Enkele grafzerken en zerkfragmenten te Damme -
Een studie opgedragen aan Jan Lavaert (1937-2018)
Ronald Van Belle
Inleiding
Op 21 juni 2018 overleed Jan Lavaert, pastoor van Westkapelle en bestuurslid van onze heemkundige kring. Pastoor Jan Lavaert was een sociaal geëngageerd priester die het altijd opnam voor de zwaksten in de maatschappij. De problemen van onze tijd lieten hem niet onverschillig en hij kwam vaak voor zijn mening op, wat hem niet altijd in dank werd afgenomen. Hij toonde ook veel belangstelling voor streekgeschiedenis en ons kunstpatrimonium. Zijn enthousiasme voor het funérair patrimonium was voor mij dan ook altijd een grote steun.
De kerkvloer opengebroken
Bij het aanvatten van de werken voor de vernieuwing van de verwarming van de O.-L.-Vrouwkerk in 1999, werden er bij het openbreken van de vloer achteraan in de kerk, oude grafzerken aangetroffen.[1] Bij de bevloering van 1808 werd de nieuwe vloer gewoon over de oudere vloer geplaatst. Deze laatste bestond uit een aantal tegen elkaar geschikte grafzerken of fragmenten van over verschillende eeuwen. Het was duidelijk dat deze zerken niet meer in hun oorspronkelijk verband lagen.
Omwille van mijn drukke beroepsactiviteiten met talrijke reizen naar het buitenland kon ik slechts op zaterdag 12 juli 1999 tijd uittrekken om deze zerken aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Jan Lavaert ging onmiddellijk akkoord om mij hierbij te helpen. Hij nam toen o.a. de afmetingen op van de toen zichtbare grafzerken of gedeelten hiervan en stelde ook een situatieplan op, dat we hier weergeven als afb. 1. Enkele grafzerken werden toen ‘afgekalkeerd’.
Toen het belang van deze vondsten duidelijk werd, o.a. de vondst van de monumentale zerk van 1270 en een deel van een lijkwade figuur, werd de gemeente bereid gevonden tijdelijk een iets grotere oppervlakte van de vloer open te breken om zo enkele zerken volledig bloot te leggen. Toen werden nog een aantal grafzerken ‘afgekalkeerd’. Bij gebrek aan fondsen konden de zerken niet verplaatst of gelicht worden, noch kon de ondergrond verder onderzocht worden. De zerken werden opnieuw bedekt met uitzondering van de grafzerk van Adriaen Lamins en echtgenote (Dam. 14)
Afb. 1 Situatieplan van 12 juli 1999 opgesteld door Jan Lavaert van de toen vrijgemaakte of deels vrijgemaakte grafzerken in de O.-L.-Vrouwkerk in Damme
Afb. 2 Situatieplan opgemaakt door Yann Hollevoet kort daarop toen enkele bijkomende zerken werden vrijgemaakt.
De zerken met figuren werden al besproken in mijn werk: R.VAN BELLE, Vlakke grafmonumenten en memorietaferelen met persoonsafbeeldingen in West-Vlaanderen, een inventaris, funeraire symboliek en overzicht van het kostuum, Brugge, 2006, p.231-253, te weten Dam. 1, Dam. 13, Dam. 14, Dam. 15, Dam. 19, Dam. 21 en Dam. 22. Hier volgt de opsomming van de zerken volgens het situatieplan van Jan Lavaert met een beschrijving zonder figuren. Yann Hollevoet maakte eveneens een situatieplan op nadat een iets grotere oppervlakte van de vloer was vrijgemaakt (afb.2).
Zerk 1:
Willem … en Avezoeta; twee in lijkwaden gehulde figuren, begin 15de eeuw; zie Dam. 13.
Zerk 2:
Jan Snauwaert (+ 1647) en familie (afb. 3)
Afmetingen: H. 154 cm, Br. 87,5 cm.
Materiaal: arduin in middelmatige staat van bewaring, een deel van de tekst is uitgesleten.
Beschrijving : zerk met grafschrift in het midden; hieronder is een schedel afgebeeld met een banderol, het geheel gevat in een lijst met wrongmotieven.
Afb. 3: Grafzerk van Jan Snauwaert
(+ 1647), Pieter Snauwaert (+ ?) en Marie Tresia Dusan (+ ?) de echtgenote van Jan Foto: wrijfprent RVB, 21.07.1999 ©KIK
Inscriptie: “ SEPVLTVRE VAN DHr IAN SNAUWAERT
Fs IAN IN SYNEN TYDE SCHEPEN
DESER STEDE ENDE CAPELLE
MEESTER VAN HET H.CRVIS
DIE OVERL(EED) DEN 10en I(N) O(CTO)BER 1647
ENDE VAN PIETER SNAUWAERT
Fs NICLAYS
ENDE MARIE T(HE)RESIA DVSAN
Fa MARTINUS [I]A[N] HVVSVR(OVWE)
… IEN TSAEMEN …”
Op de banderol “DENKT OP DE DOOD” en “BIDT VOOR---“
Zerk 3:
Onbekende man en vrouw, gedateerd 1270, zie Dam.1.
