EEN BELANGRIJK HANDSCHRIFT
Een Bloemke voor de Familie Strubbe- Mareydt.

Broeder Gaëtan c.f.x.

Dhr. Jozef Bostoen toonde mij een handschrift dat erg beschadigd was en niet meer volledig. Reeds bij het begin van de lezing trof mij de naam Mareydt .

Ik ging op zoek en waarlijk: bij de kleindochter van de Sluismeester, Mw Strubbe vond ik het dubbel van dit handschrift, maar volledig deze keer en zeer goed bewaard. Meer zelfs deze familie bewaarde met evenveel zorg het plan van de Watering van Greveninge, dat bij het handschrift behoorde.

In tegenstelling met zoveel anderen die 'oude papieren' wegsmijten of verbranden, heeft die familie voor ons twee zeer belangrijke stukken gered. Daarvoor verdienen zij alle lof en ... mochten velen daar een voorbeeld aan nemen!

Het handschrift bestaat uit 5 dubbele bladen 'in folio' met een fijn koordeke samengenaaid. Het is in hetzelfde fraai geschrift als het geschonden stuk dat Dhr. Bostoen kon bemachtigen, en alles is zo nauwkeurig gecopieerd, dat zelfs een paar schrijffoutjes, gelijkvormig in de 2 stukken voorkomen.

Op het buitenblad staat:

BESCHRIJVING VAN ALLE DE ONDERHOUDINGS-WERKEN ZOALS WATERLOOPEN, WEGEN, BRUGGEN, DUIKERS, BENEVENS ALLE ANDERE VOORWERPEN, LAST VAN ONDERHOUD DER WATERING GREVENING, MET DE BEGINKAERT DER ZELVE, OPGEMAEKT INGEVOLGE DE RESOLUTIE DER HEEREN GROOTE- GELANDE GENOMEN DEN 8ste MEI 1860.

Op de derde bladzijde volgt dan:

In opvolging der resolutie genomen door de Heeren Groote-gelande der watering van Grevening, gezeid Klein Reigarsvliet in date 8ste Mei 1800 zestig, heb ik ondergeteekenden Secretaris-Tresorier der zelve watering geasisteerd van Ioannes-Franciscus De Leyn, gepatenteerden landmeter binnen Brugge, mij ten jare l800 een en zestig, ten bijwezen van den sluismeester Franciscus Mareydt alle de werken zoo van straten, watergangen, aderen en geleeden, als van buizen, steene heulen, voetp1anken, enz; waer van den onderhoud ten laste dezer watering is, op te nemen en de zelve by het figuratif plan te figureeren, om hunne gelegenheid aen te wyzen en te dienen voor Directorium van gemelde watering.

Voorts is elke gemeente onder deze watering op het gemelde plan met verscheidene couleuren aengewezen, namentlijk: de landen onder de gemeente Westcappelle in geel, en de gonne onder de gemeente Ste Anna ter Muyden in groen.

Wyders zijn de gebouwen der notabelste hofsteden met de namen der eigenaren mede gefigureerd; en bovendies is elk begin ofte sectie van den ommeloper der zelve watering gecoloreerd, en de beschrijving der werken gedaen met de melding zoo naest mogelijk, van elk begin waer in de zelve gelegen zijn, om alzoo op eene klare en gevoegelijke wijze de plaets alwaer de onderhoudingswerken gelegen zijn aen te toonen, en de betrekking der zelve nauwkeurig vast te stellen, als volgt :

