De Familie Waeghe, heel het Oude Zoute was van hen ... of toch bijna ...
Frie Devinck
Het gehucht 'Oud Zoute' met uiterst rechts in de achtergrond de woonst van Leopold Waeghe en Sidonie Monteville.
Verschil tussen echte en aangespoelde
De Waeghes, dat waren nog de 'echte' van het oude Zoute!
Zo bestempeld worden was een eretitel in vroegere jaren want de Knokkenaren hanteerden een speciale manier om de 'echte' van de 'aangespoelde’ te onderscheiden. Je kon niet zo maar direct in Knokke komen wonen en denken datje aanvaard werd als Knokkenaar. Oh nee!!
Om een 'echte' te zijn moest je afstammen van een voorouder die zich al sinds het begin van de jaren 1800 in Knokke had gevestigd en liefst nog ervoor. Deze opvatting gold zowel voor 't Dorp als 't Kalf, den Oosthoek en het Zoute.
Bij de aangespoelde had je zelfs nog gradaties: na meer dan tien jaar verblijf werd je als een 'droge aangespoelde' Knokkenaar beschouwd. Dan had je ook de 'natte aangespoelde' die nog zijn leertijd moest doormaken om volledig in de Knokse gemeenschap opgenomen te worden. Maar die benaming was toch nog veel beter dan 'vreemdelingen', zoals de rasechte Knokkenaars de toeristen of zomergasten bestempelden die hier maar tijdelijk op hun territorium verbleven. Deze classificatie moet vanzelfsprekend met een korreltje zout genomen worden maar er werd wel veelvuldig gebruik van gemaakt. In een officieel rapport voor de gemeente Knokke, opgesteld door agent Flor Jacobs, stond vermeld: 'In 1910 telt Knokke 3.040 inwoners. Het was een goed badseizoen, met meer dan 16.200 vreemdelingen en 50.000 zeebaden'!
Een kijkje nemen bij de 'echte' Zoutenaars
Bij het ontrafelen van de geschiedenis van het 'Oud Zoute', val je van de ene verbazing in de andere en volgen de anekdotes elkaar op. Je wordt erdoor gefascineerd en kan een glimlach niet onderdrukken.
Aan de basis van het ontstaan van het 'Oud Zoute' vanaf midden 1700, lagen een paar heel intrigerende en aparte mensen, doordrijvers en harde werkers, maar met het hart op de rechte plaats. Het waren de families Monteville, Waeghe, Viaene, Byl, Loeys, Hillewaert en nog een paar andere.
Je krijgt bewondering voor die groep mensen die er samenleefden in een soort familiale commune. Na enkele jaren hadden ze allen dezelfde voorouders, waren allen nichten of neven van elkaar en iedereen had een grootvader of grootmoeder gemeen. Hun huisjes lagen bijna allemaal binnen de driehoek van de huidige Verhaerenlaan, het Amerikapad en de Sparrendreef die toen nog een zandslag was met meer slijk dan harde grond.
Rond 1774 was het niet de bevolking van de dorpskom van Knokke, maar vooral die van de Zoute duinen die was aangegroeid. 'Daar woonden vele onbemiddelde, meestal kinderrijke gezinnen' stond er in de archieven geschreven.
In 1820 bezat Knokke 887 inwoners en op de kadasterkaart van Popp (1845) zie je duidelijk waar de bevolking van Knokke in de 1ste helft van de 19de eeuw uitbreiding genomen heeft. Weer was het niet zozeer in de eigenlijke dorpskom, maar vooral rond de Kalfmolen en in de Zoute duinen. Er waren 30 woningen rond de kerk, 10 aan de noordzijde van de Duinenweg ( Dejudestraat), 15 rond de Kalfmolen, 10 'duinhoevetjes' in de Kalfduinen en 25 woningen in de Zoute duinen.
