Om hoghe vloeden te weerstaen
De geschiedenis van de zeewering tussen Wenduine en Heist
Lezing op zondag 23 februari 2014 om 10 uur door Hugo Van Loocke
De lezing behandelt de geschiedenis van het ontstaan, opbouw, verdwijnen en terug verschijnen van dijken, duinen en strandhoofden in de eeuwenlange kritische zone Wenduine – Heist tot in de 19de eeuw.
Als we langs het strand wandelen met zicht op de duinen denken we al vlug dat deze duinen er al altijd zo zijn geweest (ze lijken breed en sterk en ze geven een gevoel van veiligheid). Niets is minder waar. Het is eeuwenlang anders geweest. Vooral de sektor tussen Wenduine en Heist is altijd een voortdurende bron van overstromingsgevaar geweest en is dit trouwens in het kader van de duizendjarige storm nog altijd.
Eeuwenlang heeft de zee gepoogd door de duinen in dit gebied te breken en eeuwenlang hebben de kustbewoners dit belet, soms met enorm veel geluk. Dit boek geeft het verhaal weer van die strijd om een goede zeewering te maken, om “hoghe vloeden te weerstaen”, tot ongeveer 1900. Een strijd niet alleen tegen de zee maar ook onderling tussen de wateringen, die toen verantwoordelijk waren, en het provincie en landsbestuur die moesten financieel bijpassen. Het maken van een zeewering was blijkbaar niet zo simpel, het kostte karrevrachten geld en dat was er niet altijd terwijl de zee wel telkens weer van de partij was. Het is een verhaal van hoe en waar en wanneer dijken werden gebouwd, duinen versterkt, strandhoofden aangelegd.
Dijken werden duinen en duinen werden omgevormd tot dijken. Er verdwenen dijken en er verdwenen duinen (op sommige plaatsen, bijna volledig). Nieuwe dijken werden gelegd, nieuwe duinen laten ontstaan was wat moeilijker.
We staan ook stil bij de toenmalige duinbescherming met hun, voor ons, eigenaardige regelgeving en bij de rol die de vissers speelden. De tegenstelling tussen de dijkenbouwers die beseften dat elk element van een dijk of strandhoofd, elke steen of rijshout belangrijk was en de gewone arme man die dijken, en strandhoofden als hout-mijn zagen en volop hout gingen stelen, wat trouwens zwaar werd bestraft.
Dit allemaal geïllustreerd met archiefmateriaal kaarten, plannen en tekeningen, in kleur.
Hugo Van Loocke is industrieel ingenieur chemie en was werkzaam als preventie-ingenieur en consultant preventie arbeidsongevallen bij Mensura, verzekeraar arbeidsongevallen. Sinds 2011 is hij op pensioen. Hugo Van Loocke is een erkende gids in Brugge, Blankenberge, de Zwinstreek en Walraversijde. Hij is bestuurslid van de Vriendenkring Stadsgidsen Blankenberge en is al jaren bezig met de ‘historische evolutie van het landschap’ in kuststreek en polders.
Verslag
Op zondag 23 februari 2014 kon voorzitter Eric Huys 39 belangstellenden in Museum Sincfala te Heist verwelkomen voor de lezing "Om hoghe vloeden te weerstaan. Geschiedenis van de zeewering tussen Wenduine en Heist". Hij stelde de spreker, Hugo Van Loocke, voor.
Hugo Van Loocke is van opleiding scheikundig ingenieur en was werkzaam als preventie-ingenieur en consulant preventie arbeidsongevallen bij Mensura, verzekeraar arbeidsongevallen. Sinds 2011 is hij op pensioen. Hij is een erkende gids in Brugge, Blankenberge, de Zwinstreek en Walraversijde en bestuurslid van de vriendenkring Stadsgidsen te Blankenberge. Hugo Van Loocke is reeds jaren bezig met de historische evolutie van het landschap in de kuststreek en de polders. In 2011 publiceerde hij het boek "Blankenberge, een landschap met geschiedenis", in 2012 "Om hoghe vloeden te weerstaen - de geschiedenis van de zeewering van Wenduine tot Heist" en in 2013 "Het kasteeltje van Uitkerke, 250 jaar".
In het recentste nummer van het tijdschrift "De Grote Rede" (nr. 37), uitgegeven door het Vlaams Instituut voor de Zee, heeft David Dehenauw het over "Hoe erg was de Sinterklaasstormvloed van 5 december 2013?" (p. 26).
Waarom was deze stormvloed zo gevaarlijk?