Straeten

  1. Den geaplaneerden Greveningschen dijk, zoo gezeid, Mostaerd-dijk, liggende aan de zuidoostzijde van de 4e, 5e en 6e Beginnen, beginnende aen de zwarte sluis, zich strekkende noordwaert, en dan oostwaert langs gemelde 4e, 5e en 6e Beginnen, mitsgaders op de zuidzijde van het 21e Begin, strekkende oostwaert tot aan den steenweg op Sluis.
  2. De straet genaemd de Nachtegael straet, gelegen aen de noordwestzijde van de 3e, 4e, 5e en 6e Beginnen, en aan de zuidoostzijde van het 7e en 21e Begin, beginnende aen den zuidwesthoek van het 7e Begin, iegens het gescheed dezer watering, met die van ‘Sheerenbaselis hoek en loopende oostwaert tot aen den voormelden Greveningschen of Mostaerd-dijk.
  3. Den dijk, genaemd den Dicken dijk, beginnende aen den zuidwesthoek van het 40e Begin, of Brugschen Polder, iegens den steenweg op Sluis, noordwaert oploopende tot bij de hofstede genaemd de Patente en zich strekkende op de zuidzijde en oosteinde van het 37e en 38e Begin, voorbij de Hofstede toebehoorende Mr. Louis Debie, mitsgaders ten noordeinde van het 37e Begin, tot aen den zeedijk, bij wijlen 't fort Boere-verdriet. (1)
  4. Den dijk genaemd Callaers dijk, gelegen weinig zuid van de voormelde hofstede toebehoorende Mr. Louis Debie, beginnende aen laetstbeschreven dijk en zich strekkende zuidwaert tot aen het paerdenhoofd. (2)
  5. Den dijk genaemd den zeedijk, zich strekkende van aen den noordwesthoek van den dijk n° 3, alzoo noordwaert op langs de oostzijde van het 31e Begin en scheidende met den watergang n° 37.
  6. De straet genaemd nederen heerweg, beginnende van aen het kerkhof van Ste Anna ter Muiden, en zich strekkende noordwestwaert tot aen den Greveningschen dijk onder n° 7, op de oostzijde van het 22e Begin.
  7. Den dijk, zijnde deel van de Greveningschen dijk, begin van laetstgemelde straet, en zich strekkende westwaert tot aen den steenweg van Brugge op Sluis op de noordzijde van het 13e, 15e , 18e en 22e Begin.
  8. Het restant van den gemelden Greveningschen dijk, zich strekkende van aen gemelden steenweg, westwaert al draeyende op de noordzijde en noordwesteinde van het 14e Begin, tot aen de steene heule n° 17 op den watergang n° 13, iegens het zween.

Watergangen.

Op dezelfde manier volgt dan de beschrijving van 38 stukken watergang. ,

Houtte en steene werken.

Ook hier de beschrijving van 13 stenen heulen en houten voetbruggen.
Deze twee afdelingen zijn te lang om ze nu in hun geheel over te schrijven. Alleen een paar min gekende plaatsnamen haal ik er uit :

  • Den Verdonkerden Maroucx-dreve : het stukje van de Maroucxdreef, dat recht doorliep al over de steenweg op Sluis (van veel latere datum) tot aan de Greveningedijk.
  • D'hofstede van Ioannes Voskamp : tegenaan St-Anna ter Muiden, waar nu Dhr. De Keyser woont. Die hofstede heet op de oudste belgische stafkaart van 1862 'Hoeve De Tolpael'.
  • De Geule ofte Zween : het stuk van de Zwinvaart vanaf de samenloop met de Izabellevaart tot dicht tegen de Vuile Vaert, heet hier de Geule (naam die de vaart nu nog draagt van aan de Glazen Brug tot aan de Hazegrassluis); en alleen het verdere stuk te noordwesten van de Vuile Vaart, heet Iesuite-vaert.
  • Maroucx uitweg : landweg die loopt van de hofstede Klein Reigaartsvliet tot tegen de Grave Jansdijk.
  • Den Verdonkerden Polderdijk : een totaal afgevoerde dijk die liep van aan de grenspaal 361 tot in de Hoogstraat van Ter Muiden. Hij vormde do scheiding tussen de Brixus Polder en de Maneschijn Polder, en diende om de eerste in te dijken.
  • De witte Brugge : is een houten bruggetje over de Vuile Vaart, achter de vuilnisbelt van Knokke.
  • Het Schapersgat :  nabij de herberg Het Vliegende Peerd, daar waar de Cantelmolinie de Greveningedijk kruist.

******************

Het tweede deel van het Handschrift , schrijf ik weer letterlijk over:

De volgende onderhoudingswerken gelegen in den omkring dezer watering worden onderhouden door de administratie der Hazegras sluis.

Watergangen

A. Den watergang genaemd den verloren kost beginnende van uit den Houke vaert, en noordwaert oploopende al door het 4e , 7e en 10e Begin tot in den vuile vaart.