Bij nader onderzoek naar de mensen die er vroeger woonden, viel de familie Waeghe meteen op. Elke familie in het 'Oude Zoute' had vele kinderen maar de Waeghes deden zeker voor niemand onder. Vele voorvaders hadden minstens 12 kinderen maar meestal nog een paar meer; de mannen huwden na het overlijden van hun vrouw nog 1 of 2 maal en verwekten ook nog kinderen op latere leeftijd. Het waren gezonde, kloeke mannen de Waeghes!!
De oudste teruggevonden voorouder was Adriaan Waeghe (°1669/+1705) die woonde in de buurt van het Fort St. Pol in de Oosthoek. Een van zijn zonen, Petrus (Pierre) Waeghe (° 1692/+1778), kwam in de eerste helft der jaren 1700 naar de 'Noordhouck' (vroegere naam voor het Oude Zoute) wonen, de juiste datum was niet te vinden. Hij was dus de eerste voorvader van de Waeghe clan die zich in het Oude Zoute vestigde. Zijn zoon Pierre (°1738) huwde 3 maal en werd op zijn 76ste voor de laatste maal vader, zijn derde vrouw was wel bijna 40 jaar jonger dan hij. De kleinzoon van Petrus, Leopold Waeghe (°1791), kreeg 15 kinderen en werd 82 jaar. De achterkleindochter van Petrus, Coletta Waeghe (°1833), het zevende kind in de rij van vijftien, bleek een opmerkelijke vrouw.
Er was een Augustijn Waeghe (°1863) die huwde met de 18-jarige Nathalie Reubens en maar liefst 16 kinderen kreeg. Deze vrouw heeft 23 jaar lang kinderen gebaard van 1887 tot 1910 waaronder tweemaal een tweeling die niet in leven bleven. Zij was ook de moeder van Leander Waeghe, de held van Knokke die doodgeschoten werd bij de 'elektrische draad' door de Duitsers toen hij brieven smokkelde voor de gevluchte Knokkenaars die in Nederland verbleven.
Niet te verwonderen dat een fiere Waeghe afstammeling en Oud Zoutenaar ooit verkondigde: "Heel het oude Zoute was in die tijd van de Waeghes, of toch bijna...
Een opvallende, vermeldenswaardige vrouw
Onder de familie Waeghe was er een opmerkelijke nakomelinge, Coletta Waeghe.
Ze was een buitenbeentje, overleefde vele moeilijkheden en was vooral een zeer graag geziene vrouw.
In het Zoute werden alle namen van mannen, vrouwen en kinderen verkort of vervormd. Hoe mooi ze ook door de ouders gekozen of bedacht werden bij het doopsel, het speelde allemaal geen rol. Zo veranderde de naam Nathalie in 'Natte', Richard werd 'Riesten', Johanna was 'Wanne', Melanie was 'Mille' en Coletta werd van jongs af aan verbasterd tot Klette, haar roepnaam was dus 'Klette Waeghe'.
Het leven was hard in het Zoute met al die kinderen maar iedereen hielp elkaar zoveel mogelijk. Alles werd gedeeld: kledij, schoenen, wieg en babykleertjes, zelfs een trouwkostuum werd meermaals doorgegeven van de ene broer aan de andere of aan een kozijn. De kinderen groeiden op, de meisjes werden jonge meiden en de jongens stoere mannen. Ze keken al eens uit naar een lief. Zij die elkaar stiekem wilden ontmoeten, moesten wel naar de duinen trekken om er in een verdoken, zachte zandpanne te kunnen vrijen. En zo gebeurde het...
Coletta 'Klette' Waeghe was 27 jaar en ging haar eigen gang. Ze had geen man nodig, ze trouwde nooit maar werd wel letterlijk 'heel graag gezien' en kreeg vier kinderen: Jan Waeghe (°1860), Leopold Waeghe (°1863), Joanna Waeghe (°1868) en Hendrik (°1871) die twee jaar later stierf in 1873. Je kunt haar een 'vrijgevochten' vrouw, een 'dolle mina' of een 'BOM moeder avant la lettre' noemen, maar ze overleefde alles en trok goed haar plan.