Ten eerste kwam de storm noord-noordwest vanaf de Noordpool tot aan onze kust en door een kuipbeweging werden grote hoeveelheden water opgestuwd. De wind beukte met een kracht van 97 km/u. uit west-zuidwestelijke richting en 112 km/u. op zee. Eigenlijk niet zo uitzonderlijk. Dit resulteerde in een extra wateropzet van 1m.50 t.o.v. de normale astronomische waterstanden. En deze laatste waren op zich al hoog, omdat het springtij was. Ten tweede was er +6m.33 TAW (Tweede Algemene Waterpassing; de hoogte van 0 meter is gelijk aan een gemiddeld zeeniveau te Oostende bij laag water - eb). Het KMI en het Oceanografisch Meteorologisch Station hadden de waterstand berekend op +6m.30 TAW. Dit was de hoogste waterstand sedert 1953. +6m.33 betekent een stormvloed met een terugkeerperiode van ± 50 jaar, +6m.66 een stormvloed met een terugkeerperiode van ± 250 jaar en +7m.00 een stormvloed met een terugkeerperiode van ± 1000 jaar.
Het huidig Masterplan
Het Masterplan Kustveiligheid dat in uitvoering is, voorziet bescherming tegen minstens een 1000-jarige stormvloed. De zeedijken langs de kust zijn gebouwd tussen 1870 en 1970. Ze zijn niet voldoende hoog om zware stormvloeden te keren (zware beschadigingen, bressen, overtoppingen, …). Het is dus van primoridaal belang dat er voor onze zeedijken voldoende brede en hoge stranden aanwezig zijn die de zee van die oude zeedijken kan weghouden. Dit soort stranden heeft bij de Sinterklaasstormvloed van 5 op 6 december 2013 zijn nut bewezen. De zandstranden en duinen hebben als bescherming tegen schade dus schitterend gewerkt. De zandverliezen die dit heeft teweeggebracht moeten zo snel mogelijk gecompenseerd worden. Op maandag 17 februari 2014 startten zandopspuitingen in Wenduine en in Blankenberge. Die zouden einde maart en begin april klaar zijn. In Bredene vatten de werken aan op 10 maart en die zouden duren tot eind april. Dit om aan te tonen dat het onderwerp van deze lezing niet alleen historisch van belang is, maar ook nog altijd actueel.
Hugo Van Loocke bevestigde dat de Sinterklaasstormvloed heeft getoond dat de huidige zwakke plekken in de kustverdediging nog steeds dezelfde zijn als die in het verleden, waarover hij het in zijn lezing ging hebben. Tussen Wenduine en Heist zijn er zwakke plekken waar al 600 jaar strijd wordt geleverd tegen de zee. De spreker gaf eerst aan dat er zich bij het opzoeken in de archieven enkele problemen voordoen. Men vindt verwijzingen naar plannen die echter verdwenen zijn en men vindt dan weer andere tekeningen zonder datum en zonder vermelding van de exacte locatie. Maar met enige vergelijking en redenering kan één en ander wel gesitueerd worden. De lezing werd trouwens geïllustreerd met vele kaarten en tekeningen.
Van de Romeinen tot de 10de eeuw
Het verhaal van de lezing begon na het vertrek van de Romeinen. Toen drong de zee het land binnen via geulen, waardoor er een moerasachtig landschap ontstond dat mogelijks wel bewoond was. Door het verdrogen van dit landschap ontstond dan een gebied behorende tot de Pagus Flandrensis. Het kustlandschap met duinen werd onderbroken door enkele restgeulen. De belangrijkste in de jaren 1000 was de Blankenbergse Geul (ook Brugse Geul genoemd). Er werd een dijk gemaakt vanuit Brugge tot Uitkerke (de Blankenbergse of Gentele dijk). Deze dijk werd verlengd met een dijk evenwijdig aan de kuststrook, de Evendijk A. Deze dijken beschermden niet tegen de zee. De bedoeling was om gebieden ten westen van deze dijken, die al vroeger droog gevallen waren, te beschermen tegen het deel in het oosten, dat nog natter was. Waarschijnlijk liep er ook een weg op die dijken. Nadien werden er twee kleine dijken aangelegd naar de kustlijn toe: de West- en de Oostdijk. Wat was het nut van deze dijken? Waarschijnlijk moet het gebied tussen deze dijkjes interessant geweest zijn voor vestiging en bewoning. Dit gebied werd later Blankenberge. Naast die twee dijken liepen er resten van geulen.