B. Den watergang genaemd den vuile vaert, beginnende aen het vergaderen van laetstgemelden watergang en zich strekkende al buikende op de westzijde en noordzijde van het 18e Begin, al door de steene heule onder den steenweg van Brugge op Sluis, tot aen de steene heule I , liggende onder den Greveningschen dijk, en van daar noordwaert door het 17e Begin, alsmede op de zuidoostzijde van het 28e Begin en dan oostwaert door het 33e Begin, mitsgaders bij het noordwesteinde door het 32e Begin, en bij het zuidoosteinde door het 30e Begin tot aen de glaeze-brug of limitscheiding dezer watering.

C. Den waterloop van de ligne Cantelmo beginnende van uit den Houcke-vaert en loopende noordwaert op, met verscheide boogten op de oostzijde van de bijgevoegde landen van de watering Grevening sedert 1834, door het 21e , 10e, 20e en 19e Begin, alsmede op de oostzijde van het 18e Begin, dan door het 17e , 33e en 32e Begin en eindeling op de zuidoostzijde van het 30e Begin, tot aen de glaeze-brug of limitscheiding dezer watering.

Houtte en steene werken

  • A. De steene heule onder de nachtegaele straet, op den watergang genaemd den verloren kost, op de noordzijde van het 4de Begin.
  • B. De steene heule op den zelven watergang in de noordkant van het 7e Begin.
  • C. De voetbrug weinig noord van daer op denzelven watergang in het 10e Begin.
  • D. De voetbrug genaemd de witte brug, gelegen op den vuylen-vaert in den noordwesthoek van het 18e Begin.
  • E.De steene heule onder den Greveningschen dijk op den watergang genaemd den Vuylen vaert, in den noordoosthoek van het 13e Begin.
  • F.De houtte buis die apparentelijk zal vervangen worden door eene steene heule op den waterloop van de ligne Cantelmo, in den noordoosthoek van het 32e Begin.
  • G. De steene heule weinig zuid van daer, op de ligne Cantelmo op den watergang N°35 op de noordoostzijde van het 33° Begin.
  • H.De steene heule op den waterloop der ligne Cantelmo weinig zuid van het voorgaande, in hetzelve 33e Begin.
  • I. De steene heule aen het schapersgat bij de herberg het vliegende peerdweinigzuid van laetstvoorgaande onder den Greveningschen dijk N° 7, op de zuidzijde van het 17e Begin.
  • K. De steene heule op de ligne Cantelmo,onder den hoofdwatergang N° 8, in den zuidoosthoekvan het 10e Begin.
  • L.De steene brug met coulissen tot het plaetsen van schofbalken gelegen aen het gehucht den nachtegael onder den Greveningschen dijk N° 1, weinig zuid van laetstgemelde.

Straeten .

De straet leidende van aen de kalsijde van Brugge op Sluis, aen de schaepbrug tot bij de Haezegras sluis, met deszelfs barmen. (3)

Het derde deel van het Handschrift begint als volgt:

Na onderzoek vermeenen de ondergeteekende niet ten onpas alhier te brengen eenen uittrek der ontleiding van de beschrijving der vereenigde wateringen van Eyensluis en Groot-Reigarsvliet, bevattende alle de waterloopen, wegen, bruggen, duikers enz;  opgemaakt door den secretaris-Tresorier Iacobus Drubbele, ten jare 1840, alwaer onder andere op folio 14 en volgende tot folios, 22 inclus vermeld staet.

Dan is er een letterlijk afschrift van de aangeduide bladz. uit het boek: “Beschrijving der Vereenigde Wateringen van Eyensluis en Groot-Reygarsvliet Brugge 1839”. Er worden 5 werken in vernoemd die last zijn van deze Verenigde Wateringen : 1° de Isabelle vaert, 2° het Zween, 3°. de Houckevaert, 4° vier steene duikers onder den Blankenbergschen dijk, 5° twee steene bruggen met coulissen op den buitengracht van de oude verschanzing van den Andrea de Cantelmo (zie hoger I en L). In deze bladzijden die zeker voor al de leden van onze studiekring het bestuderen waard zijn, staan onder meer de volgende bijzonderheden:

Bij het eerste werk :
De wateringen van Eyensluis en Groot-Reigaertsvliet hebben in 1666-67 de Izabella-vaart laten graven omdat de zeesluis te westen van Heist verslijkt was. In 1702 werd de Izabelle-sluis gedestrueerd door de troepen van hunne Hoogmogende Staeten en by order van generael Spar. De Staeten hadden daarna een nieuwe sluis laten maken nevens het Fort St-Donaas, maar de dorpel lag twee voet hoger dan die van de sluis bij het Fort Frederik (Zwarte Sluis) zodat “de wateringen verpligt hebben geweest, naer bekomen consent, aen gemelde sluis by Fort van St- Donaes eene tweede sluis daer nevens te doen maeken”.

