Historiek en betekenis van het Visserskapelletje
Dany Vantorre
Wat de dief bezielde die op zaterdag 1 februari 1975, op klaarlichte dag, het beeldje van O. L. Vrouw - Ster der Zee uit het visserskapelletje ontvreemde, zal wellicht nooit geweten zijn. Zeker is dat iedereen die begaan is met de Heistse gemeenschap, deze gebeurtenis erg betreurt. Niet zozeer vanwege de grote waarde als kunstschat, maar de religieuze en symbolische betekenis voor ons volksleven. Het Beeldje van de Madonna met het Kind uit de I8de eeuw was één van de duizenden beeldjes die in Vlaamse kerken en kapellen te bewonderen zijn. Maar onze “Onze Lieve Vrouw Ster der Zee” is uniek als patrones van de Heistse vissers. De historiek is innig verbonden met deze van het visserskapelletje zelf. In 1854 lieten reder Cornelius Bassens en E.H. Nounckele een kapel bouwen midden in de duinen langs de visserswegel (de huidige Vuurtorenstraat). Dit was een voetpad die de vissers hadden gevormd vanuit de Gravestraat, (nu Hermans-Lybaertstraat) naar het strand.
De aanlegplaats van de schuiten bevond zich immers voor de bouw van de dijk op de westzijde van Heist. Bij die gelegenheid schonk reder Bassens het verdwenen beeldje, dat een grote aantrekkingskracht uitoefende op de vissersfamilie. Het visserskapelletje werd een plaats van verering en gebed. In 1868 moest de kapel plaats ruimen voor de spoorlijn Brugge – Heist. Alle scheepjes en beeldjes werden tijdelijk bewaard bij reder Pieter Degroote, de opvolger van reder Bassens. In 1892, kort voor de oprichting van de nieuwe kapel, werd het beeldje overgedragen aan de kloosterzusters, dit ter verering, in afwachting van een definitief onderkomen. De nieuwe kapel is er gekomen onder impuls van E.H. Plaetevoet, dank zij de financiële steun van reder Degroote, de Heistse bevolking en de badgasten. Voor de prijs van 3500 fr bouwde metser Jacob Demeulenaere, in opdracht van de aannemer Leopold Willems, de huidige neo-gotische kapel.
Tot in 1975 bleef het beeldje er te bewonderen als symbool van het Heistse vissersleven. Om deze leemte op te vullen nam bestuurslid Jos Ackx van “Heyst Leeft” de delicate taak op zich om aan de hand van foto’s een nieuw beeldje te vervaardigen. Hij behield zorgvuldig het thema van Maria die een houten scepter in de rechterhand houdt en het Kind (met wereldbol) op de linkerarm draagt. Beide figuren zijn gesierd met zilveren kroontjes, Jos Ackx heeft gepoogd een eigen ziel in zijn werk te leggen in plaats van het origineel nauwgezet te kopiëren.
Dat hij dit aan kon, werd vroeger reeds bewezen bij het beeldhouwen van de vele volksfiguren uit Heist. Op zondag 14 november werd het beeldje plechtig ingehuldigd in aanwezigheid van de gemeentelijke en geestelijke overheid, alsook een honderdtal belangstellenden.
Tezelfdertijd werd een herinneringsplaat onthuld, die bevestigd werd aan de voorgevel van het visserskapelletje met als opschrift “Visserskapel I854 - Heyst Leeft”, waarvan wij hopen dat ze de aandacht zal trekken van de vele voorbijgangers en hen zal ertoe aanzetten eens binnen te stappen in de sfeervolle ruimte van deze kapel. Hen zal het verzorgd interieur wel opvallen, wat het werk is van het echtpaar Prosper Vanhulle-Martony die dit al vele jaren belangeloos verrichten. “Heyst Leeft” heeft hen daarvoor op 14 november in de “bloemen en sigaren” gezet.
