heb ik hem verteld dat het langs zijn dochter Hélène was dat ik daarachter gekomen was.
Een Avondje Heist met de steenbakkers in 1979 kreeg de langste voorbereiding.
Het was niet zo gemakkelijk om de gewezen steenbakkers te strikken voor een publiek optreden. Firmin Vanhove was wèl bereid zijn verhaal te brengen voor ons tijdschrift, doch om gezondheidsreden kon hij niet deelnemen aan de gesprekavond.
Firmin Rosseel daarentegen was seffens akkoord, maar toen wegens het overgroot succes een herhaling moest komen, weigerde hij aanvankelijk zijn verhaal nog eens over te doen. Ik ben dan maar gaan praten met Firmin tot de neen een ja werd. Firmin Rosseel overleed in 1983.
De geschiedenis van de Gloeiende steenovens en warme steenhakkers werd opgefleurd door de vlot vertellende Medard Slabbinck die zijn jeeugd heeft doorgebracht tussen de steenbakkers van “Daveloose-Dumarey“. Het werd een geslaagde avond in aanwezigheid van ere-burgemeester Jan B. de Gheldere die 19 dagen later overleed.
In 1980 konden we de film van Marcel Jooris, over de storm van 1 februari 1953, vertonen. Het was een gelegenheid om ere-schepen G. Parez op het podium te brengen met een stuk geschiedenis over Heist en zijn verhaal over de vreselijke nacht van 1 februari 1953. Georges Parez was een medewerker die stipt op alle afspraken was in de voorbereidingsperiode en zelfs de hem toegemeten tijd respecteerde, ondanks sommige kenners zeggen “Parez laten spreken is gemakkelijk, maar hem doen zwijgen is wat anders !” Mijn repliek was:
"Geen nood, ik bind een koord om zijn been en trek hem desnoods van het podium als zijn spreektijd om is.” Het liep allemaal goed en er kwam zelfs een tweede uitgave. Een Tour de Chant in 1981 met Georges Vermandel werd eigenlijk een “Avondje Apart“.
Vermandel bracht niet alleen een levensverhaal met spetterende humor maar lukte er tevens in, met zijn populaire liedjes van toen, de aanwezigen mee te slepen tot het een echt volkskoor werd.
Vermandel met zijn vrouwenstem zeggen de Heistenaars, wat Georges met klem ontkent en er aan toevoegt: “Ik ben een ténor léger“.
Van het voorbereidend gesprek met Vermandel heb ik een lange avond genoten. Het verhaal van zijn jeugd en zijn latere belevenis en in café “Accordéon” onderbrak hij geregeld om te laten horen dat hij nog kon zingen. Toch kwam er nog weemoed in zijn stem toen hij vertelde dat hij na zijn recordpoging geweend had omdat hij de 100 uren niet gehaald had.
Geruime tijd vóór het “Avondje Heist” konden de bewoners van de Polderstraat omzeggens dagelijks vanuit het open venster van zijn slaapkamer horen accordeon spelen en zingen. Hij wilde er iets goeds van naken.
De dag van zijn optreden reed ik Vermandel met zijn accordeon naar Ravelingen voor de gebruikelijke laatste herhaling. Onderweg zei Georges: “Ik voel me niet lekker en ben gisteren ook een tand getrokken waardoor ik de hoge noten niet kan halen.” En daar zit je dan maar, want Vermandel zonder zijn “Mexico” is Vermandel niet! Toch werd er in de namiddag nog een poging gedaan, maar de stem van de ténor léger liet het afweten, ‘s Avonds tijdens de pauze kwam ik op het idee om vlak vóór zijn optreden toch nog eens met Vermandel te praten achter de coulissen waar hij zijn keel kon smeren met wat schuimend nat. Hij dronk er ééntje, en nog ééntje, en.... heeft Vermandel gezongen?
Hij had, geen moeite met zijn “Mexico“.
In 1982 waren we op het spoor gekomen van de historische film "De laatste witte Vlag" (onze bevrijding) die in het bezit was van Constant Devroe uit Knokke.