De twee zonen en de dochter groeiden op in de gezonde zeelucht en de duinen. Ze waren arm maar gelukkig, aten hun zelfgekweekte groenten, soms een konijntje dat in een strik verzeild raakte of een visje dat gevangen werd en als het nodig was, slachtten ze een zelfgekweekt zwijntje. Klette deed alles zelf: schoenen lappen, klederen naaien, mutsen maken, kousen breien en zorgde voor al wat er nodig was in haar huisje. De kinderen groeiden goed en ze leefden in vrede met de andere Zoutenaren. Niemand was jaloers van een ander. Ze hadden allemaal even veel... of even weinig.
De jaren gingen voorbij en het werd oorlog
Klette was ondertussen al een oude vrouw van 82 jaar geworden. De Zoutenaren hoorden vertellen over de wreedheden van de oprukkende Duitsers en heel het Oude Zoute sloeg in paniek. Ze maakten zich klaar om tot aan de grens te vluchten, naar het 'Zwart Huis' dat op een boogscheut van het neutrale Nederland lag. In een mum van tijd werd alles meegenomen. Beddengoed, een paar geiten om melkte hebben, kleren, mondvoorraad, potten en pannen, manden werden op een badkar gezet tot die propvol was en door twee paarden werd getrokken.
Klette was heel zwaarlijvig geworden en kon moeilijk uit de voeten, ze liep met twee stokken maar wilde wel meevluchten. Twee mannen namen een 'kortewagen' (kruiwagen) legden er wat stro en een kussen op en voerden Klette tot aan het 'Zwart Huis' bij de dijk van het Zwin. Bijna aan gekomen hoorden ze achter zich luid hoefgetrap- "De Duitsers zijn daar" werd geroepen. De mannen met de kruiwagen zetten het op een drafje en wilden over de dijk maar op zeker ogenblik kipte de wagen om. Klette, die wat had liggen dutten, tuimelde er uit en riep: "Zijn we er al?". "Nee", ze werd er vliegensvlug weer ingelegd en naar het kleine ovenkot van het 'Zwart Huis' gevoerd waar ze zich installeerde in een gemakkelijke stoel.
Het angstaanjagend getrappel kwam van het paardengespan van boer Van de Pitte die achter hen aan kwam rijden.
Het ‘Zwart Huis’ met ovenkot.
In het 'Zwart Huis' woonde jachtwachter Cool en zijn vrouw Sylvie. Zij wilde al direct brood bakken en vroeg aan de vluchtelingen om droog hout naar het ovenkot te brengen. Dit kot was zo klein en Klette en haar stoel namen zoveel plaats in, dat er voor de bussels kreupelhout om de oven te stoken geen plaats meer was. Alles werd dan maar opeengestapeld op de schoot van Klette van wie het hoofd er nog juist bovenuit stak. Bij het bakken van het brood werd het snikheet in het ovenkotje en bij Klette parelde het zweet op haar voorhoofd. Ze had het er wel warm maar voelde zich goed en gelukkig in haar gemakkelijke stoel.
Na er een goede week te hebben gebivakkeerd, vernamen de Zoutenaren dat de Duitse bezetters de burgers met rust lieten en bijna iedereen besloot om terug te keren naar hun huisje in de duinen van het Zoute. Klette Waeghe werd weer op de kruiwagen gezet met stro en kussen en teruggevoerd. Het was een prachtige, zonnige dag maar de terugtocht was vermoeiend. Aan café "Flora" op het einde van de Zoutelaan in de Oosthoek, bij Henri De Witte, werd halt gehouden om een pint te drinken. Klette, gezeten op haar kruiwagen, bleef geduldig voor de herberg wachten, ze lag er goed en zacht en was blij om bijna weer terug in het Zoute te zijn.