We kunnen ons inbeelden dat de visserskapel op de oorspronkelijke plaats een grote aantrekkingskracht zal hebben uitgeoefend. ‘s Avonds bij schaarse of geen verlichting en de brandende kaarsen als bewegende schimmen, zal de afgelegen kapel midden de duinen een mystiek schouwspel geweest zijn voor de vissers en hun familie. Waarom zoeken ze daar bescherming tegen gevaren, troost bij verlies, van een verwante of uiten ze hun vreugde voor een wonderbare redding ? Dit beroep is, zelfs met de huidige modernisering van het visserijwezen, nog steeds voor een groot stuk in handen van de natuurkrachten zoals de zee, de wind, de mist…
Wij moeten maar terugdenken aan de recente ramp met de IBIS. Vissers hebben een veel gevaarlijker beroep dan bijvoorbeeld de ambtenaar of de fabrieksarbeider (bankbedienden uitgezonderd). Hun lot ligt in handen van de natuurelementen, waartegen ze meestal machteloos staan. Deze machteloosheid pogen ze te overwinnen door hun lot in handen te geven van hogere machten die hen gunstig gezind zijn. Een gelovige visser zal zich tot God wenden, geconcretiseerd in de Heilige Maagd, die symbolisch aanwezig is in de visserskapel bij wijze van Madonnabeeld.
In onze westerse wereld is de invloed van het Christendom het grootst, maar in andere culturen vindt men analoge voorbeelden. Zelfs vissers, die in het geloof in God geen heil zien, zullen op momenten van grote nood of als dank zich tot één of ander bovennatuurlijk wezen richten. Het meenemen van een talisman aan boord kan daarvan een teken zijn. In Europa zijn veel sporen te vinden van visserskapellen, het is een universeel verschijnsel. In een krantenartikel van de jaren veertig vertelt een reporter over een bezoek aan het Engelse stadje Brixham : “om in Brixham de Belgen te vinden gaat u eenvoudig naar de haven. Bij het uitstappen uit de bus is recht voor u uit de Kapelstraat. Dit is de naam die 1500 Belgen uit Oostende, Heist, Nieuwpoort en Blankenberge aan de voornaamste straat hebben gegeven wiens eigenlijke naam Highstreet is.
Van de school, verder de weg opklimmend langs de kust komt men aan het kerkje dat zich als door een wonder heeft weten vast te klampen, genaamd “our lady of the sea” (O.L.Vrouw Ster der Zee). Hier komen de vissers bidden en een Vlaams priester is belast met de zielenzorg.
Vandaag is het visserskapelletje ook nog een belangrijk onderdeel van het Heists kunstpatrimonium. Dank zij het decreet betreffende monumenten en landschappen kan het volledig kunstpatrimonium voor de toekomst gevrijwaard blijven. Klassering van gebouwen en mooie plekjes dringt zich op. Als voorbeeld kan Oostende worden genomen, waar een pakket van 49 stadszichten ter klassering aan de Rijksdienst voor Monumenten en Landschappen werd voorgedragen, een stedelijke werkgroep voor monumenten- en landschapszorg heeft twee jaar gewerkt en werd nog niet ontbonden maar bevestigd in de opgedragen taak. Deze kommissie heeft inspraak bij elke verbouwing die in de stad gebeurt.
Knokke-Heist is ook dringend aan een dergelijk initiatief toe. Er zijn deskundigen genoeg… Urbanisten, architecten, heemkundigen die bevoegd zijn op dit terrein. “Heyst Leeft” ziet zichzelf niet als deskundige, maar als een vereniging die de gedachte wakker kan houden. We hopen dat onze vrienden van “Cnoc is ier”, de verantwoordelijken van het poldermuseum Sincfala en de heemkring “Sint Guthago” onze mening delen.
Ook een toeristische badstad heeft recht op een herkenbaar stadsbeeld waarin het verleden harmonieert met de moderniseringen. Er moet duidelijk iets gebeuren voor de slopershamer van de bouwpromotie ook de waardevolle gebouwen met de grond gelijk maak. Er zal naar een evenwicht moeten worden gestreefd tussen de gebouwen en stadszichten die naar het verleden wijzen en de (natuurlijk nodige) moderne infrastructuur van de toeristische industrie. Dit is niet eenvoudig, juist omdat de belangen die op het spel staan zeer groot zijn….
We spreken hier dan nog niet over de dreiging van de al te gulzige expansie van de Zeebrugse havenwerken. Onze visie over deze problemen zullen we in de loop van dit jaar uitwerken in een kleine brochure, die zal gepaard gaan met een informatieavond over dit onderwerp.
De gegevens over de historiek van de visserskapel heb ik verzameld dank zij de volgende werken:
Heyst-aan-Zee en zijn verleden (J, Nollet)
Heist en de Eiesluis (M, Coornaert)