Van deze zeer afgesleten monumentale zerk (379, 5 x 183,5 cm !) werd een grafiet afdruk genomen alsook een aftekening met viltstift op plastiek (afb. 4). Deze laatste tekening werd onlangs gefotografeerd door het KIK en wordt nu voor het eerst afgebeeld. De beeltenis komt veel beter uit dan op de grafietafdruk. De zerk is Doorniks werk van hoge kwaliteit. De tekening ervan en tal van details tonen gelijkenissen met Doornikse producties zoals de grote doch iets kleinere zerk (288 x 170 cm) van Isabiaus de Bray (+ 1270) en dochter Agnes (+?) te Bergen alsook met de zerk van Helvis de Fraisnoi van ca. 1280 te Rollancourt (F) of nog die van een onbekende geestelijke van ca. 1280 thans in de kathedraal van Doornik.
L. Devliegher suggereerde dat de klassiek geschoolde Jacob van Maerlant –de belangrijkste middeleeuwse auteur uit de Nederlanden - geholpen heeft bij het opstellen van het (inderdaad merkwaardig) randschrift van de zerk te Damme.[2] Maerlant was inderdaad ca. 1270 werkzaam te Damme. Het blijft echter een raadsel wie de personen zijn die onder deze uitzonderlijke grafzerk werden begraven.
Zerk 4:
Onbekende perso(o)n(en) eind 15de, begin 16de eeuw.
Afmetingen: van de zerk werd slechts een deel van de bovenrand blootgelegd. H. ?; Br. 168,5 cm.
Materiaal: Doornikse kalksteen in goede staat van bewaring.
Beschrijving: deel van een randschrift en evangelisten symbool (H. Lucas); op de rand is tevens een huismerk aangebracht (zie afb. 5).
Inscriptie: “… bid voor de ziele +hier …”.
Bespreking: het uitgewerkte lettertype en de hoekmedaillon wijzen op een gravering van eind 1400- begin 1500. Het huismerk wijst er waarschijnlijk op dat de grafzerk die van een handelaar of een ambachtsman is. Handelaars stellen regelmatig hun huismerk voor onder vorm van een wapenschild aangebracht op de helft van de lange zijden of in de hoekvierpassen. Hier is hij niet gevat in een schild en verwijst duidelijk naar een huismerk.
Afb. 4: Onbekend koppel, 1270. Viltstift op plastiek, R. Van Belle © KIK.
Afb. 5: Huismerk, detail van een zerk van onbekende perso(o)n(en), eind 15de, begin 16de eeuw.
Foto: wrijfprent RVB 21.07.99
Zerk 5:
Onbekende perso(o)n(en) ‘… roeye oste’; 16de eeuw.
Afmetingen: van de zerk werd slechts een deel van de bovenste rand bloot gelegd, H. ?, Br. 102 cm.
Materiaal: Doornikse kalksteen in slechte staat van bewaring.
Beschrijving: enkel de bovenste tekstband werd blootgelegd. Het hoekmedaillon met de H. Matheus is zeer kunstvol uitgewerkt.
Inscriptie: in gotische minuscel “… e roeye oste f (voor filius) …”.
Bespreking: naar het lettertype te oordelen is de datering waarschijnlijk van de tweede helft van 1400.
Zerk 6:
Onbekende personen; 16de eeuw (?); zie Dam. 22.
Zerk 7:
Govaert Janszuene en echtgenote; begin 15de eeuw; zie Dam. 21.
Zerk 8:
Onbekende personen; laatste kwart 15de eeuw; zie Dam. 19.
Zerk 9:
Adriaen Lammins (+1440) en echtgenote (‘…lstee) (+1441); zie Dam. 14.
Zerk 10:
randstukje van een onbepaalde grafzerk (60 cm); datering ?
Zerk 11:
van een onbepaalde grafzerk (95 cm); datering ?
Voor de overige, niet op het plan opgenomen zerken, daar later aangetroffen , zie ook Dam. 15.
Grafzerken aangetroffen buiten de kerk
Voordien, te weten op 5 januari 1999, werden, bij graafwerken voor de afwatering van de nieuwe daken van de kerk, beschilderde grafkelders alsook zerkfragmenten ontdekt op het kerkhof langs de muren van de kerk. [3]
Zerk 12:
De grafzerk van een onbekende persoon: ‘..eva…’; begin 1300 (afb. 6).
Naam : Onbekende persoon.
Afmetingen: H. +/- 150, 50 cm, Br. +/- 75 cm.
Materiaal & Plaats: Doornikse kalksteen in zeer slechte staat van bewaring en met sterke afslijting door beloping. Werd los aangetroffen langs de kerkmuur tussen puin. Yan Hollevoet verwijst in een niet gepubliceerde bijdrage “Laatmiddeleeuwse grafkelders rond de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Damme”
– met ongenoegen - naar de onbegeleide graafwerken, uitgevoerd zonder weten van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium. ‘Bij graafwerken voor de aansluiting van de riolering had men op twee plaatsen grafkelders aan het licht gebracht. Een eerste graf … Twee andere graven had men aangesneden ten noordwesten van de huidige hoek van de kerk. Hiervoor had men een zware onversierde deksteen in Doornikse kalksteen gebroken en stukken van een tweede – reeds gebroken exemplaar – weggenomen, op deze laatste blauwstenen deksteen waren duidelijk de sporen van een inscriptie zichtbaar’ (zie verder). De hier betrokken zerk werd waarschijnlijk reeds vroeger uitgegraven. Na het maken van mijn wrijfprent blijkt ze te zijn afgevoerd.
