Als klein meisje hoorde ik de ezeltjes en de pony’s in de jaren ’60 voorbij ons huis passeren op hun weg van en naar het strand. Deze bedrijvigheid is op ons strand verdwenen, maar werd in wafelhuizen later overgenomen. Was er nog iemand te vinden die ons over deze seizoenverhuur kon vertellen? De witte raaf moest gelukkig niet ver gezocht worden. Op een boogscheut van het museum woont inde Polderstraat 56 Theophiel De Cuyper, de laatste Heistse ezelverhuurder.

Uit pure noodzaak

Hoewel hij een voorliefde had voor schrijnwerk, was Theophiel als 13 jarige bij zijn vader begonnen als plafoneerder. Bij het blussen van kalk breekt de overmoedige Theophiel in 1957 een rugwervel. De pasgehuwde 21 jarige wordt in een stalen korset gestoken, zodat hij weer rechtop kan lopen. 

Op doktersadvies zoekt hij lichter werk. Onderzoeken naar beroepsbekwaamheid en medische keuringen in het ziekenfonds verklaren hem geschikt voor omscholing tot beeldhouwer of uurwerkmaker.

Een opleiding tot beeldhouwer zit er in de naaste omgeving van Heist niet in.  De toenmalige Heistse uurwerkherstellers zien zich niet als “opleiders”: ze vrezen (vermoedelijk terecht) later een nieuwe concurrent te hebben.

De moeder van Theophiel was een van de 21 badkarhouders die Heist toen telde.  De kinderen uit het gezin De Cuyper waren zo vertrouwd met het strandleven en het ‘seizoenswerk’.  Nadat een poging om stage te lopen bij uurwerkmaker Gilson in Zeebrugge te elfder ure mislukte, werden 5 ezeltjes van August (Gusten) Vandenbroele overgenomen. Gelukkig ‘sponsort’ vader De Cuyper de aankoop: 35 000 BEF (867 €) voor 5 ezeltjes is in het Expo-jaar 1958 een gezonde som geld!

Het Gemeentebestuur van Heist stelt twee standplaatsen voor ezeldrijvers ter beschikking op het strand.  Aan de bareel ter hoogte van de golfbreker links van waar nu het zwembad De Raan staat, is de hoofdstandplaats.  Een tweede vertrekplaats is voorzien in Duinbergen aan de golfbreker, ongeveer ter hoogte van de Anemonenlaan.  De baigneurs moesten met hun strandzeilen een doortocht van 6 m voor de ezeldrijvers garanderen.

Gusten Vandenbroele had een toelating om op het strand (in de richting Duinbergen) tijdens de zomermaanden ezeltjes voor korte ritjes te verhuren.  Arthur (peetje) Ryckaert verhuurde paarden op een ander strandgedeelte (richting Zeebrugge). Die had zijn zinnen gezet op de concessie van Gusten.

Toen Theo op het stadhuis gaat bieden voor de strandconcessie blijkt snel dat Arthur kost wat kost de jonge Theo niet als concurrent wenst.  Pas na een woordenwisseling tussen Arthur en zijn zoon Etienne Ryckaert stopt het opbod. Drie jaar later kon Theo een ‘normale’ prijs bedingen.

Door mul zand ezels drijven

Het “seizoen” liep vanaf Pasen tijdens de weekends, en dan vooral: juni, juli, augustus tot half september.  Het meeste volk kwam toen nog met de trein naar zee. Af en toe was het een ware toeloop.

Een ritje van ongeveer 300 m (150m heen en terug) per ezel door het mulle zand kostte in die tijd 5 BEF.  Ezel drijven was zogenaamd "licht werk”: de kleinere kinderen diende je zelf op de ezelsrug te tillen, maar wel vanaf een bankje; de grotere kropen er zelf op. Dagelijks reed Theo van 9.30 à 10 uur tot 12 uur.  Dan moesten de ezels rusten. 

Ze begonnen opnieuw van 14 uur tot er geen volk meer was.  Het laatste werk was iedere avond: het strand opkuisen! ..Op een zonnige dag had hij nauwelijks werk en verdiende dus vrijwel niets.  Ezel rijden was wel een verzetje bij slecht weer, lichte regenval en wind.

De eerste drie jaar waren magere jaren: gezien de zware investering en de lage prijs per rit bracht de zaak niets op.  Nadat de Gemeente de instelprijs had verlaagd ging het beter.

Om kosten te sparen maakte Theo de zadels zelf uit geweven vlasdoek opgevuld met stro.  Daarop kwam nog een schaapsvelletje.

Koppige ezels?

Theo kan geen woord horen over zogezegd “koppige ezels”. Het zijn heel slimme beesten en je moet er weten mee om te gaan, meent Theo.

