Topografie van Lissewege (vervolg - 4).
Johan Ballegeer
Klik hier voor: Topografie van Lissewege (Deel 3)
II. - NIEUWERE WEGEN aangelegd voor en na de tweede Wereldoorlog; meestal in de dertiger jaren.
59. De Van Cailliestraat.
De VAN CAILLIESTRAAT (1935) werd genoemd naar de Brugse financier Donat Van Caillie, die financieel geinteresseerd was in de verkaveling van het oude leen Scheepsdale. De Van Cailliestraat verbindt de Zeebruggelaan met de Scheeps-dalestraat. Het meest westelijk eind van deze straat zou Baron Van Zuylen van Nyevelt - straat genoemd worden; en verder werd een Boistraat gepland. De naambordjes stonden er reeds in 1939 ! - maar met het verdwijnen van de oorlogsburgemeester A. Boi, verdwenen ook deze twee toponiemen.
60. De Vaartstraat.
De VAARTSTRAAT verbindt de Dudzelesteenweg (cfr supra 1) met cle vaartdijk. Hij loopt tussen ROZENDALE (1427) en de MEUNNICKENMOERE (1555). Bij het begin van de straat staat een driewoonst. Het middelste is het geboorte -huis van de auteur dezer lijnen.
61. De Dwarsstraat.
De DWARSSTRAAT verbindt de PASTORIESTRAAT (verlengd gedeelte) met de RAMSKAPELLESTRAAT.
62. De Spoorwegstraat.
De SPOORWEGSTRAAT begint aan de BARELE in de STATIESTRAAT en loopt langs de spoorweg tot aan Gyzelebrugge. Waar ze de oude Vagelandswegel kruist. (in de velden niet meer te vinden) lag de EERSTEN HOUCK (1555) of ESINHOUCKE (+ 1300) tussen genoemde wegel en de LISSEWEEGSE WATERGANG.
III. - OUDERE WEGEN.
a. De Weststraete.
De WESTSTRAETE (1555) liep van de dorpsplaats tot de plaats die nu de Piste genoemd wordt. Aan de hand van “Registre van alle landen ende erfvelicke renten toebehoorende Onze Lieve Vrauwe Capelle ende Onse Lieve Vrauwe Lof in Lisseweghe vanden jare van gratie 1600” konden we bijna gans de Zuidwestelijke huizenrij van deze straat reconstrueren.
Waar nu de meubelwinkel van Frans Wintein is, was toen het SINT – JACOBS - HUIS bewoond door Pauwels Vande Walle; er naast - nu de BEENHOUWERIJ STE- MARIE, woonde de pastoor Lucas Aelemeersch in het CAPPELRIEHUIS. Het volgende huis, nu de Bakkerij van Frans Maelstaf, was DE SWAENE bewoond door Philips Sarteel.
Waar nu de Herberg DE DRIE KONINGEN is, was toen de herberg SPAEGNEN. Wij hebben er een sterk vermoeden van dat hier Madelena Ferdinandez in het tweede kwart van de XVIIe eeuw woonde. Zij was een Spaanse, gehuwd met Joris Romhoudt, de broeder van de Lisseweegse kunstenaar Walram Romboudt. Deze woonde er naast in DE SMISSE. Aan de overkant van de Heule, waar nu de winkel van Ghislain De Jaeghere is, was “...ten suutwesthoucke vander heulbrugghe ende es ghenaempt DE VIER HEMERS KINDERS (?). Bedoelde men de Vier Heemskinderen ? Vlak er voor, nu het OUD GEMEENTEHUIS, lagen “...... huusen ende landt ghenaempt DE VACKENAERE” . Waar bakker Boi woont was er een smidse.
b. De_Cruustraete.
De CRUUSTRAETE is de tegenwoordige Ramskapellestraat. In bovengenoemd register lezen wij: ”... streckende metten zuudthende ande cruustraete daerrnen plochte tgebot te roupen, met een steenen poorte hierup, int XLIÏII beghin, vercocht aen Walram Romboudt.”
Aan deze poort dankt de hoeve van Firmin Van Hoorebeke haar naam: ”.. .noordt noordtoost vande kercke ende oost byden ghoede TER POORTE ...”. De straat liep verder naar de OOSTASSC(H)OOP , de vuilnisbelt, die waarschijnlijk bij de splitsing van de latere LISSTRAAT en de Ramskapellestraat lag. Er lag ook nog een ASCHHOOP “. . .binden dorpe van Lisseweghe, west vander kercke ende ande zuudsyde vander strate byden HASSCHOPE” (1552).
c. De Zuudtstraete,
De ZUUDTSTRATE liep van de PLAETSE (1600) naar de Poermolen en heet nu de Dorpsstraat.
IV. - WATERWEGENNET
A. De Lisseweegse Watergang
We menen de Lisseweegse Watergang genoegzaam beschreven te hebben onder I. 46. De Lisseweegse Watergang wordt nu onder verscheiden namen aangeduid. Te Lissewege spreekt men van ‘t VAARTJE (‘T FARRETJE) of ‘t REITJE. Zuidelijk van Lissewege sprak men ook wel van het DOESTVAARTJE (1720). Te Zwankendamme heet hij ZWANKENDAMSCHE WATERGANG (1821); verderop NOORDVAART (1838) en OLIEVLIET (1429) of HOLLEVLIET (cfr biekorf 1958, 58). Zou de Lissewegherhee (1242) een deel van de Lisseweegse Watergang kunnen zijn?