Het snoepwinkeltje van de zusters Waeghe
Huwelijksfoto van Leopold Waeghe en Sidonie Monteville, 1887
Langs de zandslag (latere Sparrendreef) stonden veel huisjes en daar woonden ook enkele Waeghes dicht bij elkaar. Leopold Waeghe (°1863 +1937), een zoon van Klette Waeghe, huwde op zijn 24ste in 1887 met Sidonie Monteville (°1864 +1940), zij was toen 23 jaar. Het gezin telde elf kinderen; Sidonia heeft dus gedurende 19 jaar kinderen gekregen met amper een tussenpoos. Leopold en Sidonie woonden met hun gezin langs die slag die de Sparrendreef werd en hij hield er zelfs een kruidenierswinkel open in nummer 10 (later werd dit nummer 30). Een zoon van hen, Remy Waeghe (°1894 +1948), huwde met Julia Panne (°1889 +1953) en vestigde zich in de Albertlaan in Knokke.
Zij kregen een zoon, Omer Waeghe (°1925 +2000) die leraar was aan de Rijksvisserijschool in Heist en er later directeur werd. Omer huwde met Suzanne van Meenen (°1928 +1991) en woonden in de Acacialaan in Duinbergen. Ze hebben een dochter Katrien Waeghe (°1949) en een zoon Jan Waeghe (°1952).
De twee jongste dochters van het echtpaar Leopold Waeghe-Monteville waren Irma en Rosalie Waeghe en bleven ongetrouwd. Het oude winkeltje van hun vader werd vernieuwd tot een typisch snoepwinkeltje, goed gekend bij de jongeren van heel het Zoute.
Je kon er op het eind van de jaren 1940 en in de jaren vijftig voor één frank vier snoepjes kopen of twee grote. Ze hadden de lekkerste 'nunnebillen' of 'vleesjes' die je je maar kunt indenken, dit waren van die zachte, rekbare, witroze snoepen en lagen in een witte kartonnen doos met zijdepapier bedekt.
Heel speciaal waren de toverbollen die van kleur veranderden en die je telkens uit je mond nam om de nieuwe kleur te bekijken.
In een stenen pot stonden roze, lange, lekstokken in cellofaan papier gedraaid die van binnen wit waren en een muntsmaak hadden en ook donkerrode die naar aardbeien smaakten en je tong rood kleurden. Ze verkochten ook zoethout stokken, wij noemden ze 'kalischestokken'. De sneeuwballen waren heerlijk, de muilentrekkers waren zuur, de zwarte belga's of puppekado's waren zoet en de muizetjes in alle kleuren, vooral de gele en zwarte waren lekker. En dan waren er nog de rekkers, lang en zwart, plakkerig en geribbeld. Te veel om op te noemen. Een waar paradijs voor zoetekauwen!
Rosalie, Pharailde en Irma Waeghe
Het winkeltje begin der jaren '50, links café 'Bij Andries' (nu Put 19) en de beenhouwer Delanghe (hoek Amerikapad).
De Sparrendreef met links de ‘spekkenwinkel’ en aanpalend de ‘Crosley Bowling’ in oktober 1962.
Zwarte ‘muizetjes’ en zachte ‘nunnebillen’.
De gezusters Irma en Rosalie Waeghe in hun kleurrijk winkeltje.
De zusters Waeghe, Rosaatje en Irma, hadden er enorm plezier in de kinderen zo te zien genieten en waren altijd vriendelijk. Ze bekeken de kinderen en het hele gedoe met pretogen en een lachend gezicht. Dit was hun mooiste moment van de zondag.
Na de hoogmis in het Zoutekerkje was het een dringen van belang in het winkeltje. Alle jongens en meisjes hielden hun één of twee, soms wel eens vijf frank klaar en zochten op hun dooie gemak hun voorkeur uit tussen het uitgestalde snoep. Dit was een aankoop die je niet zomaar 'rap-rap' kon doen. Neen, het werd met overleg gepleegd en soms werd afgesproken met een zus of broer om iets te delen.
Grootmoeder Klette Waeghe zou fier geweest zijn op het snoepwinkeltje van haar twee kleindochters in het Zoute.