11de - 14de eeuw
Rond 1100 waren er in de streek reeds een aantal nederzettingen, waaronder o.a. Wenduine, Blankenberge, Heist (Koudekerke) en Uitkerke. Vanuit Blankenberge werd een nieuwe dijk aangelegd naar Heist toe: de Evendijk B, die evenwijdig met de kuststrook liep. De kustlijn liep toen niet zoals de huidige, maar maakte een knik in Wenduine.Wanneer een dijk doorbrak, ontstond een soort put, "wiel" genaamd. De dijk werd dan venieuwd rond die put. Op de kaart van Pourbus (1571) zijn er duidelijk 7 "wielen" te zien op de Evendijk B.
De duinen schoven verder op naar de kuststrook toe en verzwakten. De oorzaak hiervan was de mens. De duinen waren ideaal als graasgebied voor de schapen, de varkens en de koeien. Hierdoor werd echter de grond van de duinen omgewoeld en het zand werd een prooi voor de wind. De mens hakte daarenboven ook het hout in de duinen, waardoor de bebossing en het groen verdween, zodat het zand nog gemakkelijker kon wegwaaien. Dit gebeurde trouwens over heel de kust. Hier in de streek werden de duinen ook nog weggedrukt door de Zwindelta. Er werd een nieuwe dijk aangelegd van Blankenberge tot Windgate bij Heist, later "Zeedijk" genoemd. Deze dijk werd aangelegd omwille van de verzwakte duinen en ook voor de eerste inpoldering: de Oudemaarspolder. De Blankenbergse Vaart werd gegraven en voorzien van een sluis. De Wateringen zijn dan ook ontstaan, zoals de Blankenbergse Watering en de Watering Eiensluis (bij Heist). De duinen kwamen dichter bij de zeedijk te liggen. De opdracht van de overheid aan de Watering Eiensluis in het laatste kwart van de 13de eeuw - 1ste kwart 14de eeuw was om de dijken te verhogen. Maar dit is echter niet gebeurd. In het eerste kwart van de 14de eeuw was er een serieuze storm waardoor de duinen weg waren. In 1337-1344 werden de Blankenbergse dijken verlegd. Blankenberge was toen een stad en kon zelf beslissingen nemen en uitvoeren, omdat de wateringen niets te zeggen hadden aan een stad. De dijken werden verder aangelegd en in 1376-1378 was men aan het moeilijkste gedeelte, dat toch gedicht werd. Het werk werd uitgevoerd door boeren met paard en kar, die werden opgevorderd. Zij werden wel betaald voor hun werk.
In 1394 werd een nieuwe dijk aangelegd: de Graaf Jansdijk. De werken duurden tot 1440. Deze dijk werd aangelegd in een samenwerking tussen de verschillende wateringen. De spreker verduidelijke dat de naam "Graaf Jansdijk" pas later werd gegeven en dat hertog Jan Zonder Vrees hier eigenlijk niet zo veel mee te maken had. De start van de werken dateerde trouwens al van vóór de regeerperiode van de hertog. De hertog zal misschien hoogstens zijn goedkeuring gegeven hebben voor een deel van de werken, maar was zeker niet de initiatiefnemer. Vanuit Heist waren terug duinen ontstaan. Het betrof een smalle duinenrij. De bescherming tegen de zee bestond toen dus uit een duinenrij plus de Graaf Jansdijk.
16de - 18de eeuw
In de 16de eeuw waren er veel stormen, met als gevolg veel reparaties aan de dijken. Er werden in die periode echter geen nieuwe dijken aangelegd. De schade aan de dijken was het gevolg van het feit dat er weinig investeringen aan de dijken waren gedaan, waardoor ze verzwakt waren. Ook de Tachtigjarige Oorlog bracht een verwaarlozing en degeneratie van de dijken met zich mee. In 1739 kwam de Watering Eiensluis onder het Brugse Vrije te staan.
Hugo Van Loocke ging dan verder in op het gedeelte tussen Wenduine en Blankenberge aan de hand van gedetailleerde kaarten. De sluis aan de Blankenbergse Vaart lag rond 1400 aan de zee en in 1587 werd er een fort aan gebouwd ter bescherming tegen de Geuzen (om inundaties tegen te gaan). Wenduine was rond 1400 volledig overwaaid door zand.
Het volgende deel van de lezing ging over wie de kosten van deze kustverdediging zou betalen. De inkomsten van de wateringen (via het "geschot", een soort belasting) waren te gering voor het onderhoud. Er waren veel discussies over wie wat ging betalen. Eiensluis vroeg 15.000 gulden, maar kreeg er slechts 5.000 van de hogere overheid. In de 18de eeuw waren er 500.000 takkenbossen nodig voor het onderhoud van de zeewering (vooral voor het planten van halm).