Een ezel wil heel zeker zijn vooraleer hij een stap zet. De ezel voelt per poot twee keer aan de grond onder zijn poot vooraleer hij die neerzet.  Hij loopt altijd met drie poten aan de grond. Het is ook daarom dat ezels in de bergen gebruikt worden voor het vervoer van mensen en lasten.  Een ezel zal bij gevaar ook nooit op de vlucht gaan zoals een paard. Je kunt er echt op betrouwen.

Ezels hebben het niet op knotswier bekeken. Die aanspoelsel heeft lichtbruine-tot-zwarte blazen. Als de ezel zijn poot daarop zet ploffen die blaasjes open.  De ezel weigert dan nog een stap te zetten en trekken helpt absoluut niet. Ernaast gaan staan en stappen is de oplossing: de gerustgestelde ezel zal opnieuw meegaan.

Klanken spelen blijkbaar een rol in het gedrag van een ezel. Theo moest zijn ezels eens over een brug krijgen. Nadat hij eerst zelf een paar stappen zetten om de ezel de toon of klank te laten horen, had hij geen problemen meer. Een ezel moet echt eerst het vertrouwen hebben vooraleer hij een stap zet. Sommigen beweren dat een zak over de kop trekken, helpt. Daar is echt niets van aan!

strand_ezelsEzels op stap

Theo leende zijn ezels eens uit voor het spelprogramma “Hartendrie” in Blankenberge. Hij trok te voet met zijn ezels van Heist naar Blankenberge en terug!  In het spelprogramma was voor de drie kandidaten een ezelskoers als proef voorzien.

De ezels van Theo stonden o.a op een wei aan de kerk van Duinbergen. Rond de sinterklaasperiode bleken alle ezels uit de wei weg te zijn. Op stap? Of opgeladen?

Hoteluitbater Cosyn had een camion van de firma Derese uit Dudzele aan de wei zien staan. Uit navraag bij Derese bleek dat hij in opdracht de ezels had overgebracht naar een wei in Wenduine. Theo en zijn schoonbroer reden prompt naar Wenduine om in die wei te gaan kijken: daar stonden wel 60 ezels. Theo had een simpele oplossing om zijn ezels eruit te halen. Op zijn fluittoon kwamen de zeven ezels naar hem gewandeld. Dan maar naar de opdrachtgever, die eerst van piekens gebaarde. Hij werd echter overtuigd door het speurwerk van Theo, maar evengoed door het gedrag van de ezels.

Transportbedrijf Derese mocht op kosten van de “dief” (die ook nog een schadevergoeding betaalde) de ezels terughalen.

Waarom had de man uit Wenduine  dat gedaan? Het bleek dat hij 100 ezels voor een stoet nodig had. En vond er niets beter op dan ongevraagd alle ezels uit de buurt te laten oppakken!

Op een avond laat werd met kleine steentjes tegen de slaapkamervenster van Theo gegooid. Het was zijn schoolvriend Yvan Nyckees, die aan het voetbalplein woonde.

"De ezels zijn uitgebroken" vertelde hij hem. Samen gingen ze onmiddellijk de ezels zoeken.  Vijf lieten zich snel terug oppakken. Twee anderen niet. Die stonden in tuin van Bommelez salade te eten. Bijna alle saladekroppen hadden ze al aangesproken. Uiteraard werd  Bommelez vergoed.

Rantsoen

Gusten Vandenbroele gaf zijn ezels in de winterperiode stro en ½ biet per dag. 1 ½ maand voor het seizoen kregen ze serieus te eten, zodat ze goed gesterkt waren. Theo vond dat de beesten te mager stonden.  Hij kocht bij Ons Brood (die toen nog rondging met paard en kar) grof roggebrood van 3 à 4 kg. Dat werd voor de ezels in grote stukken gedaan. Deze bijkomende lekkernij versmaden ze niet!

Hun lievelingskost bestond wel uit distels; die verorberden ze graag langs de graskanten op weg naar het strand.

Einde van het ezelbedrijf

Twee ezels heeft hij zelf gekweekt in een wei in de Pannenstraat, waar nu de gaaipers van de schuttersgilde staat. Ook aan de kerk van Duinbergen had Theo een wei. Bij zijn moeder in de Hendrik Consciencestraat was er winterstalling met een klein weitje.

Theo is na een zestal jaar rond 1964-1965 met de ezelverhuur gestopt.

Een eerste poging om de ezels op de Beestenmarkt te Brussel te verkopen mislukte. De prijs lag veel te laag.

Één ezel heeft hij verkocht aan gouverneur Ridder van Outryve d’Ydewalle. Die kocht de ezel voor zijn kinderen.  Één muilezel vond een bestemming bij Eugène Ryckaert. De vijf andere ezels werden uiteindelijk verkocht op de Beestenmarkt voor 6000 BEF. (RP)

Terug