B. De Lange Smalle Watergang.
De LAJNGE SMALLE WATERGANG (1858) vormde de noordwestelijke grens van Lissewege met Uitkerke. Te westen van het Hof Ter Welle loopt hij onder de kleine Houckxheule naar de Patentestraat, die hij volgt tot dezes einde, om dan het Groendijkje te volgen. Wat verder loopt hij onder de SCHAAPSBRAKE- HEULE naar de Evendijk om deze te volgen tot aan de SIPHON.
C. De Isabellavaart.
De ISABELLE VAERT (1715) loopt van de Lisseweegse Watergang bij de Siphon, naar Knokke. Hij volgde daarbij de Evendijk. Te Zuiden van de MARKT te Zeebrugge, loopt hij onder de Zandscheerheule, om dan plots naar het Zuidoosten te vloeien.
D. De Kemelader.
De KEMELADER (1645) of MOERADER (1880) loopt van de Kwikker naar de plaats waar het KANAAL VAN SCHIPDONK de Isabellevaart kruist (zie Biekorf
1954, 101; 1956, 281; 1958, 58).
E. De Kruishilader.
De KRUISHILADER is de betere spelling voor KREUSELADER (1880). Hij dankt zijn naam aan de wijk Kruishille, nu ZUIENKERKE - STATIE geheten. Deze ader begint de grens van Lissewege met Zuienkerke te vormen aan het meest zuidwestelijke punt van de gemeente, en volgt de oude Dulleweg zover als de ze op Lisseweegs grondgebied loopt.
F. De_Dullemolenader.
De DULLE - MOLENADER (1880) wordt op sommige militaire kaarten als KLEIN ADER (1861) aangeduid. Hij begint op dezelfde plaats als de bovengenoemde ader en loopt in oostelijke richting naar de Lisseweegse Watergang. Deze ader vormde de grens met Dudzele, nu Brugge.
G. De Ter Doestader.
Deze ader begint daar waar de vorige eindigt. De Bodemkaart van Be1gië geeft hem de naam van REIGARSVLIET, wat heel zeker een vergissing is! Hij vormt de zuidelijke grens van het 178e begin van REYGARSVLIET, wat misschien aanleiding gegeven heeft tot deze vergissing. Andere namen zijn: DEN AERME VAN TER DOEST (1791) of VERLOREN EYNDE (1710).
H. De Onze Lieve Vrouweader.
De ONZE LIEVE VROUWEADER (1838) begint in de HAENDEYSCHEN HOUCK (1429) bij het postje, waar Mieltje van Pamel woont, en eindigt bij de KERKHOER (1842), dit zijn de weiden zuidwest van de Medecamoerstraat,
I. De Kijfader.
De KYFADERE (1838) begint te Lissewege in de Kwikker en loopt door Ramskapelle, Heist, Westkapelle en Dudzele. Te Lissewege loopt hij te zuiden van de wijk Strooiendorp van west naar oost.
J. De Kalsijdader.
De KALSIJDEADER (1846) begint aan Kruishille ( = Zuienkerke-statie) en volgt de Zuienkerkestraat tot voorbij de Grote Boomgaard, om onder de duiker bij de Piste te gaan en dan de Uitkerkestraat te volgen naar Zwankendamme.
K. De Kapelleader.
De CAPELLE-ADER (1880) loopt van oost naar west van de ringgracht van Ter Doest door de wijk De Zokke en over het Boudewijnkanaal verder.
L. De Pottersgatader.
De POORTERSGATADER (1876) of de P0TTERSGATADER is genoemd naar een weg die in 1507 te Ramskapelle lag. Hij vormt te noordwesten van de Ramskapelse hoeve ‘t Hooghuis, de grens tussen Lissewege en Ramskapelle.
M. De Noordvaart.
De NOORDVAERT (1838) beschrijft een kwartcirkel tussen de Evendijk en de Grave Jansdijk en wordt op sommige kaarten als een tak van de Olievliet aan- gezien.
N. De Kruisvaart.
De KRUISVAART (1880) loopt op de zuidelijke zijde van de Grave Jansdijk. Het is dezelfde als de ZEEGRACHT (1555).
O. De Molenader.
De M0LENADER (1880) of MARIABEEK is op vele plaatsen gedempt tot ongenoegen van zekere landbouwers. Hij kwam uit Scheepsdale en liep onder de Uitkerkestraat, langs de Molenwegel naar de Noordmolen (1555), Korenmolen (1555), Dorpsmolen (1555) of Zwarte Molen (1930).
P. Het Kanaal van Schipdonk.
Lissewege grenst in het noordoosten over enkele tientallen meter aan het KANAAL VAN SCHIPDONK of de VUILE VAART, in de wandeling ook wel de STINKER genaamd in de uitdrukking “De Stinker en de Blinker”.
Q. Het Boudewijnkanaal.
Het B0UDEWIJNKANAAL (1952) of ZEEKANAAL, (1907) in de volksmond de VAART is Brugs grondgebied en snijdt Lissewege in twee delen.
Johan Ballegeer.