De Tienden te Lissewege
René De Keyser en Johan Ballegeer
De tienden of middeleeuwse kerkelijke belastingen te Lissewege, Heist en Knokke behoorden oorspronkelijk aan de Sint-Bertijnsabdij te Sint-Omaars in Frans-Vlaanderen. In ruil hiervoor moest deze abdij grotendeels instaan voor het onderhoud van de parochiekerk en de bedienende geestelijkheid binnen die drie parochiën.
In 1119 bevestigde de bisschop van Doornik, (Lambert 1114-1123), de SintBertensabdij in het bezit der tienden te Lissewege, waarbij toen nog de latere parochiën Heist en Knokke behoorden. (1)
Kroniekteksten vermelden dat omstreeks 1125 de broeder van de proost van Sint-Donaas, die tienden voor drie jaar had verpacht, doch niet betaalde, aan de abt van Sint-Bertens. De abt kwam zich hierover in het putje van de winter bij graaf Karel de Goede te Brugge beklagen. Deze zou de schuldige ter verantwoording geroepen hebben. Daardoor haalde hij zich de haat van deze laatste op de hals. Waarheid of legende ? ... (2)
Reeds voor 1249 was Heist afgescheiden van de moederparochie Lissewege, want in genoemd jaar traden Egidius van Bredene, Wouter van Heule en Renier van Klemskerke op als scheidsrechters tussen de Sint-Bertensabdij en een zekere Margareta Mols. Deze moest de Tiendescheure, die ze te Coudekerke, (dat later Te Heis of Heist werd genoemd), had opgericht, terug afbreken en de tienden terug geven aan Sint-Bertijns. (3)
In 1253 werd met toestemming van de abt van Sint-Bertijns Knokke op zijn beurt uit Heist afgescheiden, omdat, zegt de akte, het grondgebied der parochie Heist te uitgestrekt was. (4)
Sint-Bertens is in het bezit gebleven van deze tienden tot in 1568, tot het pas ingerichte bisdom Brugge ervan in het bezit werd gesteld. (5)
De ommeloper van de watering ven Eyensluis heeft de herinnering bewaard aan twee Tiendehoven van Sint-Bertens, één te Lissewege en één te Heist. (6)
Verscheidene Lisseweegse toponiemen herinneren nog aan de tienden van Sint Bertens. In de “Atlas van Buurtwegen 1842” komt een Tiendeweg voor. (Breedte 5 m, lengte 218 m). Hij begint in de tegenwoordige weide tussen de militaire basis te Lissewege en het hof van Wwe De Grande. Hij moet heel zeker nog verder in oostelijke richting gelopen hebben om te eindigen bij de Hendebrug aan de molen van Desmidt, dan zou deze brug heel zeker de Thiendeheulbrug zijn, waarvan het “Registre van landen toebehoorende de Kercke van Lissewege 1555” spreekt op verscheidene plaatsen. In hetzelfde register wordt de Tiendescheure vermeld in het 44ste begin van Eyensluis en het Tiendehof in het 50ste.
Wij menen te mogen besluiten, na vergelijking, dat het hof van Wwe De Grande het bewust Tiendehof is.
In de rekeningen Van 1602-03 van Sint-Bertijns wordt gewag gemaakt op f. 10 van de Craeyhouck, als tiendesectie. In bovengemeld register lezen we ... “Noordtwest vanden goede te Beuckemare by den Craeyhouck.” (37ste begin v. Ey.)
Bij De Flou excerpeerden wij nog volgende Lisseweegse toponiemen:
1. De Grote Meulehoek, tiendesectie, 1701: Qouhier tienden v.h. Bisdom.
2. De Grote Patenhoek, tiendesectie, 1719: Reken. Bisd. Br.
3. De Kleine Molenhoek, tiendesectie, 1701: Qouh. tiend. Bisd.
4. De Kleine Patenhoek, tiendesectie , 1719: Rek. Bisd. Br. f. 26.
5. Noort Craeyhouck, tiendesectie, 1701, Qouhier tiend. bisd.
6. De Po1derhoek, tiendesectie, 1602, Rekening St.- Bertins.
7. De Ruwe Thiende, tiendesectie, 1635, Rapp. arch. Et. Br. 1914-18.
8. St. Bertinstiende, 1278, St. Bertins, Poperinge; f. 121.
9. De Vuylenhouck, 1719, rek. bisd. Br. f. 26.
10. Suijt Craeyhouck, 1701, Quohier Tiend. Bisd.
Het zal de moeite lonen verder uit te vissen waar deze verschillende tiendesecties gelegen waren en in hoeverre ze betrekking hadden met Sint-Bertens.
-----------------------------------------------------------------------------------
(1) D’Haignerie: Les Chartres de St. Bertin à St. Omer. 1886. p. 54, nr.l14 I.
(2) Kroniek van Jan van Dixmude.
(3) Prof. Dr. E. Strubbe: Egidius van Bredene, Stichter der abdij Spermalie.
(4) Opdebrink: Knokke-sur-mer, Histoire ct Souvenirs. 2e uitgave, p. 97.
(5) Z. E. H. English: Priesterjubileum te Heist van pastoor Masschelein.
(6) Heist: Staatsarchief, Fonds Vrije: nr. 15958 - 1e deel: Eyensluis, 1-34ste begin. S 192 in het 30ste begin: d'abt van St. Bertins met zuud aan kerkmuur ende es thiendehof in Heist ten noordtoost tot aan den Thiendeweg.
Lissewege; Staatsarch. Brugge; Fonds Vrije nr. 15959. 2e deel Eyensl. s 447: in 50ste begin; de abt van, St. Bertins. Het Thiendehof dat Aernout de Beste in pachte heeft met een thiendedrevekenen ten noordtoost houck van de scheure tot aen de thiendebrugghe.