Bij het tweede werk :
De Hazegrassluis word gemaakt in 1783/84. “door order en ten koste van het Oostenrijksch Gouvernement onder de directie van colonel De Brou”.

Verder staat klaarblijkelijk een fout: de Glazen Brug is last van de eigenaar “der gronden komende uit de oude verschanzingen van het fort St Donaes”. Het moet zijn: het Fort Izabella

Daer is ook spraek van het huis van de sluisopzichter van de Hazegrassluis. Ik zou iedereen dankbaar zijn, die mij helpt om dit juist te situeren omdat het terugkeert in de “zeeslag” bij het Hazegras in augustus 1830.

Bij het derde werk :
De gronden die medegaan (als eigendom van de Verenigde Wateringen) met de Zwarte Sluis, zijn “ten noordkante met arduyne staeken afgepaeld”. Nog te zien!

Van aan de Zwarte Sluis tot aan het Fort St-Donaas, wordt de gebogen vaart hier genoemd “de oude Zeekreek”.

De Passluis, waarlangs de Passegeule te zuiden van de tegenwoordige steenweg op Sluis, tegenaan de stad in het Zwin liep, werd gemaakt in 1746; waardoor de sluis aan Fort St-Donaas verviel. En de wateringen ende polders mochten sedert 1815 langs daar hun hemelwateren uitlozen. Al die wateringen en polders worden opgenoemd: in Westkapelle, Moerkerke, Hoeke, Oostkerke, Lapscheure, Damme, Ter Muiden, Sluis, enz. (samen 36.715 Gemeten 1 Lyne 41 Roeden). Ook voor deze sluis is er ruzie in 1830.

Bij het vijfde werk :
In 1641 verzocht Don Andrea de Cantelmo de Verenigde Wateringen 2 rabotten to maken, ene “t'einden het nieuw gedelf ten voorleden jare gemaakt bij order van zijn excellentie A.de C., en het ander in den Graaf Jansdyk aen de blaviere van het groote fort (Izabella).

Het Handschrift is getekend: Brugge, den 28en Maert 1864. P. A.. Gilliodts J. f..De Leyn.

Over het “Figuratif Plan” dat mede met het Handschrift door de Familie Strubbe wordt bewaard, zou ik nog dit willen aanstippen:

1° Bij de hofstede te zuiden van de Zwinvaart, waar nu Dhr. Stoo woont, staat op de kaart geschreven : Hof voortskomende van de 3 Ambachten: Metselaers, Timmerlieden en Kuipers nu de Burgelijke Godshuizen van Brugge.

2° Het 32e Begin noordoost van de hofstede Klein Reigaartsvliet, draagt er de naam van 's Heer Jacobs Oude Tant Polder; en is van de Grave Jansdijk gescheiden door de Noord Polder.

3° Op het oosteinde van het 39e Begin of “Soutte Panne Polder” staat aangeduid een “Koorn-wind molen”. Dit is de verdwenen en moeilijk te determineren molen van St-Anna ter Muiden.

4° Ten laatste weze er nog op gelet dat het plan een dubbele schaal aangeeft: één in meters en één in “Oude 'Brugsche Roeden”.

*****************************

(1) Schiinbaar kent niemand meer in de streek de redoute : Het Boerenverdriet. Die lag dus juist bij de tegenwoordige grenspaal nr. 361.

(2) Op het plan staat de betere spelling “Callaertsdijk”. Het Paardenhoofd is een vooruitspringend deel van do vestingen van Sluis.

(3) Volgens verder tekst werd deze straat aan de hazegrassluis in eigendom afgestaan door de provincie West-Vlaandern op 13 april 1834

Een belangrijk handschrift uit 1864

Br. Gaëtan c.f.x.

Rond de poldertorens
1959
01
003-007
Achiel Calus
2023-06-19 14:37:15