Michel Vanhalme ’t Kasteeltje van Heist is niet alleen voor toeristen die vanuit het NMBS-station naar zee snellen een aangename verrassing op de plaats waar de bredere Bondgenotenlaan (met middenplantsoen) overgaat in de smallere Kursaalstraat (éénrichtingsstraat voor wagens). Ook in het architecturale landschap van Heist valt het gebouw na al die jaren nog steeds op. Een kort portret van een buitenbeentje…
In het groot salon wou Dejonghe Slavonisch eikenhout dat de speelse neo-rococostijl temperde. Het kleine salon, gelegen naast de ingang en het bureau van Dejonghe werd gebruikt om de bezoekers te ontvangen, maar ook om in de wintermaanden de gezelligheid van de familie te verzekeren. In 1929 overleed Gustaaf Dejonghe aan de gevolgen van een arbeidsongeval aan het Sas van Heist. De uitvaart van deze innemende en belangrijke figuur voor de ontwikkeling en werkgelegenheid van zijn gemeente, werd door de hele Heistse gemeenschap meebeleefd. Toen in 1946 de nood aan een dagopleiding voor de zeevisserij werd aangevoeld (er bestond al een parochiale zondagsschool), werden eerst, echter zonder resultaat, stappen gezet bij het Bisdom. Daarna werd aangeklopt bij Achiel Van Acker, die akkoord ging mits er behuizing werd gevonden. Arthur Huysseune en Kamiel Vantorre bemiddelden bij weduwe Dejonghe en in 1947 kocht de Staat het domein aan en ging de Rijksvisserijschool van start, onder beheer van het Ministerie van Verkeerswezen. Met de staatshervorming ging de school als een der eerste over naar Nederlandse Cultuur, daar ze niet onder het schoolpact viel, later naar de Vlaamse Gemeenschap en de ARGO, om ten slotte samen met Oostende te belanden onder provinciaal beheer. Die wisselingen hebben het onderhoud van het gebouw geen goed gedaan; gelukkig werden de architectonisch interessante elementen niet aangetast. Op 18.10.95 werd het gebouw als monument geklasseerd en de omgeving als dorpsgezicht. |