Afb. 6: Grafzerk van een onbekende persoon , begin 1300. Wrijfprent RVB.
Inscriptie: in uncialen "C… . EVA … SIRE . DE . GHIS[met afkorting?] . QUI . TR … / … “.
Heraldiek: “op een veld van … een dwarsbalk van …”.
Beschrijving: zerk zonder beeltenis, met een grafschrift op de hoeken onderbroken door vierpassen met een schildje.
Bespreking: het type van uncialen en vooral de wapenschilden gevat in vierpassen laat een datering vermoeden van begin 1300.
Zerk 13:
De grafzerk van Jan van der Beke, + 1429 en echtgenote (afb. 7).
Materiaal & Plaats: Doornikse kalksteen, in slechte staat van bewaring, H. (van het bewaarde gedeelte) +/- 95 cm, Br. +/- 120 cm. De zerk is in vele stukken gebroken en de benedenhelft ging al veel vroeger verloren. Ontdekt onder de grond op een graf bij de zijdeur van de O.-L.-Vrouwkerk. Yan Hollevoet verwijst naar deze zerk in zijn niet gepubliceerde bijdrage als volgt “Grafkelder 3 … in het verleden reeds verstoord … van de gerecupereerde fragmenten kon slechts een deel van de plaat en bijhorende inscriptie teruggevonden worden”, volgt dan een gedeelte van het grafschrift.
Afb. 7: Fragmenten van de grafzerk van Jan van der Beke, + 1429 en echtgenote.Foto Yan Hollevoet
Beschrijving: niet versierde zerk met enkel een randschrift in gotische minuscel
Inscriptie: startend boven rechts :"+ hier leghet /Jan van der beke die starf int jaer M.CCCC ende XXIX den 11… [verloren gedeelte met zoals gebruikelijk vermoedelijk het grafschrift van zijn echtgenote-maar haar naam ging verloren- gevolgd door het jaar van haar afsterven ] dach in november. / Bid god over de ziele".
Bronnenonderzoek door J. De Groote toont aan dat de dode te vereenzelvigen is met Jan van der Beke schepen van de stad Damme in de jaren 1409, 1422 en 1426.[4]
Zerk 14:
De grafzerk van Jan … en Betrice, ca.1350; zie Dam. 5 (afb. 8).
Van de beschadigde zerk buiten aangetroffen, vóór het koor, hadden we snel een grafietafdruk gemaakt met de bedoeling later een meer tijdrovende wasafdruk te vervaardigen. Onze teleur-stelling was groot twee jaar later te moeten vaststellen dat deze merkwaardige zerk van ca. 1350 met de beeltenis van twee personen, verdwenen was. Die lag absoluut niet in de weg. Bij navraag aan de omwonende bewoners bleek dat de twee fragmenten door twee stadsarbeiders waren wegge-voerd, dus in opdracht, maar naar waar de zerk gebracht werd kon niet achterhaald worden.
Afb. 8 Grafzerk van Jan …
en Betrice, ca.1350.
Wrijfprent R. Van Belle © KIK.
Toen ik de gemeente hierover aanschreef werd mij per brief beweerd dat de zerk na haar ontdekking herbegraven werd in de sleuf van de gasleiding. Toen ik mijn wrijfprent met grafiet vervaardigd heb was deze sleuf echter reeds dicht gemaakt..... Deze merkwaardige zerk verdween dus ergens in privébezit, misschien als afsluiting van een waterput zoals vaker gebeurde in het verleden.
In de ondergrond, zowel buiten als binnen de (huidige) kerk, moeten er nog veel grafmonumenten en beschilderde grafkelders zitten. Slechts een klein gedeelte van de oude kerkvloer werd binnen blootgelegd. Bij eventuele werkzaamheden is dus de grootste voorzichtigheid geboden en begeleiding door beroeps-archeologen die vertrouwd zijn met deze materie en de streekgeschiedenis.
Voetnoten
[1] Er werd toen ook bij de uitgraving van de verwarmingskoker in de kerk nog een 13de eeuws beschilderd graf gevonden met de afbeelding van Sint-Elooi.
[2] L. DEVLIEGHER, ‘Enkele nota´s over “Vlaamse” grafzerken uit de 14de eeuw’, in Biekorf , 112 (2012), p. 396, vtn. 8.
[3] J. DE GROOTE, De graven van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Damme, in Rond de Poldertoren, jg. XXXXI, nr. 1, maart 1999, p. 26-29. Y.HOLLEVOET “Laatmiddeleeuwse grafkelders rond de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Damme” (nooit gepubliceerde bijdrage).
[4] De Groote, 1999, p. 28.