In 1774 werd voor het eerst steen gebruikt voor een dijk in Wenduine. De Blankenbergse Watering wou dit ook doen bij een nieuw stuk dijk ten westen van Blankenberge, maar de Blankenbergse magistratuur en de vissers protesteerden hiertegen. De vissers waren tegen het gebruik van steen, want hierdoor hadden ze geen ankering meer voor hun schepen die op het strand lagen. Ze maakten hun ankers namelijk vast in het rijshout van de dijken, wat niet meer mogelijk was door de aanleg van stenen dijken. De Staten van Vlaanderen stelden toen Philippe-François Lippens, de landmeter afkomstig van Moerbeke, aan als deskundige. Hij adviseerde de bouw van kramdijken aan. Dit waren dijken met matten van gevlochten stro. Deze kramdijk werd echter al in 1781 door een storm vernield.
De spreker had het in zijn lezing ook over strandhoofden, niet te verwarren met golfbrekers. Strandhoofden worden loodrecht op de zeewaterlijn gebouwd, in tegenstelling tot golfbrekers die parallel of schuin ten opzichte van de kustlijn staan. Een strandhoofd wordt in de volksmond wel eens "golfbreker" genoemd, maar dit is eigenlijk onjuist. Strandhoofden dienen om de ontzanding tegen te gaan. In 1628 kwamen de eerste rijshoofden (met rijshout) voor Wenduine en in de sector van Eiensluis. Zij waren in gebruik tot in de 19de eeuw. Vanaf dan werden strandhoofden in steen geconstrueerd. De houten zeeweringen werden ook vernield door de paalworm. Op 2 februari 1791 was er rond 11 uur een storm die tussen Wenduine en Blankenberge een zeer grote schade aanrichtte door de slechte staat van de zeewering.
In de Franse tijd nam de overheid het beheer van de zeeweringen over. In 1809 echter werden werken aan de dijken gestopt omdat mannen en paarden werden opgeëist door Napoleon voor de strijd tegen Rusland.
Na de Belgische onafhankelijkheid
In de Belgische periode, vanaf 1830, werd er begonnen met de verdere verstening van de dijken. Later kwamen er overal aan de kust promenadedijken.
Over de beweringen dat Wenduine door een storm in 1570 volledig zou verdwenen zijn, had de spreker zijn twijfels. Op de kaart van Pourbus is Wenduine wel duidelijk te zien en er bestaat een akte van verkoop van een gebouw in Wenduine in 1571, dus het dorp moet nog wel degelijk hebben bestaan toen. Er zal in 1570 wel een doorbraak van de zee zijn geweest, maar Wenduine zal daardoor niet volledig zijn verdwenen.
Ook voor Heist (Koudekerke) toonde Hugo Van Loocke aan de hand van verschillende detailkaarten de evolutie van de dijken: van de Evendijk B, de "Zeedijk", tot de Pannendijk en de Zomerdijk.
Conclusie
Het laatste deel van de lezing ging over beschadigingen van de dijken en de duinen door omwonenden. Was hier nu sprake van vandalisme, van diefstal of eerder van nooddrift? Voorbeelden hiervan waren het stelen van rijshout of het trekken van mosselen door hongerige bewoners, waardoor ook stukken rijshout mee werden kapotgetrokken. Wie hierbij betrapt werd, werd streng bestraft. Ook het begrazen van de duinen door schapen en koeien was verboden. Een keizerlijk decreet van 1806 somde op wat er allemaal verboden was in de duinen en welke straffen er op de overtredingen stonden.
Na de lezing dankte voorzitter Eric Huys de spreker. Het was een schitterende samenvatting van 1000 jaar strijd om bescherming tegen de zee. Nadien volgde nog een drankje, naar goede traditie aangeboden door Museum Sincfala.
Verslag: Marc De Meester
Foto's: Etienne Decaluwé
Praktische informatie
Lezingen zijn gratis voor leden van Geschied- en Heemkundige Kring Sint-Guthago.
Niet-leden betalen 3,50 euro, bezoek aan het museum inbegrepen.
Na de lezing bieden we je een drankje aan.
Plaats
Sincfala, Museum van de Zwinstreek
Pannenstraat 140, 8300 Knokke-Heist.
Tel. 050 530 730 Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien.
Parkeergelegenheid
Op de speelplaats van de gemeentelijke basisschool Het Anker, bereikbaar via de Felix Timmermansstraat nummer 37 (klik op de foto voor Google streetview)