De nakomelingen van de 'echte Zoutenaars' zijn er weggetrokken toen hun heiligdom, de schilderachtige lage huisjes van het Oude Zoute, witgekalkt en met rode dakpannen, verdrongen werden door de nieuwe, dure villa's. De zandslagjes verdwenen en kregen harde keien en er werd zelfs een kerkje gebouwd. Na de oorlog, rond 1925, was het 'Oude Zoute' niet meer wat het ooit was.
Bibliografie
- A.Dhont, Dapklapper I & II;
- Constant Devroe, herinneringen Eerste Wereldoorlog.
Bijlage: Uit de Stamboom Familie Waeghe
I. Waeghe Adrianus (? 1669/1705)
x 1689 met Simoens Anna (1669/1744)
Kinderen:
-
- Frans (1691/...) woonden in de buurt van Fort St. Paul in de Oosthoek
- Petrus (1692/1778)
- Adrianus (1693/1779)
- Marie-Thérèse (1695/1779)
- Anna (1697-1741)
- Adriana (1698/1699)
- Joanna (1700/...)
II. Waeghe Petrus (? 1692/1778)
x Simoens Marie (1711/1767)
Kinderen:
-
- Isabella (1750/1770)
- Laurentius (1745/...)
- Josephus(1744/1824)
- Anna (1741/1791)
- Petrus (1738/1818)
- Jacobus (1735/1770)
III. Waeghe Pierre (? 1738/1818)
1. X 1765 Schaepkens Hélène Noordhouck (Oud Zoute)
2. X 1778 Bogaert Théresia
Kinderen:
-
- Jean Frangois (1779/ )
- Joseph(1780/1780)
- Jacques (1781/1840)
- Martin (1783/1808)
- Rosé (1786/1830)
- Petrus (1788/ )
- Leopold (1791/1873)
- Joseph (1797/1859)
3. X De Graeve Isabeau, (1776/...) Pierre was 75 jaar, Isabelle 38 jaar jonger
Kind:
-
- Waeghe Emmanuel (1814/1877)
IV Waeghe Leopold (Heyst 1791/1873) werkman, kreeg 15 kinderen, gestorven op 82-jarige leeftijd
1. X 1823 Demunter Anna (1801/1825)
Kind:
-
- Petrus Jacobus (1824)
2. X 1825 Latomme Rosa (Knokke 1803/1859)
Kinderen:
-
- Leopold (1825 +)
- Johanna (1826 +) volgens bevolkingsregister 1826
- Theresia (1826/1899)
- Frans (1830/1907)
- Jan Frans (1830/1891) x Keukelinck Amelia (7 kind.)
- Coleta Rosalie (1833/ 1916)
- Ludovica (1835/1896)
- Marie Therese (1836)
- Jacob (1837/ )
- Charles (1839/ )
- Rosalie (1842/ )
- Hypoliet (1844/1880)
- Blondina (1846/1932)
- Joseph(1852/ )
V. Waeghe Coleta Rosalie (21.06.1833/1916 ) niet gehuwd, 4 kinderen
Kinderen:
-
- Jan (1860/1909)
- Leopold (1863/1937) brouwersgast
- Joanna Theresia (1867/1938) X Byl Leopold (8 kind.)
- Hendrik (1871/1873)
VI. Waeghe Leopold (1863/1937)
X 19.10.1887 Monteville Sidonie (1864/1940)
Kinderen:
-
- Blondina (1887/1891)
- Rosalie (1888/1901)
- Anna (1890/1911)
- Pharailde (1892/1966)
- Remy-Aimé (1894/1948) (foto in artikel)
- Irma (1898/1899)
- Petrus (1899/1899)
- Etienne (1901/1985)
- Firmin (1903/ )
- Irma (1904/1972) (foto in artikel)
- Rosalie (1906/1965) (foto in artikel)
VII Waeghe Remy (7.08.1894/ 14.04.1948)
X 1921 Panne Julia (Woumen 6.02.1889/7.05. 1953)
Kind:
-
- Omer (1925/2000)
VIII Waeghe Omer Constant t 1925/2000)
X Vanmeenen Suzanne (1928/1991)
Kinderen :
-
- Katrien (1949)
- Jan (1952)