Het Avondje Heist was gepland op 25 november ‘82 toen een paar weken vooraf ons het bericht bereikte dat Constant zwaard gewond werd bij een verkeersongeval tijdens de jaarlijkse bevrijdingsmars (1 november) en voor een lange herstelperiode opgenomen was in het ziekenhuis van Oostburg (Ned.). Na een lange speurtocht naar de begeerde film, was het dank zij de bereidwillige tussenkomst van stadsontvanger Aernoudts en Lucien Henneman wat we een paar dagen vóór de vertoning het geruststellend bericht kregen dat de film terecht was.
Aansluitend op deze historische beelden was stadsontvanger Karel Aernoudts, auteur van het boek “Waar de Rode Klaproos bloeit” de gastspreker.
In 1983 dwong Edward Hertsoen mijn bewondering af voor zijn dynamische inzet tot het welslagen van wat hij wilde brengen over "F.C. Stormvogels“. Een voetbalclub die hij tijdens de oorlog 40/45 opgericht heeft. Het idee van de Stormvogels lag al vast in mei ‘83 toen ik tijdens de wijkfeesten "De Vuurtoren" toevallig een gesprek had met Edward en herinneringen werden bovengehaald over zijn activiteiten in de Oosthoek toen hij caféhouder was op de hoek van de Onderwijsstraat en Pannestraat.
Spijtig nochtans dat slechts drie ex-Stormvogels op het podium kwamen, wat niet wegnam dat we met veel genot geluisterd hebben naar scheidsrechter Edw. Hertsoen die zelfs in het frans op zijn scheidsrechtersfluitje kon blazen. Om mijn memoires van 9 x een avondje Heist af te ronden, denk ik met genoegen terug aan donderdag 22 november 1984 toen de zaal Ravelingen nogmaals volzet was met een publiek dat - zoals naar de reacties achteraf - bleek ten volle genoten heeft van een gevarieerd programma waarbij de zee en de zeevisserij centraal stond.
Ik mocht mij verheugen over de spontane medewerkers, zeg maar realisators van het programma, zoals Lucien Henneman met zijn 16 mm film Noordzeevis, goede vis “, het duo Albert Vandierendonck (accordéon) en zangeres ‘Angèle Vanbeveren die iedereen aangenaam verraste met de manier waarop ze twee liedjes, op test van Angèle, ten gehore brachten, in afwachting van het gesprek met Anna Utterwulghe die het publiek deed meeleven met het verhaal "Mijn Vader was Ciske van Kattens“.
Zelfs de aanwezigheid van onze ex-beroepsrenner Flander Janssens werd op prijs gesteld met een spontaan applaus. Kortom, met de nodige bescheidenheid mag gezegd dat het een der meest geslaagde “Avondje Heist“ was en mogen we iedereen bedanken die het slecht weer getrotseerd heeft om de verplaatsing naar Ravelingen te maken. Om te eindigen wil ik nog kwijt dat de film- en gesprekavonden die over de periode van 9 jaar een totaal van ongeveer ZESDUIZEND mensen hebben aangetrokken mij het gevoel geeft dat het toch de moeite loonde om op die wijze met Heyst Leeft samen te werken aan het behoud van het Heistse volkseigen.
--oo---oo---oo---oo--
BERICHTEN UIT 1924
Overstroming voorkomen.
We noteren januari 1924. Wegens een abnormale hoge stand van het zeewater konden de sluisdeuren van de afleidingsvaarten niet geopend worden.
De aannemer die bezig was met gezonken Engelse kruisers (oorlog 14/18) te ruimen te Zeebrugge, leverde aan de genietroepen uit Brugge de nodige springstoffen om een opening te forceren. Zo werd een overstroming van de landerijen voorkomen.
Stieslag.
De inwoners van de Stieslag (nu Leenstraat) beklaagden er zich over dat zij na veel regenval slechts hun woning konden bereiken langs het zaailand, omdat de straat één modderpoel was. Wanneer komt de beloofde grintweg, was toen de vraag ?
Zwemwedstrijden in zee.
Het is vele jaren in gebruik geweest dat tijdens het badseizoen zwemwedstrijden in zee werden georganiseerd waaraan goede zwemmers o.a. van de Brugse- en Antwerpse zwemclub deelnamen. Op het feestprogramma van 15 augustus stond een dergelijke wedstrijd aangekondigd over een afstand van 1 km. Overwinnar werd Franck van de C.N. Antwerpen die de Bruggelingen Mortier, De Baal en Devos achter zich liet.
-o-o-o-.-o-o-o-o-